Innovatie

Laat de sharing economy niet aan communicatieadviseurs over

0

De sharing economy is niet meer tegen te houden. Alle beleidsregels ten spijt, blijven de nieuwe Ubers en Airbnb’s hun entree maken in de appstores en andere download-plekken. Tech-adepts staan juichend aan de zijlijn, terwijl bestuurders en ambtenaren paal en perk aan proberen te stellen aan de nieuwe diensten en producten. Hebben technologiefans groot gelijk? Zijn alle bestuurders alleen maar ouderwets? Voor bestuurders die de deur wél open willen zetten voor de sharing economy, heb ik drie tips.

De sharing economy

Als bewoner van de Amsterdamse binnenstad ben ik groot fan van al die mooie mogelijkheden die de ’sharing economy’ me biedt.

Ik kan m’n huis verhuren via Airbnb, de boor van de buurvrouw lenen via Peerby, leren pianospelen via Konnektid en ga binnenkort maar eens een alternatieve taxi bestellen met Uber of Lyft. Meer macht en vrijheid voor mij als consument, en initiatieven die de grote anonieme stad op allerlei manieren en momenten menselijker en socialer maken.

Dat kan toch nooit verkeerd zijn?

De moderne consument vindt in elk geval van niet. Die disruptieve innovaties worden over het algemeen met behoorlijk wat triomfantelijkheid ontvangen, met de tech-gemeenschap voorop. “Ha, kijk dat Airbnb eens even de hotels om hun moeder laten roepen.” “Eat that, achterlijke taxibranche!” “Vanaf nu wordt alles beter; laat de overheid daar in godsnaam niet met hun bemoeizuchtige regeltjes roet in het eten gooien.”

Airbnb

Beleidsmakers trappen op de rem

Toch is dat laatste de standaardreactie van de stadsbestuurders. Brussel verbood Uber, New York trapte op de rem van Lyft en Berlijn wilde niets weten van Airbnb. De reden? Bestaande wet- en regelgeving, bestaande economische belangen, angst voor wat nieuw en vreemd is en waarvan de betekenis nog moeilijk is te overzien.

Want gedoe, dat geeft het natuurlijk. Worden ze groter, zoals met Airbnb het geval is en wat ongetwijfeld ook in rap tempo met de taxi-alternatieven zal gebeuren, dan heb je de poppen aan het dansen. Dan staan er hoteliers die in het geweer komen tegen particuliere woningverhuurders, bestaande taxibedrijven die de komst van Uber willen laten verbieden. In het grote boek met decennia oude wetten en afspraken over taxiritten staat immers heel duidelijk dat diensten als die van Uber, zo “illegaal als de pest zijn.”

En dan blijkt het ’verbod’ plots een verdomd aantrekkelijk machtsmiddel voor stadsbestuurders die geen behoefte hebben aan veel gedoe.

Huisjesmelkers en voedselveiligheid

Uiteraard ben ik geneigd om meer sympathie op te brengen voor de vrijdenkers dan voor de nay-sayers, en niet alleen omdat er voor mij als Airbnb-verhuurder keiharde knaken op het spel staan. Maar ook omdat er achter dat stedelijke ’verbod’ vaak een wereld van onbegrip en desinteresse schuilgaat. Begrip voor de redenen waarom die nieuwe initiatieven zo succesvol zijn, desinteresse voor de waarde die ze kunnen hebben voor een stad, de bijdrage die ze kunnen leveren aan het oplossen van klassieke stadsproblemen.

Taxischild mit Spiegelung im Dach des Taxis

Toch valt wel degelijk veel af te dingen op het sharing economy-evangelie.

Neem Airbnb: een platform met in potentie heel veel waarde voor gebruikers én de stad. Het kan bijdragen aan de gastvrijheid in de stad, aan het creëren van ontmoetingen bijvoorbeeld. Maar de malafide huisjesmelker met 20 blowende Italianen op een tussenverdieping is óók Airbnb.

Of kijk naar Uber. Hebben al die werkloze chauffeurs met hun duurbetaalde vergunningen geen valide punt? En willen we werkelijk dat een Amerikaans bedrijf de Amsterdamse taxibusiness overneemt? Of Thuisafgehaald: wat als de enthousiaste thuiskok vergeet de pinda’s in de quiche te noemen aan de klant met notenallergie, zoals Jaap Tielbeke in zijn Correspondent-artikel over de deeleconomie schreef, wie is er dan aansprakelijk?

Drie tips voor sharing-minded bestuurders

Deze tijd vraagt om ambtenaren en bestuurders die een middenweg weten te vinden. Die niet meegaan in de vrijheid-blijheid-ondanks-alle-gevolgen van de tech-evangelisten, maar tegelijk waken voor de valkuil van de desinteresse, het beschermen van de gevestigde belangen en het verbod.

Gelukkig zijn er bestuurders die dat lijken te snappen. Leek Amsterdam zich begin 2013 nog te voegen bij het lijstje verbodssteden, in het najaar van datzelfde jaar kwam ze met een primeur: Amsterdam verklaarde Airbnb als eerste stad ter wereld officieel legaal, en formuleerde tegelijk een aantal basale voorwaarden waaraan verhuurders moesten voldoen.

Op basis van een onderzoek en de communicatie rondom het nieuwe Airbnb-beleid in Amsterdam, hier drie tips voor ambtenaren en bestuurders die zich graag realistisch willen verhouden tot de sharing economy, in plaats van als evangelist of nay-sayer.

11_Thuisafgehaald_1_0

Ga uit van het goede

Ten eerste: de sharing economy is in de basis een positieve beweging. Ga dus ook uit van de goede wil van verreweg de meeste mensen, en behandel ze niet als potentiële wetsovertreders. Faciliteer goed gedrag; help ze het juiste te doen. Een voorbeeld: als je stelt dat een Airbnb-woning brandveilig moet zijn, geef dan praktisch advies, bijvoorbeeld in samenwerking met de brandweer.

Wees niet naïef

Ten tweede: wees ook niet naïef. Er zijn mensen die misbruik maken van onduidelijke regels, of een gebrek aan handhaving. En bij winnaars horen ook verliezers: de sappelende taxi-chauffeur die net een dure vergunning heeft gekocht, de hotelier die zich wél aan de brandweervoorschriften moet houden. Bij het faciliteren van de sharing economy hoort ook aandacht voor die effecten.

De sharing economy gaat over beleid, niet over communicatie

Maar onze belangrijkste tip: laat deze ontwikkelingen niet aan de communicatie-adviseurs over. Het raakt júist aan beleidskwesties, dus het vereist een intrinsieke belangstelling, oplossingsgerichtheid en voorstellingsvermogen van beleidsmakers. En het vergt een investering van tijd en energie in al die mooie, kleinschalige initiatieven die bezig zijn de stad een stukje leuker, mooier, makkelijker of slimmer te maken.

In een mobiliteitsvisie hoort anno 2014 een visie op de opkomst van diensten als Uber, Lyft, Car2Go en Snappcar. Als het gaat over welzijn kun je niet om Oopoeh heen. En waarom zou je als gemeente eigenlijk níet aan Peerby meedoen? De gemeentewerven liggen immers vol met spullen van ons allemaal.

Daar een faciliterende kracht in zijn, dat is wat een moderne overheid tot een betrokken overheid maakt. Daar hoef je zelf geen tweetje meer over te versturen.

Social Media Week Rotterdam komt eraan! Martijn is één van de Frankwatching-auteurs die tijdens dit inspiratiecongres een sessie verzorgt in onze Green Room. Nieuwsgierig naar wat Martijn te vertellen heeft over de kracht van online voor publieke organisaties? Kom dan op 24 september, 15:00 uur naar de Green Room.

Foto intro met dank aan Fotolia.