Innovatie

Verkiezingen 2012: open kandidatenselectie via social media?

0

In september mag Nederland weer naar de stembus. Zou de aankomende verkiezingscampagne eindelijk de boeken ingaan als de campagne waarin social media definitief doorbraken? De afgelopen jaren zijn steeds meer organisaties enthousiast geworden over crowdsourcing. Het genereren van ideeën met behulp van burgers heeft al uiteenlopende nieuwe initiatieven en producten opgeleverd, variërend van Patatje Joppie-chips van Lays tot een door burgers geschreven troonrede bij Pauw en Witteman. Crowdsourcing kan een schat aan nieuwe en originele ideeën opleveren en een graadmeter zijn voor wat populair is.

Door crowdsourcing kunnen bedrijven identificeren welke producten mogelijk gaan aanslaan bij een groot publiek en waar kansrijke innovaties liggen. In plaats van zelf proberen te bedenken wat consumenten willen of wensen, of te maken wat bedrijven zelf leuk vinden, leggen ze concepten voor aan consumenten. Dat kan ze een voorsprong geven ten opzichte van de concurrentie en een sleutel naar groei.

Kandidaten voor de Tweede Kamer

Op dezelfde manier zou crowdsourcing een goede graadmeter kunnen zijn voor welke partijleiders aansprekend zijn bij een breed of juist specifiek publiek. Hier liggen enorme kansen voor politieke partijen op electoraal gewin: door naar buiten gericht te zijn, kunnen ze ontdekken waar hun mogelijkheden op de kiezersmarkt liggen. Dat geldt zowel voor de kandidatenlijst als voor het verkiezingsprogramma.

De praktijk is geheel anders. Zowel verkiezingsprogramma’s als kandidatenlijsten worden opgesteld door partijcommissies met al dan niet prominente leden. Het risico laat zich raden: dat een partij intern gericht wordt, de voeling met zijn achterban kwijtraakt, niet tot vernieuwing komt en zo kansen laat liggen.

Sinds de opkomst van Pim Fortuyn hebben politieke partijen dit proces een klein beetje opener gemaakt: ze geven leden meer dan ooit inspraak bij het aanwijzen van de lijsttrekker en de kandidaat-Kamerleden. De recente lijsttrekkersverkiezingen bij de PvdA, CDA en GroenLinks zijn hier voorbeelden van. In veel Westerse landen is het aanwijzen van kandidaten voor politieke functie een interne partijaangelegenheid.

Dit is echter niet voldoende om de kansen van de ‘wisdom of crowds’ te benutten, aangezien niet het beoogde electoraat, maar alleen de leden worden betrokken. Het is bekend dat de leden van politieke partijen niet representatief zijn voor het electoraat van diezelfde partijen. Zo zijn de leden van CDA, PvdA en D66 linkser dan de kiezers van deze partijen. Heeft het dan zin deze leden aan het woord te laten over wie de lijsttrekker moet worden? Slechts 2% van de Nederlanders is immers lid van een politieke partij. Dit is alsof Lays alleen volwassen chips-eters tussen 40 en 45 om hun mening vraagt over nieuwe smaken chips. Lays wil dat natuurlijk van iedereen weten.

Politieke vernieuwing

De kans dat het betrekken van bestaande leden de juiste lijsttrekker of kandidatenlijst oplevert, is dan ook ijdele hoop. Politieke partijen moeten het lef hebben om iedereen mee te laten stemmen. Alleen zo komen er wellicht nieuwe, aansprekende gezichten naar boven. De populariteit van de Purmerendse CDA-wethouder Mona Keijzer laat zien dat er behoefte is aan nieuwe aansprekende gezichten, maar dat het ook moeilijk is voor deze nieuwkomers om van gevestigde politici te winnen. Dat overkwam ook Rita Verdonk die het bij de interne partijverkiezingen aflegde tegenover Mark Rutte, maar een grote hoeveelheid voorkeursstemmen behaalde in de verkiezingen die erop volgde.

Door internet is het mogelijk geworden om de kandidaatstelling voor politieke functies helemaal open te gooien, maar partijen durven dit nog niet aan. Het gevolg is dat er veel politici in de Tweede Kamer gekozen worden zonder dat iemand ze kent, die geen duidelijke achterban vertegenwoordigen en die niet in staat zijn partijen een nieuw profiel te geven. Hoe zou het dan wel kunnen, zonder het hele politieke stelsel overhoop te halen?

Open kandidaatstelling

Hoe zou het dan wel kunnen, zonder het hele politieke stelsel overhoop te halen? Via open kandidaatstelling: elke burger kan zich kandidaat stellen voor een partij in de Tweede Kamer. Via internet en social media kunnen zij actie voeren voor hun eigen kandidatuur. Zij kunnen tegelijk lid van een politieke partij worden, als ze dat nog niet waren. Via hun campagnes wordt duidelijk welke kandidaten de grootste achterban vertegenwoordigen en wat hun standpunten zijn. Het initiatief Americans Elect bepleit iets vergelijkbaars in de Amerikaanse politieke context.

De partij bepaalt vooraf aan welke criteria een kandidaat moet voldoen om aan de vervolgronde mee te mogen doen. Een mogelijkheid is de populariteit van kandidaten te meten via een opiniepeiling na een bepaalde periode, of te kijken naar een combinatie van de aantallen Facebook-vrienden of Twitter-volgers. De kandidaten die aan de criteria voldoen, doen mee aan de tweede ronde onder partijleden, die het laatste woord hebben wie er uiteindelijk op de kandidatenlijst komt.

Het voordeel van deze procedure is duidelijk: omdat iedereen zich kan kandideren en het hele potentiële electoraat van de partij mee kan bepalen wie het populairste is, worden kandidaten geselecteerd met een grote achterban en aansprekende verhalen en standpunten. De politieke partij kan daardoor groeien.

Vanzelfsprekend kan een dergelijke open procedure ook nadelen opleveren, zoals kandidaten die de uitgangspunten van de partij niet onderschrijven of kandidaten die alleen uit zijn op een mooie carrière. Dit nadeel wordt ondervangen door na de eerste open ronde waarin iedereen zich van zijn beste kant laat zien, de partij de eindbeslissing te laten nemen met wie men in zee gaat voor een plaats op de kandidatenlijst. Alle kandidaten op de lijst hebben nu een achterban en hebben zich in een eigen campagne moeten bewijzen. Deze procedure houdt een goede balans tussen openheid en vernieuwing enerzijds, en controle anderzijds. Als de ervaringen positief zijn, kan deze procedure in een later stadium nog opener worden gemaakt.

Het is duidelijk dat deze aanpak met open kandidaatstelling de dynamiek in de politiek enorm vergroot en strikte controle lastiger maken. Partijprogramma’s zullen voor een deel mede bepaald worden door de open kandidaten en dus niet van tevoren al volledig dichtgetimmerd zijn. Afgevallen kandidaten met een grote populariteit kunnen zich bezinnen op eigen stappen: een nieuwe partij of aansluiting bij een andere concurrerende. Maar alles bij elkaar kan het een politiek opleveren die meer gericht is op de kiezer en minder op de eigen interne partij. En daar lijkt de kiezer anno 2012 enorm veel behoefte aan te hebben.