Innovatie

Slimmer (samen)werken in het onderwijs: tips & tools

0

Het Nieuwe Werken is allang geen modeterm meer, net zo min als Bring Your Own Device. Steeds meer organisaties hanteren beide concepten. Want als je als organisatie hierin niet mee gaat maak je weinig kans op de talentvolle jonge arbeidskrachten. Er wordt echter van starters op de arbeidsmarkt ook verwacht dat ze zelf weten hoe ze slim kunnen werken. Het onderwijs biedt op dit moment weinig aansluiting op dit punt. Waarom is dat en wat kan er beter?

Klapschaatsgeneratie

Studenten en vooral scholieren werken vaak nog op dezelfde manier als de generatie die hen doceert. Dat betekent lesstof uit boeken, die vaak jaren zo niet tientallen jaren oud zijn. Aantekeningen maken met pen en papier en de docent staat voor het – als het meezit – smartboard. De docenten zijn veelal niet voldoende op de hoogte van hoe het anders kan, of ze weten niet hoe ze dat soort veranderingen moeten doorvoeren in het onderwijs. Ze zijn van de generatie die niet van jongs af aan met goede ICT-middelen in aanraking is geweest. Dit is een belemmering van de ontwikkeling van de huidige generatie studenten en scholieren. In de schaatswereld is ook een enorme ontwikkeling zichtbaar geweest toen de generatie die het schaatsen direct op klapschaatsen leerde zich bij de senioren voegde. De 18-jarige Sven Kramer werd meteen Nederlands Kampioen Allround en liet de gevestigde orde achter zich.

ICT-ondersteuning

De ICT-ondersteuning die onderwijsinstellingen medewerkers en studenten wel bieden voldoet vaak niet aan de eisen van deze tijd. De systemen moeten voldoen aan vele organisatorische eisen en aansluiten op bestaande legacy-systemen, waardoor vernieuwing en doorontwikkeling wordt belemmerd. In het bedrijfsleven wordt steeds meer van dit principe afgestapt en worden medewerkers vrij gelaten in hoe en met welke tools ze willen werken. Waarom wordt dit niet ook gehanteerd in het onderwijs? Kan het daardoor niet veel leuker en beter?

Bellijsten

Ik heb het het afgelopen jaar toevallig meerdere keren gehoord: een docent is ziek, dus we gebruiken de bellijst. De conciërge belt iemand, die twee personen belt, enzovoort. Te beginnen bij degenen die het verst weg wonen. Kan dat niet handiger? De hele school gebruikt WhatsApp en Twitter en de gemiddelde scholier verstouwt dagelijks honderden van dat soort berichten. Maar voor ziekmeldingen is men vaak nog aangewezen op de traditionele bellijst.

Aantekeningen maken

EvernoteDe schooltassen zijn er nog niet lichter op geworden. In het voortgezet onderwijs heeft de laptop of de tablet zijn intrede nog nauwelijks gedaan. Aantekeningen maken gebeurt nog gewoon op papier, terwijl er een gratis tool als Evernote beschikbaar is. Ideaal voor onderwijsdoeleinden, je kunt er alles in bijhouden en het is beschikbaar op elk device. Waarom worden scholieren niet vanuit school met dit soort tools in aanraking gebracht? Dan kunnen ze digitaal aantekeningen maken, direct delen met klasgenoten, afbeeldingen en foto’s erbij voegen en van daaruit direct een verslag schrijven. En met Evernote Peek en een iPad heb je zelfs een fantastische tool om je woordjes te leren en te overhoren.

Samenwerken aan documenten

Bij een onderzoek voor een Nederlands ROC kwam naar voren dat er veel behoefte is om, vaak in projectvorm, samen te kunnen werken aan documenten. De meest simpele vorm van slim samenwerken. Er zijn genoeg tools beschikbaar, naast de traditionelere SharePoint portals kan je met Google Docs met slechts je e-mailadres aan de slag en via Docs.com kun je samenwerken met iedereen die een Facebookaccount heeft.

Lesstof en nieuws

Maar studeren of leren bestaat toch voor een groot deel uit het tot je nemen van lesstof, lezen van hoofdstukken uit boeken die regelmatig saai en statisch van aard zijn. Als je eens iets leest dat je interesseert heb je niet de mogelijkheid daar direct meer informatie over te krijgen. Dat moet ook leuker kunnen, zou het bijvoorbeeld niet kunnen op een Flipboard-achtige manier?

De docent zet dagelijks nieuwe lesstof klaar voor zijn vak en daarop ben je natuurlijk geabonneerd. Morgen heb je geschiedenis, dus die klik je aan. Je krijgt informatie gepresenteerd uit verschillende bronnen. Een stukje Wikipedia-tekst over het Romeinse Rijk, een artikel met achtergrondinformatie, een YouTube-filmpje over de gladiatorenspelen, een blog en een aantal tweets van andere scholieren die het Colosseum bezocht hebben.

Alles bij elkaar voldoende om aan de verplichte lesstof te voldoen, maar leuk, up-to-date, gevarieerd van vorm en met de mogelijkheid tot doorklikken naar meer informatie als je daarin geïnteresseerd bent. Je wordt geprikkeld in je nieuwsgierigheid. Precies de bedoeling van onderwijs. Bovendien is het efficiënt, want je hoeft niet met dure boeken te slepen en het is beschikbaar wanneer en waar je wilt.

Daarbij hoeft het helemaal niet ingewikkeld te zijn om dit soort diensten aan te bieden, want Flipboard gebruikt gewoon (onder andere) RSS-feeds als bron. En dat wordt door bijna alle systemen ondersteund. Daarnaast is het een ideale omgeving om het nieuws van je onderwijsinstelling in te verwerken. Studenten krijgen het dan namelijk te zien binnen hun leeromgeving en zullen het daardoor wellicht eerder lezen.

Bovengenoemde tools hebben twee belangrijke eigenschappen die ervoor zorgen dat ze succesvol zijn. Ze zijn gebruiksvriendelijk en passen in de dagelijkse routine van de gebruiker. De huidige systemen in het onderwijs hebben dit vaak niet, en zijn vaak zelfs meer een belasting, omdat de student zowel zijn persoonlijke tools, als de systemen van de opleiding dient te gebruiken. En waarom? Voor bijna elke behoefte zijn meerdere goede gratis tools beschikbaar.

Is een allesomvattend systeem noodzakelijk?

Onderwijsondersteunende systemen zijn vaak allesomvattende, grote systemen, bestaande uit meerdere gekoppelde applicaties, waarin onderwijsinstellingen alle communicatie rondom leren  en aanverwante zaken beheren. De grootte maakt ze kostbaar, de hoeveelheid koppelingen en afhankelijkheden maakt ze lastig te beheren en werkt beperkend in vernieuwing.

Maar is het wel noodzakelijk, zo’n allesomvattend systeem? Waarom niet alle benodigde informatie op een slimme manier aanbieden en de studenten zelf laten kiezen hoe ze het tot zich willen nemen. Bijvoorbeeld het volgende scenario:

  1. De onderwijsinstelling draagt zorg voor een goede, op bekende webstandaarden gebaseerde informatievoorziening. Lesstof is bijvoorbeeld beschikbaar via RSS-feeds, roosters via iCalendar en klassenlijsten zijn inclusief Twitter en Skype-gebruikersnamen. De kosten hiervan zullen waarschijnlijk fors lager zijn in verhouding tot traditionele onderwijsportals.
  2. Het overgebleven budget kan worden geïnvesteerd in de inzet van devices voor studenten. Bijvoorbeeld door hoge subsidies te bieden op laptops of tablets.
  3. Studenten krijgen onderricht in “slim leren en werken”. Dat kan door geïnteresseerde docenten, maar ook door oudere studenten of via gastcolleges. Studenten kiezen vervolgens zelf de tools die ze prettig vinden om mee te werken. Maar ze gebruiken dezelfde informatie.

Uitgangspunt voor iedere onderwijsinstelling

Kruip eens in de huid van een scholier of student. Op welke manier blijven zij op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt en hoe communiceren ze met elkaar? Daarin maken ze zelf bewuste keuzes en kiezen de tools die bij de behoefte passen. Dat zou het uitgangspunt voor onderwijsondersteuning moeten zijn. Het zou toch zonde zijn als we niet de vruchten plukken van een generatie die met dit soort tools opgroeit?