9 redenen waarom gemeenten Webrichtlijnen negeren

0

Eind dit jaar moeten we allemaal aan de Webrichtlijnen voldoen. Alle websites van alle gemeenten, allemaal aangepast aan de (nu nog) 125 regels voor toegankelijkheid.  Het moet, en er zijn genoeg redenen om het ook te willen. Maar er zijn even veel redenen om de Webrichtlijnen links te laten liggen.

Wij hebben de afgelopen weken de communicatieafdelingen van 50 gemeenten benaderd met de vraag hoe ver ze zijn met de implementatie van de Webrichtlijnen. Of waarom ze er niet aan begonnen zijn. Bijna alle gemeenten zijn ‘ermee bezig’. 3 (kleinere) niet, die leggen hun prioriteiten ergens anders. Zonder ironie: dat kan. En er zijn er ook maar 3 die planmatig toewerken naar de deadline van eind dit jaar.

En de rest? De rest wil wel, maar ziet ook bezwaren, problemen en andere redenen om nog niet voluit te gaan voor de Webrichtlijnen (WR). De 9 meest voorkomende redenen:

1. De Webrichtlijnen zijn te moeilijk

De Webrichtlijnen zijn geschreven voor webdevelopers. En ‘normale’  mensen (webredacteuren bijvoorbeeld) snappen er vaak niks van. Toch is het niet onmogelijk de Webrichtlijnen te snappen. Er zijn genoeg mensen in staat en bereid om je uit te leggen wat ze betekenen, en welke acties je kunt ondernemen. Bovendien zal de tweede versie van de Webrichtlijnen (die dit najaar wordt verwacht) wat dit betreft beter zijn.

2. Er is niemand binnen de organisatie verantwoordelijk

Wie voert binnen jouw organisatie de regie over de toegankelijkheid van de website? Ligt dat bij de webmaster, de hoofdredacteur, de ICT-afdeling? De verantwoordelijkheid voor dit aspect van online communicatie is vaak niet expliciet belegd, en de hoofdredactie (communicatie) en ICT trekken het vaak niet naar zich toe.

webrichtlijnen3. Weer een verplichting uit Den Haag

De Webrichtlijnen worden ervaren als opgelegd van bovenaf. ‘We moeten weer wat’ en ‘We zijn al druk genoeg’. Dit is een imagoprobleem. De Webrichtlijnen helpen je juist om de kwaliteit van je webcommunicatie te vergroten en te borgen.

4. Niemand klaagt

Burgers klagen wel, maar niet over toegankelijkheid van de website. En ze beginnen al helemaal nooit over de Webrichtlijnen. Sterker nog: als een gemeentelijke functionaris een mailtje krijgt van iemand die opmerkt dat de site niet aan de webrichtlijnen voldoet, dan weet hij zeker dat het geen burger is maar een verkoper. Aan de andere kant: er komen wel regelmatig klachten binnen over onvindbare pagina’s. (En daar houden de Webrichtlijnen zich ook echt mee bezig.)

5. Niet relevant voor webredactie

‘Die webrichtlijnen zijn technisch, dus dat besteden we uit aan onze cms-leverancier.’ Die cms-leverancier zegt zelf trouwens ook vaak: wij lossen het voor je op. Er is een cms-leverancier die wel een cursus Webrichtlijnen aanbiedt, maar expliciet vermeldt dat het aandeel van redacteuren te verwaarlozen is. Zie ook reden 6.

6. Eerst een nieuw cms

‘Wij gaan onze website verbeteren, en gaan over naar een nieuws cms.’ Of: ‘We wachten op een nieuwe versie. Ondertussen heeft het geen zin je met die webrichtlijnen bezig te houden.’

Maar 60% van de Webrichtlijnen speelt juist een rol in het dagelijkse beheer van je website door de webredactie. En die 60% is natuurlijk een uitstekend begin. Sterker nog: mis je de redactionele Webrichtlijnen nu, dan mis je ze straks met je nieuwe cms ook.

thema_internet_overheid7. Onvoldoende capaciteit

Webteams bestaan vaak uit te weinig mensen, die hun handen vol hebben aan het dagelijks beheer. Om de slag te maken naar een optimaal toegankelijke website, zul je een extra inspanning moeten doen. En daar is lang niet altijd capaciteit voor.

De beste investering is in kennis: zorg dat redacteuren en andere betrokkenen weten wat de WR inhouden, dan nemen ze die ‘vanzelf’  mee in hun werkzaamheden. Er zijn genoeg trainingen om die kennis op te vijzelen.

8. Webrichtlijnen hebben ongelijk

Sommige webrichtlijnen moet je negeren, omdat ze in strijd zijn met andere belangen. Veel gemeenten werken bijvoorbeeld met i-frames om een centraal beheerde diensten- en productencatalogus aan te bieden. Maar i–frames mogen niet. Moet je dan die catalogus maar uit je site gooien?

Nee, natuurlijk niet. Als je je bij de ontwikkeling van een nieuwe catalogus of een nieuw e-loket maar wel even achter je oren krabt.

9. Te weinig kennis bij redacteuren

Veel gemeenten werken met decentrale redacteuren binnen de vakafdelingen voor wie webredactie niet de belangrijkste taak is. Hun kennis over de webrichtlijnen (en andere specifieke webkennis) is nou eenmaal beperkt en moeilijk op peil te brengen, laat staan te houden. Webredacties bestaan soms uit tientallen redacteuren! Laat die maar eens allemaal  dezelfde tone-of-voice hanteren, dezelfde structuur gebruiken en volgens dezelfde richtlijnen werken.

Zie reden 7. Er zijn genoeg cursussen en trainingen. Ferry den Dopper geeft in zijn artikel ook goede tips voor het delen van die kennis binnen je organisatie. Dan hoef je ook niks meer te laten wijsmaken.

webrichtlijnenZet een stap

Het is best begrijpelijk dat sommige organisaties nog niet vol voor de webrichtlijnen gaan. Maar de belangrijkste slag kun je als gemeente best alvast maken: zorgen dat je redactioneel en beheersmatig up-to-date bent.

Mogelijkheden genoeg. Een eerste stap is wellicht een cursus of training om je kennis en vaardigheden op te schroeven. Het ICTU biedt bijvoorbeeld gratis trainingen aan voor redacteuren en projectleiders van gemeenten, maar ook bij diverse internetbureaus zijn goede cursussen, vaak op maat, te vinden.

De tweede stap is om die kennis in de praktijk te brengen en de content van je site daadwerkelijk te optimaliseren. Huur daarvoor desnoods ‘handjes’ in, dat wil zeggen: webredacteuren met expertise op dit gebied. Ik zeg je: binnen twee maanden ben je redactioneel op orde. En de webrichtlijnen waaraan je dan nog niet voldoet? Die vormen dankzij al je werk dan een overzichtelijke klusje voor de ICT-afdeling of je cms-leverancier.