Verdieping

The Internet of Things

0

Het is nog niet eens zo makkelijk om een goed voorbeeld van een location based service in de ‘oude’, internetloze wereld te bedenken. Ik bedoel daarmee een dienst die weet welke persoon zich aandient, en waar die zich op dat moment bevindt. Bijvoorbeeld een restaurant waar ik binnenkom, de eigenaar herkent me en geeft me meteen de kleine kaart. Of een nieuwe verpleegster aan het ziekbed, die precies weet wat er gedaan moet worden. Er zijn ook mindere voorbeelden te bedenken.

Een koek-en-zopie die hartje zomer snert met prei presenteert, gaat niet veel afzetten. Banken overtreden de principes van location based services met het grootste gemak. Een bezoek aan een bankkantoor is telkens weer een hernieuwde kennismaking.

En ik heb het nog nooit meegemaakt – en ik denk niet dat ik het ooit wil – dat een mij onbekende medewerker van bijvoorbeeld De Bijenkorf mij tegemoetkomt en meteen leidt naar het rek met ongetailleerde overhemden maat 49. ‘Deze mag ik u aanbieden met 20% korting. Omdat u morgen jarig bent.‘ Vette knipoog. Begrijpende glimlach. Een onderonsje. Vervolgens haalt ze uit het rek precies hetzelfde overhemd dat ik die ochtend nog op internet had bekeken.

internet_mapKan dit theoretisch? Ja, dit kan theoretisch. En ook praktisch. In Japan passen billboards langs de weg zich aan aan de automobilist die op dat moment langsrijdt.

Het internet is al lang niet meer alleen het web van mainframes, pc’s en laptopjes. Rond ieder computerpunt van het netwerk zwermen duizenden apparaatjes, draadjes en zendertjes die iets kunnen vertellen over de locatie van een persoon, over een artikel in het schap, het weer, de kleur van een akker, een lampje, de decimeters sneeuw of de snelheid van een auto.

Het internet is een ‘internet of things‘ geworden. En zo’n ‘ding’ doet pas mee aan het grote spel als het met het moedernet kan praten. Ik ben verbonden, dus ik besta. Zo worden karrenvrachten informatie aan elkaar geknoopt die als er een slim algoritme op wordt losgelaten kan worden omgezet in een betekenisvol – gewenst of ongewenst – profiel. En zeg niet dat de mens dit niet wil. De een twittert elke dag hoe laat hij opstaat, de ander foursquaret waar hij is, een derde vult op zijn AH-bonuspas en iPhone menu-applet levensechte gegevens in en niemand kijkt meer raar op als het smsje ‘welkom in België‘ binnenkomt.

Het is als een geloof. Zolang de biechtgegevens in de handen der integeren en goedbedoelenden liggen, is er weinig aan de hand maar hoed je voor de dag dat de kwaaien gaan grasduinen in het grote pakhuis van private gegevens. En ik geloof niet dat ik tegenwoordig nog heel veel geloof in geloof.

Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.