Inspiratie

Inspireren met ICT

0

[[image:oun.jpg::right:1]]In het studiecentrum van de Open Universiteit in Amsterdam vond afgelopen zaterdag, 20 mei, het jaarlijkse symposium plaats van de Faculteit Informatica en studievereniging TouW. Met dit symposium zoekt de Open Universiteit steevast de grenzen van het vakgebied Informatica op. Dit jaar was het aansprekende thema: Inspireren met ict: de interface en het ontstaan van een e-cultuur.

Het ochtendprogramma en het begin van de middag bestond uit meerdere plenaire lezingen, het middagprogramma uit een negen-tal workshops verdeeld over twee ronden. De bekende, en aansprekende sprekers en workshophouders maakten het een leuke en vooral inspirerende dag! In dit artikel doe ik verslag van de hoogtepunten van het programma (pdf).

Na een inspirerend verhaal over de faculteit Informatica en een leven lang leren van René Bakker, die verbonden is aan de OU als Decaan van diezelfde faculteit, gaf prof. dr. Gerrit van der Veer de inhoudelijke aftrap. Prof. dr. Gerrit van der Veer is in april van dit jaar aangesteld bij de OU als hoogleraar bij de faculteit Informatica aan de leerstoel Mens, computer, maatschappij, in het bijzonder mens-machine-interactie (mmi). Daarnaast is hij als hoogleraar verbonden aan de VU en actief lid van het SIG-CHI, de internationale vereniging voor onderzoekers in het mmi. Voor een lijst van publicaties verwijs ik graag naar Interaction-Design.org.

[[image:gerrit.jpg::right:1]]Gerrit gaf een kijkje in de dagelijkse wereld van interface designers. Hij liet zien welk onderzoek er wordt verricht en hoe interface designers de regels creatief weten te gebruiken. Dit gebeurt o.a. door het uitvoeren van onderzoek waarbij van verschillende proefpersonen de pupilbewegingen tijdens het bezoeken van een website wordt gefilmd en daarna geanalyseerd. Zo onstaat er na analyse een vrij gedetailleerde ‘thermische print’ met tijdbalk en wordt het duidelijk welke onderdelen van de website echte blikvangers zijn en welk patroon de bezoekers volgen bij het bekijken van de site.

Echte blikvangers zijn afbeeldingen, en dan meer specifiek de middelgrote en grote afbeeldingen met daarop mensen of een gezicht. Daarbij is het opvallend dat middelgrote afbeeldingen even effectief zijn als grote afbeeldingen.Het blijkt dat bij het gebruik van meerdere van zulke (middel)grote afbeeldingen de bezoekerstijd flink toe neemt (met seconden, en dat is veel). Veel organisaties en bedrijven spelen hier handig op in en verwerken de kop van een artikel in een afbeelding met daarop een of meerdere mensen. Een mooi voorbeeld is de homepage van GeenStijl. Het veelal onbekende (en onwetende) publiek van een website wordt op deze wijze verleid tot kijken, lezen, en meer.

[[image:koert.jpg::right:1]]De derde spreker was Ir. Koert van Mensvoort MFA met de sessie ‘Interface design: informaticus als kunstenaar’. Koert van Mensvoort is universitair docent bij de Universiteit Eindhoven, maar ook kunstenaar en in mijn ogen vooral mens. Frank houd zich met leuke en opvallende dingen bezig rond het thema Next Nature, oftewel de tegenstelling tussen en verwarring over natuur en cultuur.

Voorbeelden van innovatieve, interactieve of interpassieve (dat is wel de cursor bewegen maar net niet klikken) interfaces waar hij bekendheid mee verwierf zijn ‘de datafontijn ’, ‘de actieve cursor’ (zie hier en hier, beide pdf) en de Flash dansclip ‘drift‘. De datafontein is een gewone fontein met een variabele waterstroom die reageert op informatie. Bij de actieve cursor worden cursorbewegingen met de muis gemanipuleerd om kleverigheid, lichamelijk contact of massa te ervaren – net als in de ‘echte’ wereld. De Flash film is gemaakt in opdracht van de NPS voor project Mixed Up waarbij zowel de muziek, het camerastandpunt als de uit bolletjes opgebouwde danser interacteert met de cursorbewegingen van de toeschouwer.

[[image:publiekou.jpg::center:1]]

Na een demonstratie van deze interfaces gaf Koert een speedlecture over Intelligente producten en interfaces. Het vervagen van de grens tussen personen en producten en de (on)gewenste neveneffecten hiervan is daarbij een terugkerend thema.

“De producten die we gebruiken, structureren ons leven. Televisie, frituurpan, mobiele telefoon. Het kopje koffie uit de Senseo koffiemachine, sluit aan bij de vluchtige individuele levensstijl die we prefereren boven de ouderwetse koffiepot. Maar al te vaak geldt voor de producten die we ontwerpen, dat ze ons ontwerpen. We zijn dus niet alleen gebruikers, we worden ook gebruikt. Waar onze omgeving voorheen uit dingen was opgebouwd, bestaat deze tegenwoordig uit informatie. Vilém Flusser leert ons dat een houten tafel ‘geïnformeerd’ hout is; hout dat een vorm opgedrongen kreeg. Van Marshall Mcluhan en Heidegger leren we naar media te kijken als extensies van onszelf. Een auto is een extentie van je benen. Een stoel is een extentie van je ruggengraat. Een televisie een verlengstuk van je ogen. Intelligente producten zijn extensies van ons denken, onze cognitie.”

Koert geeft aan dat als we intelligente producten daadwerkelijk meer als personen gaan zien het nogal eens mis gaat. Een veel voorkomende persoonlijkheidsstoornis waar we zoal tegenaan lopen is autisme: “…Zo kon het gebeuren dat ik mijzelf onlangs schreeuwend aantrof, bij een automatische slagboom: ‘Laat me naar binnen! Ik werk hier!’ De intelligente slagboom was onberispelijk. Hij wist zeker dat mijn auto niet in zijn systeem zat. Dat ik hem al jaren dagelijks voorbij fietste was hem blijkbaar ontgaan. Het valt niet altijd mee om te leven in een wereld vol met autistische en psychopathische producten. Geen verrassing dat sommigen van ons daar mentaal instabiel van worden…”

De tekst van de lecture is voor een deel terug te vinden op Na Ons De Mens (Levende producten en Shampoo generatie). Hiervan komen ook bovenstaande citaten.

[[image:dick.jpg::right:1]]Na een korte pauze met ruimte voor een drankje en een praatje ging drs. Dick Rijken in de vierde en laatste lezing in op het verschijnsel dat e-cultuur wordt genoemd. Dick Rijken is part-time lector ‘Informatietechnologie en Samenleving’ aan de Haagse Hogeschool. Eerder zette hij de opleiding Interaction Design op aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en was hij hoofd van VPRO-digitaal en CEO bij het reclamebureau TBWA/e-Company. Daarnaast werkt hij als zelfstandig adviseur op het gebied van e-cultuur.

Door het ontstaan van nieuwe structuren is de samenleving continue een nieuwe balans aan het zoeken tussen formeel en informeel. Informatica wordt daarbij steeds cultureler en ondertussen groeit de kracht en potentie van zelforganisatie (was dat ook niet de kracht achter social software…). Dick ziet voor organisaties een verschuivende rol waarbij de roep om het faciliteren van het zelforganiserende vermogen in de samenleving voor het bundelen en richten van kennis en kunde steeds sterker wordt. Dit schept nieuwe en ongekende mogelijkheden, de veranderingen zullen echter evolutionair en dus langzaam plaatsvinden: de techniek staat klaar, dat is niet het probleem: zelf lijken we nog niet zo ver. Een tweedeling tussen informatie-armen en informatie-rijken is daarbij iets om rekening mee te houden en lijkt onafwendbaar.

[[image:publiekou2.jpg::center:1]]

Dick gebruikte o.a. de totstandkoming en groei van het aansprekende VPRO project 3voor12 als voorbeeld waarbij steeds meer steden aansluiting vinden. Dick ziet veel kracht in het hebben van een sterk merk. Een spin-off hiervan is het project 3voor12 plundert Musea waarbij er een beroep wordt gedaan op het zelforganiserend vermogen van de doelgroep van 3voor12. Dit gebeurt door bezoekers aan te zetten tot eigen muziekproductie. Sta vooral even stil bij het woord bezoekers in relatie tot de opvatting van de meer traditionele musea waarbij je je lichaam daadwerkelijk naar het gebouw moet verplaatsen. De verwachting is dat er een nieuw evenwicht zal ontstaan tussen fysiek museumbezoek en digitaal museumbezoek. 3voor12 plundert Musea laat ons alvast een glimp van de mogelijkheden en kansen zien.

Tot zover mijn verslag van deze enerverende dag. Voor meer informatie over de workshops verwijs ik naar de website van de Open Universiteit (Symposium 20-5-2006).

Alvast bedankt voor eventuele reacties en aanvullingen op mijn eerste gastcolumn.

Meer informatie