De grote opknapbeurt van web 2.0: web 2.5

0

Positivisme en de economie zijn onderhevig aan een conjunctuur. Een hoogtepunt wordt altijd weer gevolgd door een dieptepunt. En dat is maar goed ook. Web 1.0 werd gevoed door positivisme 1.0: ongebreideld en vaak ongefundeerd enthousiasme. Web 2.0 heeft zo haar eigen vorm van positivisme: gevoed door de gedachte dat het internet “here to stay” is en we nu (pas) de volle mogelijkheden zien. Het nieuwe web is open, sociaal en gebruiksvriendelijk. Nu web 2.0 als onderwerp van gesprek over zijn hoogtepunt lijkt te zijn, klinken de eerste geluiden over het volgende web alweer. Web 3.0, oftewel: het semantische web. Ik zelf ben een product van na de bubbel. Ik ben een positivist 2.0 en zelfs schuldig aan diverse posts over web 3.0. Maar dit is mijn ‘pas op de plaats post‘. Het huidige web (2.0) kent nog een aantal grote ‘bugs’ en is daarom toe aan een update voordat het klaar is voor de volgende grote stap.

De 5 belangrijkste uitdagingen voor web 2.5

Ik besef dat onderstaand overzicht geen eindige lijst is. Het is zeker geen overzicht van alles wat er nog te verbeteren valt. Web 3.0 is immers ook nog aan de beurt. Mocht je dingen missen af aanvullingen hebben: reageer!

1. Professionalisering van online businessmodellen

Het huidige web is nog in teveel gevallen een kostenpost. Hoewel we gefundeerder en meer realistisch naar het huidige web kijken, blijkt het nog steeds lastig om een goed online businessmodel op te zetten. Er wordt volop gedacht en geëxperimenteerd over manieren om geld te verdienen, maar in veel gevallen is het onvoldoende. Dit lijkt paradoxaal, aangezien adverteerders ook beseffen dat ‘push’ modellen (traditioneel adverteren) verliezen aan effectiviteit. Vraag en aanbod komen dus nog onvoldoende samen.

Eén van de grootste uitdagingen is om met de verdere professionalisering van online een goede boterham verdienen. Web 2.0 heeft absoluut laten zien dat geld verdienen mogelijk is, maar de kritieke massa is hiermee nog niet gediend. Het gebrek aan tijd en geld staat veel partijen in de weg naar verdere groei.

2. ‘Ontzuiling’ van data

De afgelopen tijd wordt er redelijk wat gesproken over data portability; het ‘ontzuilen’ van data, zodat het vrij kan bewegen over het web. Hier worden aardige vorderingen mee gemaakt, maar het moet beter. We hebben nog steeds tientallen (zo niet honderden) logins. Dezelfde data staat nog steeds op verschillende plekken. OpenID moet gebruiksvriendelijker worden en API’s minder vrijblijvend.

Binnen het principe van ontzuiling van data past ook een flinke verbetering van de (RSS) readers en viewers (en daarmee de feeders). We maken nu al redelijk gebruik van RSS (feed)readers zoals Google Reader of Netvibes, maar dit staat nog in de kinderschoenen. Met name websites van contentmakers zullen meer als ‘service’ moeten gaan fungeren en hun content helemaal open moeten stellen voor publicatie buiten de eigen omgeving. (En dan komen we direct weer bij uitdaging 1 terecht, omdat veel websites juist het geld verdienen binnen de eigen omgeving.)

3. Oplossen on-/offline probleem

Een derde belangrijke uitdaging is de oplossing van het on-/offline probleem. Steeds meer taken en programma’s worden online uitgevoerd. Langzaam verhuist de desktop naar de browser (en andersom). Dit gaat allemaal goed zolang er een internetverbinding is. Als deze wegvalt heb je een probleem. Adobe AIR en Google Gears moeten voor oplossingen zorgen, maar de échte oplossing zal toch in de browser zitten.

4. Internet volwassen op TV

Internet breekt dit jaar door op het kleine scherm van de mobiele telefoon. Al die drukte doet ons bijna vergeten dat er nog een scherm te winnen is, namelijk dat van de televisie. Hoewel veel over gesproken en veel mee geëxperimenteerd, zijn we tot op heden niet in staat om het filmpje wat we online kijken makkelijk op de televisie af te spelen. Natuurlijk zijn er oplossingen, maar deze zijn onvoldoende gebruiksvriendelijk of duur. Net als internet op de mobiel nu de massa bereikt moet dit ook nog gebeuren voor de televisie. Philips komt volgend jaar met Net TV. Hopelijk een doorbraak.

5. Betere selectie- en zoekmechanismen

Het huidige web kent nog onvoldoende goede selectiemechanismen. Google doet erg zijn best om een onderscheid te maken tussen relevant en minder relevant. Om bovenaan te komen in een resultatenlijst moet je de juiste en toegankelijke content hebben én populair zijn. Momenteel zitten we in de situatie waarbij informatiedomeinen grotendeels zijn ‘bezet’. Vele websites hebben dusdanig veel content geproduceerd en links opgebouwd dat kleine nieuwe spelers er nauwelijks meer tussenkomen. Hoe goed hun kwaliteit ook is. Anno 2008 in je eentje een nieuwe Frankwatching beginnen en hopen dat je hetzelfde succes haalt is bijna onbegonnen werk.

Sites als Digg en NuJij zijn een redelijke oplossing voor dit probleem door een sociaal element toe te voegen (aanbeveling), maar ook deze services zijn gebaseerd op het aantal mensen dat iets relevant vindt. Een site met veel bezoekers wordt doorgaans door meer mensen relevant gevonden.

Wat relevant is voor een persoon wordt voor een groot deel (ook) bepaald door het netwerk waar in hij zich begeeft. Twitter (voor mij een netwerk van zo’n 100 mensen) is bijvoorbeeld voor mij één van de belangrijkste bronnen van relevante content. Selectie- en zoekmechanismen op basis van je (sociale) omgeving moeten nog doorbreken.

Conclusie: web 2.0 is net als de iPhone

De iPhone is een geweldige en veelbelovende innovatie. Maar het is niet de eerste, noch de tweede iPhone die volwassen genoeg is om aan de alle kritische gebruikerseisen te voldoen. Niet 2.0, maar 2.5 is het moment waarop je echt tevreden mag zijn.

Freek Bijl is internet strateeg bij eFocus en blogt ook op Bijlbrand.