Inspiratie

Nieuwe politieke partijen redden het niet met alleen sociale media

0

In september mag Nederland weer naar de stembus. Zou de aankomende verkiezingscampagne eindelijk de boeken ingaan als de campagne waarin sociale media definitief doorbraken? In dit vierde deel in de serie over de rol van sociale media bij de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen gaan we in op nieuwe politieke partijen; kunnen zij met behulp van social media in de kamer komen?

Nieuwe partijen

Afgelopen week sloot de termijn waarin partijen zich bij de Kiesraad konden registreren om deel te nemen aan de komende Tweede Kamerverkiezingen van september. In totaal hebben vijftig partijen zich geregistreerd, dat betekent dus ook een flink aantal nieuwkomers. De partijen moeten ook nog ondersteuningsverklaringen verzamelen en een waarborgsom storten. De verwachting is dat een groot aantal van de nieuwkomers de verkiezingen uiteindelijk niet haalt. Zij die het wel halen staan voor de uitdaging de kiesdrempel te halen. Bij de vorige verkiezingen haalden geen van de nieuwe deelnemers genoeg stemmen voor een zetel, zelfs het bekende Trots op Nederland niet.

We kunnen ons afvragen hoe de nieuwe politieke partijen van dit jaar, zoals DPK van Hero Brinkman, Partij Onze Nederlandse Samenleving, Familia, Partij Gelijk Staatsburgerschap V/M, De Piratenpartij en de IQ-partij in de Kamer proberen te komen.

De laatste jaren wordt steeds vaker beweerd dat sociale media voor dit soort onbekende partijen een belangrijke rol kunnen spelen. Partijen wedijveren voor publiciteit in de landelijke media, in krantenkoppen in de grote kranten en optredens bij Buitenhof, Pauw en Witteman en De Wereld Draait Door. Maar bij deze traditionele media zijn het vooral de grote bekende partijen die publiciteit krijgen en mogen de onbekende partijen als laatsten aansluiten. Aan de grote nationale debatten mogen alleen de grote vier tot zes partijen meedoen, zo ondervonden D66 en GroenLinks al eerder. Vormen sociale media een goed alternatief voor onbekende nieuwkomers?

Geen miljoenenpubliek

We moeten hiervoor niet zozeer kijken naar wat het internet in theorie voor partijen zou kunnen doen en hoe het internet door politieke partijen wordt gebruikt, maar vooral ook hoe internet in de samenleving gebruikt wordt. Matthew Hindman schreef hier een fascinerend boek over, met de veelzeggende titel: ‘The Myth of Digital Democracy’. Hindman bespreekt het idee dat iedereen – dus ook nieuwe politieke partijen – via internet toegang heeft gekregen tot een miljoenenpubliek. Hij concludeert dat dit in de praktijk een fictie is.

De meeste burgers gebruiken voor het zoeken naar informatie Google, stelt Hindman, en dus is de vraag hoe Google tot zijn resultaten komt en hoe Google wordt gebruikt. Zoekresultaten zijn afhankelijk van de links tussen webpagina’s. Er is een klein aantal pagina’s waarnaar heel veel gelinkt wordt en die eindigen daarom hoog in Google. Maar de grote meerderheid van de internetpagina’s wordt nauwelijks gelinkt en deze eindigen daarom heel laag in Google. Toegepast op politieke partijen: veel links wijzen naar VVD, PvdA en PVV, weinig naar de Piratenpartij, DPK en de anti-Europa-partij.

En de meeste mensen bekijken in Google alleen de eerste een of twee pagina’s zoekresultaten. De kans is dus heel klein dat je via deze weg pagina’s vindt waarnaar weinig gelinkt wordt. Sterker nog: deze zijn überhaupt heel slecht vindbaar. Een burger die een politieke website begint is in theorie door iedereen op internet te bezoeken, maar in de praktijk is dit miljoenenpubliek een illusie en gaan de meeste burgers altijd naar een kleine groep websites van bijvoorbeeld traditionele partijen. De websites van nieuwe partijen krijgen een zeer klein aantal bezoekers of geen enkele bezoeker. Niet eens omdat burgers er weinig interesse in hebben, maar omdat er niet naar gelinkt wordt.

The winner takes it all

Bij sociale media zien we eenzelfde versterkend effect, waarbij populaire berichten en bekende namen, vaker besproken (geretweet en geliked worden) worden. Er is een klein aantal personen dat op Facebook of Twitter een zeer groot aantal volgers of fans heeft. De meeste personen op sociale netwerken hebben juist een zeer beperkt aantal volgers of fans. En dus zijn ook maar weinig personen via sociale netwerken daadwerkelijk in staat om grote groepen mensen effectief te bereiken. Dit zijn de mensen met de meeste volgers, zij krijgen de meeste retweets, de meeste reacties en worden het meest gelezen. The winner takes it all.

Als we dit vertalen naar politieke partijen is de conclusie eenvoudig: op internet en sociale media krijgen traditionele partijen verreweg de meeste bezoekers, simpelweg omdat ze hoog in zoekmachines eindigen en omdat mensen direct naar hun websites en profielen gaan. De nieuwe IQ-partij, Familia en al hun collega’s zullen daar weinig ‘last’ van hebben want ze staan laag in de zoekmachines en worden ook nauwelijks direct gezocht.

Traditionele media zijn essentieel

Wat hebben nieuwe partijen dan wel nodig? In de eerste plaats aandacht van de traditionele media. Pas als kranten en televisie aandacht aan hen besteden, zullen burgers specifiek naar de nieuwe partijen gaan zoeken, links toevoegen, een Twitter-volger of Facebook-fan worden. De kans dat partijen dan gevonden gaan worden neemt toe, evenals het aantal burgers dat via andere zoekopdrachten met de partij in aanraking komt. In de tijd van sociale media zijn traditionele media essentieel voor het succes van je sociale mediastrategie.

Partijen hebben, net als alle bedrijven, organisaties en merken, een lange adem nodig om via sociale media aan een achterban te bouwen. Als je hier pas in campagnetijd aan begint, ben je – in ieder geval bij internet en sociale media – gewoonweg te laat. De bekendheid bij een breder publiek moet dan hoofdzakelijk uit de traditionele media komen.