Inspiratie, Verdieping

Je geheugen uitbesteden aan Google. Slim of niet slim?

0

Zouden we nog zonder computer kunnen? Zonder internet? Zonder e-mail, zonder LinkedIn en Twitter? Als stunt wordt het af en toe geprobeerd door een meer of minder bekende Nederlander die dan een week zonder al deze verworvenheden moet zien door te brengen. Zo’n week lukt nog wel en sommige ‘digitale kluizenaars’ vinden het zelfs een bevrijding. Na zo’n week stapt de kluizenaar gewoon weer de digitale wereld binnen.

De hersenen veranderen door internet- en computergebruik

Toch blijft die ervaring van bevrijding knagen: wat leveren we eigenlijk in door ons helemaal over te geven aan computers en internet? Dat ongemakkelijke gevoel heeft intussen ook boeken opgeleverd zoals The Shallows van Nicolas Carr. Ook wordt er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de (neurologische) impact van internet op de manier waarop we denken.

Carr heeft zijn boek mede op dit soort onderzoeken gebaseerd en op zijn blog gaat hij geregeld in op recent research. Het ziet er naar uit dat niet alleen ons gedrag anders wordt onder invloed van internet- en computergebruik, maar dat er ook daadwerkelijk iets in de hersenen verandert. Is het web bijvoorbeeld een ‘technology of impatience and forgetfulness’? En als dat al zo is, is dat dan erg? Daar zijn de geleerden en de technologiegoeroes het niet over eens.

Maar naarmate er meer onderzoek wordt gedaan, krijgen we ook meer inzicht. Zo schreef Joost Steins Bisschop al eerder hier op Frankwatching dat we ons geheugen uitbesteden aan Google. “Mensen die feiten uit het hoofd moeten leren, zijn daar slechter in als ze weten dat die feiten ook ergens op een computer zijn terug te vinden.” Het artikel dat de Volkskrant hieraan wijdde, besluit met de opmerking dat we dit verschijnsel kunnen beschouwen als een primitieve vorm van een extern geheugen. Welke consequenties heeft dat, als ons geheugen naar de cloud gaat?

Wat gebeurt er met kennisverwerving?

Om te beginnen hebben we dan de feiten niet meer paraat. We denken immers dat we ze zo kunnen vinden op internet. Maar voor kennis is niet alleen informatie nodig, het gaat net zo goed om het vermogen om verbanden te leggen en de informatie in het juiste perspectief te zetten. Als we onze informatie uitbesteden en niet meer in ons hoofd hebben, wat gebeurt er dan met onze kennisverwerving? Vergelijk het maar met vertalen op basis van alleen een woordenboek, waar we zonder iets van taal te weten alle woorden in kunnen opzoeken. Outsourcing van onze woordenschat, dus. Zonder inzicht in de context levert dat droevige resultaten op: “without understanding the context makes it sad results” (aldus Google Translate).

Wat zich gaandeweg aftekent, is dat computers en internet ons niet alleen maar voordelen bieden. Voor we het zelf in de gaten hebben besteden we meer uit dan ons lief is (of ons lief zou moeten zijn!). In de Volkskrant van 21-07-2011 staat een betoog dat nog veel verder gaat dan het uitbesteden van ons geheugen: ‘Google berooft mens van zijn denkkracht’. Het betoog heeft een marxistisch fundament (‘proletariaat van kennisconsumenten’ ) waar ik niet in meega. Maar de auteur zegt ook dit: ‘Google vervangt het geheugen niet alleen, het bepaalt ook wat erin gestopt wordt. En de kennisconsument hoeft zich geen inspanning meer te getroosten om datgene te verwerven wat hij voor kennis houdt’. Wat hij voor kennis houdt. Dat misverstand, waar ik steeds meer voorbeelden van zie, dát is de grote bedreiging.

Google vs. bibliotheek

Hersengebieden

Uitbesteden geheugen: neurologische impact?

Of mensen van dit soort bedreigingen wakker liggen? De geschiedenis laat zien dat we ons geheugen maar al te graag uitbesteden. De klassieke bibliotheken zijn de datacenters van weleer. Dat uitbesteden heeft de mensheid al met al onnoemelijk veel verder gebracht. Google neemt die bibliotheekrol nu over en ook dát zal de mens weer verder brengen. Het gemak zal het van de bezwaren winnen. Nu wordt er over dit soort ontwikkelingen al sinds mensenheugenis de noodklok geluid. En altijd wordt er een waarschuwing van een oude Griek bijgehaald. Zo ook hier:

“For this invention will produce forgetfulness in the minds of those who learn to use it, because they will not practice their memory. Their trust in writing, produced by external characters which are no part of themselves, will discourage the use of their own memory within them. You have invented an elixir not of memory, but of reminding: and you offer your pupils the appearance of wisdom, not true wisdom.”

Dit heeft Plato bijna 2400 jaar geleden geschreven (het fragment is overgenomen uit ‘The information’ van James Gleick). Plato heeft het niet over kennis maar over wijsheid. Dankzij dat ‘elixer’, de uitvinding van het schrift, de boekdrukkunst en de computer, hebben we onze kennis ongelofelijk kunnen verbreden en verdiepen, ondanks alle bedreigingen die in de loop der tijd zijn gesignaleerd. Nu is die kennis onmetelijk groter dan in Plato’s tijd, maar de mens is inderdaad geen spat wijzer is geworden.