Inspiratie

Kan monitoring social media-activisme voorkomen?

0

De rellen in Haren hebben de gemoederen de afgelopen week flink bezig gehouden. Met een verwijzing naar de film ‘Project X’ werden grote vernielingen aangericht en politie en ME bekogeld en winkels geplunderd. Velen wijzen de social media daarbij aan als grote boosdoener. De roep om social media nauwkeuriger te monitoren om daarmee rellen in de toekomst te voorkomen, wordt steeds luider. Toch is hier maar weinig heil van te verwachten.

Zenden en ontvangen

Social media maken het gemakkelijker dan ooit om contact te leggen met anderen, een mening wereldkundig maken en om samen iets te organiseren. De openbare Twitter-berichten en de uitnodiging voor het feestje in Haren waren in principe voor een miljoenenpubliek zichtbaar.

Maar bereik alleen zegt niet alles. Het gaat er uiteindelijk om hoeveel mensen er daadwerkelijk luisteren naar openbaar gemaakte oproepen. Een indicatie daarvoor is het aantal ‘retweets’ en ‘likes’ van berichten en aankondigingen en de hoeveelheid rumoer (‘buzz’) er rondom een thema ontstaat. In de laatste dagen voorafgaand aan de rellen in Haren explodeerde het aantal social mediaberichten over Haren en Project X. Steeds meer mensen hoorden van het ‘feestje’. Daarbij speelden ook de traditionele media zoals televisie (de oproep in het NOS Journaal om vooral niet te komen) en radio (de ‘puberale’ aandacht bij 3FM dat er een leuk feestje aanstaande was) een belangrijke rol.

Mobiliseren

Zolang er over iets gesproken wordt, betekent dat echter nog niet dat er ook daadwerkelijk iets gebeurt. De vraag is wie van de bereikte mensen daadwerkelijk in actie komt. Het mobiliserend vermogen van social media is in veel gevallen laag. Niet voor niks wordt gesproken van ‘slacktivisme’: veel activisme komt niet verder dan het ‘liken’. Mobiliseren via social media is een van de grootste uitdagingen. De media zelf spelen daarbij slechts een beperkte rol. Alleen boodschappen die in vruchtbare aarde vallen zullen tot actie leiden.

Het ontstaan van de rellen is uiteindelijk groepsproces. Een boze blik van een politieagent, een omgestoten fiets of een loszittende stoeptegel kan al voldoende zijn om het lont in het kruitvat te ontsteken. Daar spelen social media geen rol in. Zodra er chaos is spelen social media nog maar een beperkte rol in de sturing. Natuurlijk zullen delen van de paniek zichtbaar worden in de sociale berichten die mensen met elkaar en de wereld delen. Maar tijdens paniek zijn de relschoppers helemaal niet meer te sturen. Bovendien ging een flink deel van de mobiele datanetwerken in Haren plat, waardoor er geen verkeer meer mogelijk was via social media.

Tenzij er sprake is van zorgvuldig geplande aanslagen, is het gedrag zoals dat rond de rellen in Haren ontstond de uitkomst van spontane sociale interacties tussen mensen op het moment zelve. Deze interacties zijn slechts deels voorspelbaar. Net zo goed had het feest vreedzaam kunnen verlopen. Koninginnedag, de straatbarbecue, propvolle treinstations: vaak gaat het opvallend goed en gaan groepen mensen vreedzaam samen. Op andere momenten is dat niet zo.

Afluisteren proportioneel?

De rellen leiden nu tot een roep om meer monitoring van social media. Steeds meer bedrijfjes springen erin en de software wordt steeds beter in het interpreteren van taal en het ontdekken van netwerkstructuren en verbanden. Maar wat gaan deze inzichten echt opleveren? In hoeverre zijn de berichten voorspellend? Als iemand iets twittert over de rellen, wat zegt dit dan over zijn uiteindelijke echte aandeel in de ongeplande rellen zelf op het moment te plaatse?

Een kleinere harde kern van herrieschoppers die elke gelegenheid aangrijpt om rellen te organiseren kan eventueel worden opgespoord, maar de vraag is of niet juist zij gebruik maken van gesloten netwerken met strakke privacyinstellingen. Het opsporen daarvan vraagt van tevoren al om aanwijzingen en extra bevoegdheden om af te tappen of om medewerking van partijen als Facebook en Twitter.

Hoe ver moet social mediamonitoring, bedoeld om nog niet begane misdaden te voorkomen en veiligheid te waarborgen, gaan? Er is, mede ook na de rellen in Londen, een roep om meer aftappen en zelfs tot een verplichting van internetproviders om ook social media berichten te gaan opslaan net zoals dat met internetverkeer gebeurt.

Het is nu niet duidelijk hoeveel er in Nederland wordt afgetapt op social media. Wel is duidelijk dat de politie over allerlei software beschikt waarmee dat kan. Het is belangrijk dat er een voortdurende balans gehouden wordt in de aantasting van privacy, het gevaar van veroordeling van tevoren en de nationale veiligheid. Het relatieve gemak waarmee social media kunnen worden afgetapt kan maken dat men uit voorzorg voortdurend en op grote schaal gaat aftappen. Dat verschilt wezenlijk van karakter ten opzicht van het aftappen wanneer een serieuze aanwijzing bestaat dat iemand een criminele activiteit aan het beramen is en de rechter hierbij een afweging maakt. Wanneer is er sprake van een harde kern relschoppers en wanneer hebben we te maken met een typische ‘crowd’ met een vluchtig en ‘ad hoc’ karakter en een structuur met rolverdelingen ((opinie)leiders en volgers) die ter plekke ontstaan?

Politie’tje pesten

Naast de vraag hoe ver de overheid mag gaan met het monitoren van social media, blijft de vraag overeind: wat kún je horen? Luisteren naar social media kan je gemakkelijk op het verkeerde been zetten. Velen zijn zich al bewust van de relatieve openbaarheid van social mediaberichten en zetten deze strategisch in. In de week na Haren werd in de social media gesproken over nieuw Project X-feesten in onder meer Gouda, Schiedam en Alkmaar. Waren dit serieuze plannen of waren dit plaagstootjes richting de politie? Uiteindelijk kwam het hier niet tot grote feesten, laat staan tot rellen.

Dat alles maakt het vinden van goede aanwijzingen in de hooiberg niet eenvoudig. Kleine signalen die uiteindelijk tot aanslagen en of rellen leiden kunnen gemist worden, terwijl een heleboel herrie uiteindelijk om niks kan blijken te zijn. We moeten ons dus goed afvragen hoever social media monitoring mag gaan, gezien het beperkte nut. Uiteindelijk willen we een politie die ook op straat is om boeven te vangen en om met ons burgers in dialoog te kunnen gaan. Niet alleen politie die alleen nog maar achter het computerscherm zit.