Inspiratie, Verdieping

Dialoog met burgers via sociale media: leuk, maar niet in campagnetijd

0

Nederland mag bijna naar de stembus. Zal deze verkiezingscampagne de boeken ingaan als de campagne waarin sociale media definitief doorbraken? In dit achtste deel in de serie over sociale media en de verkiezingen kijken we hoe interactief politici sociale media moeten gebruiken tijdens de verkiezingscampagne.

Kansen social media blijven onderbenut

Sinds de campagne van de Amerikaanse president Barack Obama in 2008 bestaan er hoge verwachtingen over de rol die sociale media kunnen hebben in het versterken van de band tussen burgers en politici en burgers actief te maken binnen verkiezingscampagnes. Anders dan traditionele media maken sociale media een dialoog tussen politici en hun achterban mogelijk. Burgers zouden op die manier een belangrijkere rol kunnen gaan spelen in het politieke proces.

Uit ons eigen onderzoek blijkt dat de Nederlandse politici anno 2011 nog een lange weg te gaan hebben: ze zijn vooral bezig met het zenden van een eigen boodschap, luisteren slecht of uiterst selectief. Ze geven ook aan nauwelijks raad te weten met de grote hoeveelheden berichten die ze van burgers ontvangen. Zo blijven de kansen die sociale media bieden dus onderbenut. Is dat erg?

Op zoek naar Henk en Ingrid

Laten we eens kijken naar een politicus die sociale media alleen gebruikt om zijn eigen boodschap te zenden en geen interactie met zijn achterban zoekt: Geert Wilders. Hij volgt op Twitter helemaal niemand en beantwoordt geen enkele vraag of opmerking. Om te kunnen bepalen of dat erg is, moeten we eerst kijken met wie Wilders zou kunnen interacteren: wie zijn aanwezig op Twitter en wie doen er uitspraken over Wilders en de PVV? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden.

Geert Wilders PVV Twitter

In het algemeen zijn de meest fanatieke twitteraars geen goede afspiegeling van de bevolking. Het zijn vooral hoger opgeleide, politiek geïnteresseerde mannen. Ouderen en Henk en Ingrid zijn ondervertegenwoordigd. Bovendien wordt er relatief veel over Wilders getwitterd door burgers die uitgesproken voor- of tegenstander zijn van zijn plannen. Deze laatsten zouden nooit op de PVV stemmen, maar maken wel deel uit van het (online) debat dat Wilders steeds weer weet los te maken.

Verder is het de vraag welke personen uit de achterban van Wilders via Twitter kunnen worden bereikt. De verhouding tussen PVV-critici en PVV-stemmers onder de twitteraars over Wilders is niet gemakkelijk te bepalen en zou langdurig onderzoek vergen. Maar opiniepeilingen geven ons wel een indicatie. Een meerderheid van de bevolking moet er niet aan denken PVV te stemmen en dat zal dus ook onder twitteraars zo zijn.

Schaamte voor stemmen op PVV

Uit interviews met PVV-aanhangers blijkt verder dat veel PVV-kiezers niet publiekelijk uitkomen voor hun stem, omdat ze zich schamen en bang zijn voor sociale uitsluiting. Met veel moeite geven ze in persoonlijke gesprekken toe dat ze op de PVV stemmen, maar het liefste verzwijgen zij hun mening. Deze meerderheid van de PVV-aanhang zal dus niet snel publiekelijk positief over de PVV gaan twitteren, omdat dit hetzelfde is als toegeven op Wilders te stemmen.

Opgeteld is het dus buitengewoon lastig voor Wilders om een dialoog aan te gaan met de juiste doelgroep: de twijfelende kiezer, die over de streep getrokken moet worden. Energie stoppen in de critici, die nooit op hem zullen stemmen, of in zijn trouwe en fanatieke aanhangers, die hem sowieso steunen, voegt weinig toe.

Zinvolle dialoog?

De kans is groot dat dit verhaal voor veel meer politieke partijen geldt. De meeste burgers zijn tegenwoordig zwevende kiezers en geen overtuigde partijaanhangers. Deze zwevende kiezers staan maar beperkt open voor interactie met politici. Daarbij hebben alle burgers slechts een beperkte set van partijen waaruit ze kiezen. Kiezers met een rechtse voorkeur zullen bijvoorbeeld nooit op de SP stemmen en vice versa. Dat wil niet zeggen dat ze over deze andere partijen niet twitteren, maar de reactie van de bijbehorende politici doen er weinig toe en zal de stemvoorkeur niet veranderen.

Hoe weet je als politicus op Twitter nou of iemand te overtuigen is om op je te stemmen? En hoe ga je een dialoog met deze burger aan, in het drukke gekwetter van de sociale media waar fans en critici over elkaar heen buitelen? De voordelen van deze online dialoog zijn in het heetst van de verkiezingstijd dus onduidelijk.

Er zijn zeker kansen buiten de verkiezingen om samen met de achterban een partijvisie of partijprogramma te ontwikkelen, maar tijdens de verkiezingscampagne zijn er vooral nadelen. Interactie kost vooral veel tijd en is zeer arbeidsintensief, terwijl er nog steeds traditionele media zijn waarmee veel meer burgers bereikt kunnen worden. Niet zo gek dus dat politici als Geert Wilders Twitter vooral – of zelfs uitsluitend – gebruiken om informatie te zenden. Als interactie nuttig is, is dat niet tijdens maar buiten de campagne.