Inspiratie

Adam Greenfield: de genetwerkte stad heeft de toekomst

0

“Ik ga nu open” zegt de ophaalbrug – “dan zet ik de motor uit” zegt de auto – “dan bel ik dat ik wat later kom” zegt de telefoon – “dan neem ik het OV” zegt de bestuurder, die de auto verlaat en zonder te stempelen de metro neemt – terwijl de auto wacht op een nieuwe passagier en de telefoon de verwachte aankomsttijd doorgeeft. Als het aan Adam Greenfield ligt maken we dat nog mee en spelen ontwerpers daarin een hoofdrol.

Over Adam Greenfield

EverywareGreenfield schreef in 2006 Everyware, een standaardwerk over Ubiquitous Computing. Het beschrijft een wereld waarin het vermogen om data te verzamelen, op te slaan en te tonen niet meer is voorbehouden aan mensen en computers maar een eigenschap is van alles om ons heen – alles wordt data en alles kan met elkaar praten. Greenfield was hoofd informatiearchitect bij Razorfish en werkt nu bij NOKIA. Hij sprak op 15 mei 2009 tijdens Futuresonic, een jaarlijks e-culture festival in Manchester, UK. Onderdeel van het festival is de Social Technology Summit: een internationaal gevierde conferentie over nieuwe media en hun plek in de maatschappij. Kijk voor een samenvatting van dag 1 hier. Een eerdere versie van zijn lezing is hier te bekijken.

Adam Greenfield @ Futuresonic

Adam Greenfield @ Futuresonic

De stedelijke conditie

Fact #1 – At the end of 2008 more than half of the worlds population, for the first time in history, lived in a city.

Aan het einde van 2008 woonde voor het eerst meer dan de helft van de wereldbevolking in de stad. Steden zijn creatieve en economische hotspots waarin mensen zich kunnen ontplooien en kunnen meten met anderen. Tegelijkertijd ervaren veel stedelingen het leven in de stad als stressvol. Angst voor het onvoorspelbare, angst voor de onbekende ander, angst om te verdwalen, eenzaamheid en soms expliciete uitsluiting eisen hun tol. Wanneer mensen daarmee geconfronteerd worden trekken ze zich terug en raken ze verder afgesloten wat de problemen verergert.

De genetwerkte stad

Fact #2 – In 2012 sensor data will be responsible for 20% of all data on the Internet except video.

Nieuwe tools die gebruik maken van de stedelijke data kunnen daar volgens Greenfield een einde aan maken. Om steden te begrijpen moeten we ze volgens hem gaan zien als genetwerkte omgevingen die enorme hoeveelheden data produceren. Denk aan:

  • mobiele telefoons, die ons naast connectiviteit informatie geven over hun locatie
  • gebouwen met sensoren in deuren, vloeren, ramen en wanden, en daarmee hun ‘gedrag’ kunnen aanpassen
  • auto’s die veel slimmer worden waardoor ze gemakkelijk kunnen worden gedeeld, geprijsd, bekeurd en onderhouden
  • infrastructuren als de OV chipkaart die weten wie waar wanneer gebruik maakt van het openbaar vervoer
  • (semi-) publieke organisaties die wettelijk verplicht zijn hun data on-line beschikbaar te maken
  • mensen die hun doen en laten voortdurend publiceren met behulp van Twitter, Facebook, LinkedIn en Hyves.
Cabspotting

Cabspotting

Mash-ups

Hij beschrijft zijn versie van het internet der dingen. Alle data kan met elkaar worden gecombineerd en in mash-ups worden gevisualiseerd. Dit leidt tot -soms verrassende- applicaties als:

  • In The Air: data over de luchtkwaliteit van Madrid
  • Christian Nold’s Emotion Maps die aangeven hoe mensen zich ergens voelen
  • Cabspotting: visualisaties waar taxi’s wel en niet heen gaan, en daarmee onbedoeld informatie geven over de verdeling van arm en rijk in een stad
  • Public Health Code violations in New York City – alsof je dat altijd zou willen weten
  • mash-ups die gebruik maken van Twitter & Facebook en een live verslag geven van de toestand van een buurt of straat
  • en natuurlijk Verbeterdebuurt.nl, recent besproken op Frankwatching.
Emotional Map op Paris by Christian Nold

Emotional Map op Paris by Christian Nold

Deze diensten en visualisaties bieden een blik op de stad die we kunnen gebruiken om onzekerheid te verkleinen en keuzes te maken. Wil ik een goedkope, veilige of juist heel spannende avond buiten de deur doorbrengen? Wat je dan moet doen is steeds gemakkelijker te bepalen.

Ubiquitous Twitter

Hoe meer data, hoe meer mogelijke toepassingen, hoe meer mensen met elkaar en hun omgeving verbonden worden en grip kunnen krijgen op hun angsten, mogelijkheden en beperkingen. Denk bijvoorbeeld aan Google Latitude.

Greenfield voorspelt dat het niet lang meer duurt voordat alle mensen, maar ook objecten, auto’s , bussen, trams, stoplichten, bruggen, pleinen, gebouwen en prullenbakken continu hun status weergeven waarna iedereen daar diensten mee kan maken. Een voorbeeld is de Twitterende Tower Bridge. Een overvloedig aantal sensoren en open API’s zijn een vereiste. De kosten zijn laag en de potentiële maatschappelijke & economische opbrengsten zijn hoog. Denk aan het voorbeeld uit de inleiding: slim vervoer dat rekening houdt met alles wat er onderweg gebeurt.

De data -stelt Greenfield- is met publiek geld gemaakt en daarmee van ons allemaal. Hij gaat voorbij aan zorgen om privacy; dat lijkt voor hem een gelopen race. Wel belangrijk zijn praktische problemen als:

  • Waar komen de data vandaan en wat stellen ze precies voor? Voorkom dat je zonder het te weten appels en peren vergelijkt. Educatie is key.
  • Veiligheid – alle punten in een netwerk kunnen worden bestookt vanuit alle andere en daar moet je op voorbereid zijn.
  • Fouten in netwerken kunnen overal en nergens vandaan komen en bijna niet worden opgespoord.
  • Het grootste deel van de nieuwe stedelingen woont in sloppenwijken en zal voorlopig geen deel uitmaken van het netwerk.
In The Air - Luchtkwaliteit van Maastricht

In The Air – Luchtkwaliteit van Maastricht

Uitdagingen

Ontwerpers moeten rekening houden met de wensen, behoeften en beperkingen van grootstedelijke bewoners in al hun diversiteit. De wereld die Greenfield schetst ontstaat niet morgen maar wel snel daarna. Mensen overschatten consequent wat er op korte termijn verandert en onderschatten wat er op de langere termijn kan gebeuren. Veel spannender nog dan slimme auto’s zijn volgens mij allerlei diensten die mensen met elkaar kunnen organiseren: kinderopvang, boodschappendiensten, tafeltje-dekje. Aan ons als ontwerpers de taak om ervoor te zorgen dat de data die wordt gegenereerd algemeen beschikbaar komt, dat uitsluiting wordt bestreden en dat iedereen bruikbare diensten kan ontwikkelen die de privacy respecteren. Ken je goede of juist slechte voorbeelden van stedelijke mash-ups dan ben ik daar zeer in geïnteresseerd.