Innovatie

Geen keuze meer: iedereen op LinkedIn

0

Virtuele communities zoals Social Networking Sites en Professional Networking Sites lijken ons gebruik van en denken over nieuwe media steeds meer te beïnvloeden. We kunnen niet meer om nieuwe media heen; onze keuzevrijheid lijkt steeds beperkter. In dit eerste deel van de reeks artikelen ‘De Status van onze Sociale Status’ zoom ik in op het fenomeen van de sociale status en hoe dit zich verhoudt binnen onze offline en online professionele domeinen.

Onze sociale status lijkt binnen een domein als Professional Networking Sites anders te zijn dan binnen onze offline domeinen. Ik denk echter dat deze aanname minder voor de hand ligt dan in eerste instantie het geval lijkt te zijn. Sterker nog, ik zal proberen aan te tonen dat onze offline en online domeinen zelf, helemaal niet zo verschillend van elkaar zijn. Aan de hand van mijn onderzoeksbevindingen geef ik een voorschot voor een mogelijke toekomst, waarin Professional Networking Sites onderdeel zijn geworden van onze sociale status en waardoor onze keuzevrijheid voor participatie in Professional Networking Sites steeds beperkter lijkt te worden.

In mijn onderzoek richt ik me specifiek op de sociale status die voortvloeit uit de participatie in social networking sites en dan voornamelijk op de Professional Networking Site LinkedIn.  Maar voordat ik op het praktische deel van het onderzoek inga, schets ik eerst een meer theoretisch kader over virtualiteit & realiteit en keuzevrijheid. In de volgende delen ga ik verder in op mijn bevindingen.

Virtualiteit en realiteit

psnToen in de jaren 90 het debat rond virtualiteit en realiteit zijn hoogtijdagen vierde, leken virtualiteit en realiteit haast als oppositionelen tegenover elkaar te staan. Voorstanders van de virtuele community’s zagen het als een wereld waarin we konden ontsnappen aan de ruimtelijke en tijdelijke beperkingen van ons lichaam. Daarin konden ras, gender en klassescheidingen worden ontstegen. We konden eenvoudig gelijkdenkende mensen ontmoeten en onbegrensd onszelf een nieuwe identiteit aanmeten. Maar nog belangrijker; we hadden eindelijk een keuze om aan deze virtuele community deel te nemen. Waar we in onze realiteit geen keuze hebben en gedwongen zijn deel te nemen aan de wereld om ons heen, zouden we in de virtuele wereld eindelijk zelf kunnen kiezen aan welke virtuele community we deelnemen.

Virtualiteit en Realiteit lijken dus twee aparte werelden te zijn. Zoals John Perry Barlow in A Declaration of the Independence of Cyberspace benadrukt: “Our [virtual] world is different.” Maar is die wereld wel zo anders dan de ‘echte’ wereld? Binnen het virtualiteit / realiteit debat zien we de laatste jaren een steeds sterkere paradigmaverschuiving opkomen. De komst en adoptie van nieuwe technologieën lijken de ervaring van persoonlijke relaties en onze manier van communicatie te hebben veranderd. Ze zorgen ervoor dat we onze onderlinge relaties  tot elkaar en die tussen ons en de technologie moeten heroverwegen (Woolgar 2002: 1). In de fysieke ruimtes, onze realiteit, maken we steeds meer gebruik van virtuele communicatiemiddelen. Het virtuele dringt binnen in onze realiteit en vormt de basis voor fenomenen als Manovich’s Augmented Spaces (Manovich 2006), maar de realiteit dringt ook steeds verder door in het virtuele, zoals het hedendaagse kapitalistische systeem in onder andere Second Life (Shaviro 2007: 6). We spreken niet meer van een scheiding tussen virtualiteit en realiteit, “Instead, VR has simply – and without any sort of disruption – been absorbed within the textures of everyday life”.

LinkedIn op PC
Foto. LinkedIn op je PC: virtueel, realiteit of beide tegelijk?

Toch is er nog steeds veel debat rond virtualiteit. Dit heeft zich echter verplaatst naar de vraag in hoeverre het virtuele onderdeel is gaan uitmaken van onze alledaagse realiteit. Zien we virtuele communities als aanvulling op onze persoonlijke relaties en manieren van communiceren, maar gescheiden van virtuele/online communicatie (boyd 2007)? Of als de opvatting dat er geen verschil is tussen de manier van offline of online communiceren maar dat juist door de toename van virtuele communicatiemiddelen in ons alledaagse leven, het virtuele zo is geïntegreerd dat we hierin geen verschil meer zien, en we eerder bestaande concepten – zoals wat vriendschap is – moeten heroverwegen (Beer 2008: 522)? Dit artikel gaat echter niet over de stellingnamen die nu genomen worden binnen het virtualiteit / realiteit debat maar over de consequenties die de paradigmaverschuiving naar deze nieuwe opvattingen over virtualiteit en realiteit teweegbrengen en met name de consequenties voor onze keuzevrijheid van participatie in Professional Networking Sites (PNS).

Keuzevrijheid

Een belangrijk argument – in de jaren 90 – voor virtuele communities was keuzevrijheid. We kunnen ervoor kiezen om deel te nemen aan een virtuele community, we hoeven niet. Een keuze die we in ons alledaagse realiteit niet hebben, simpelweg omdat we moeilijk aan de realiteit kunnen ontsnappen. Maar houdt dat argument nu nog stand? Hebben we nog wel een keuze om deel te nemen aan virtuele communities, nu virtualiteit en realiteit langzaam in elkaar overlopen? Door de adoptie van virtuele communicatiemiddelen zoals blogs, instant messengers en virtuele communities zoals een Social Networking Site (SNS) lijkt het alsof die keuzevrijheid steeds verder afneemt. Kun je bijvoorbeeld op een gegeven moment nog wel succesvol zaken doen als je weigert gebruik te maken van PNSs?

sns

Er vormen zich nieuwe conventies rond het gebruik van virtuele communicatiesystemen. Mitzuko Ito bijvoorbeeld, komt in haar onderzoek onder de Japanse jeugd tot de ontdekking dat de brede adoptie en gebruik van mobiele communicatiemiddelen al heeft geleid tot nieuwe conventies over het beantwoorden van berichten. Gebruikers worden geacht binnen afzienbare tijd antwoord te geven en als dat niet gebeurt is er een algemeen gevoel dat sociale verwachtingen niet worden waargemaakt (Ito 2005: 11).

Ook SNSs worden steeds breder geadopteerd. Ze worden volgens Boyd primair gebruikt om bestaande (echte) sociale netwerken te onderhouden (boyd 2007: 2). Geen SNS profiel lijkt minder contact met bestaande sociale netwerken tot gevolg te hebben. Wellicht met sociale uitsluiting of verwaarlozing tot gevolg? Contacten die worden onderhouden op virtuele communities zoals SNS lijken dus hun invloed te hebben op bestaande offline sociale netwerken.

De keuzevrijheid om deel te nemen aan virtuele communities lijkt steeds verder af te nemen en zal in de toekomst wellicht helemaal verdwijnen. De keuzevrijheid die we bij virtuele communities zouden hebben, zou volgens Richard Rogers ervoor zorgen dat we de keuze zouden hebben om een online sociale status op te bouwen (Rogers 2009). Door actieve participatie waren we – en zijn we misschien nog wel – in staat online een sociale status te vormen. Bezroukov over participatie in open-source communities; “[…] the status of any member is influenced both by contributions to one or more projects […] and by non-productive, social activities of status enhancement.” (Bezroukov: 1999).

Maar wat als we geen keuzevrijheid meer hebben? Gaat onze offline sociale status dan even zwaar wegen als onze online sociale status? Kun je zonder gebruik te maken van virtuele communities dan nog wel een evenwichtige sociale status opbouwen? En is er überhaupt verschil tussen een online en offline sociale status? In deze serie artikelen probeer ik antwoorden te vinden op deze specifieke consequentie die voortvloeit uit de verschuiving in het virtualiteit / realiteit paradigma. Om vervolgens een stap terug te doen en te kijken wat voor invloed dit heeft op onze keuzevrijheid van participatie. Is onze keuzevrijheid echt aan het verdwijnen?

Methode van Onderzoek

linkedinZoals gezegd, richt ik mij in dit onderzoek specifiek op de sociale status die voortvloeit uit de participatie in SNSs, met name op de Professional Networking Site LinkedIn. Dit mede omdat sociale status in het zakenleven uit meer concrete zaken bestaat dan bijvoorbeeld onder jeugd. Het gaat hier om de kwaliteit van bijvoorbeeld je zakenrelaties, je gevolgde onderwijs of je referenties, en niet om smaakkwesties zoals onder jeugd vaak het geval is. Hierdoor is LinkedIn een interessant object van studie. In mijn literatuuronderzoek zal ik uiteenzetten wat de kenmerken zijn van een sociale status en hoe deze tot stand komt. Via een deconstructie zal ik deze kenmerken proberen toe te passen op LinkedIn om te kijken waar er overeenkomsten en verschillen zitten tussen een sociale status op een PNS en die uit het ‘echte’ zakelijke leven.

Om een beter beeld te krijgen van de mogelijke gevolgen van een online sociale status op een offline sociale status heb ik diepte-interviews gehouden met zakelijke gebruikers van LinkedIn. Tijdens deze interviews probeer ik te achterhalen of het gebruik van LinkedIn en de daaruit voortvloeiende sociale status directe of indirecte gevolgen heeft op de zakelijke betrekkingen die de gebruikers hadden voordat ze LinkedIn gingen gebruiken. Of juist op nieuwe zakelijke betrekkingen als gevolg van hun participatie op LinkedIn. In mijn selectie van kandidaten heb ik geprobeerd een zo divers mogelijke groep te selecteren; veel zakelijke LinkedIn connecties, weinig zakelijke LinkedIn connecties, met veel aanbevelingen en met weinig aanbevelingen. Hiermee hoop ik meer inzicht te krijgen in de diversiteit van redenen om LinkedIn te gebruiken en welke mogelijke gevolgen het gebruik heeft gehad of zou kunnen gaan hebben.

De geïnterviewde gebruikers zijn gebruikers uit mijn persoonlijke LinkedIn lijst. Hierdoor is het bereik beperkt en is dit ook vanuit mijzelf een kritisch punt. Zo beperkt mijn bereik zich tot personen die vooral werkzaam zijn in de nieuwe media, marketing, sales, management en ICT, en zijn zij allemaal werkzaam op of vanuit de Nederlandse markt. Meer onafhankelijke diepte-interviews met een breder bestand aan geschikte kandidaten zou wellicht tot een vervolgonderzoek kunnen leiden. Zodat de bevindingen in dit artikel beter kunnen worden onderbouwd of beter kunnen worden bekritiseerd.

Tot zover deel 1 uit de serie De Status van onze Sociale Status. Hopelijk heeft het jullie genoeg aanleiding gegeven om door te lezen. In deel 2 ga ik dieper in op het fenomeen sociale status. Wat is het en zit er verschil in onze online en offline sociale status. In deel 3 tot slot ga ik in op het gebruik van LinkedIn en is er een conclusie.

Lees hier (straks) de hele serie De status van onze Sociale Status.