Inspiratie

Embedden: mag dat eigenlijk wel?

0

Embedden was lang een auteursrechtelijk probleem. Alleen met toestemming van de maker van bijvoorbeeld het filmpje, mocht je zo’n filmpje embedden. Geen toestemming, dan kon er een schadeclaim volgen. Niet heel gewenst voor de gemiddelde internetgebruiker. Dit jaar heeft het Hof van Justitie EU uit Luxemburg daar een einde aan gemaakt. Embedden mag. Gratis, zonder toestemming en zonder naamsvermelding. Op een paar uitzonderingen na.

Wat is embedden?

Wat embedden is, kan juridisch misschien wel anders uitgelegd worden dan technici dat zouden doen. De meeste juristen zijn tenslotte geen techneuten en geven zo hun eigen, juridische, invulling aan de term embedden. Content staat in dit geval op een bepaalde site (A) en blijft daar ook op staan. Site B kan de content van site A tonen. De content blijft op de servers van site A staan. Site B maakt dus gebruik van de servers van site A. Zolang er geen sprake is van een kopie, van downloaden en weer uploaden en vergelijkbare mogelijkheden, is er juridisch gezien sprake van een embed.

Net zoals je een YouTube-filmpje kunt embedden. Het filmpje blijft bij YouTube staan. Toch kun je het filmpje laten zien op een andere site. Het filmpje hoeft niet op die site geupload te worden, omdat je gebruik maakt van de servercapaciteit van YouTube en de embed er voor zorgt dat het filmpje ook op een andere plek zichtbaar is.

Het mag best lijken alsof de content niet ge-embed is

Voor de bezoeker van website B hoeft niet duidelijk te zijn dat er sprake is van een embed. De embed mag er best zo uitzien alsof de content op site B zelf staat, in plaats van dat deze content embed wordt vanaf site A. Hoe de bezoeker van de website de content ervaart, doet dus niet ter zake.

Copyright issuesEmbedden en het auteursrecht

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van het werk om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen. Alleen de maker mag bepalen of een werk openbaar gemaakt of verveelvoudigd wordt. Ieder ander heeft toestemming nodig om een werk te mogen gebruiken en dus om het openbaar te maken of te verveelvoudigen. Tenzij er sprake was van een uitzondering in de wet.

Is een embed een ‘nieuwe openbaarmaking’?

Embedden werd lang gezien als een nieuwe openbaarmaking. Elke website kent tenslotte zijn eigen doelgroep, en internetgebruikers bekijken nooit alle websites die er bestaan. Als Nederlanders zullen we bijvoorbeeld vooral Nederlandstalige en Engelstalige websites bezoeken. Iemand met een website in Japans, zal niet verwachten dat mensen uit andere landen, die een andere taal spreken, ook zijn website bekijken.

We dachten daarom dat wanneer je iets op internet plaatste, dat alleen een openbaarmaking was voor het soort bezoekers dat je voor ogen had. Dat kon bijvoorbeeld te maken hebben met het onderwerp, de taal en de de domeinnaamextensie. Het Hof van Justitie EU heeft nu echter gezegd dat we ‘het internetpubliek’ als één publiek moeten zien.

Wie is het internetpubliek?

Het internetpubliek is in eerste instantie alle internetgebruikers. Iedereen met een internetverbinding. Of dat nu via een obscuur internetcafé is, via werk, mobiel internet, gratis wifi of internet thuis. Het idee is namelijk, dat wanneer iets openbaar op internet staat, iedereen dit kan zien. Er zijn geen drempels, dus kon iedereen de content toch al zien. Door het te embedden, laat je het niet opeens aan nieuwe mensen zien. De personen die de content door de embed nu op site B bekijken, hadden deze content al eerder op site A kunnen bekijken. Ondanks dat de doelgroep van de beide partijen totaal verschillend kan zijn, hadden beide doelgroepen wel toegang tot beide sites en is er niet een nieuwe groep aangeboord.

Alleen openbare content embedden

Ik zei al ‘er zijn geen drempels, dus kon iedereen de content toch al zien’. Dat er geen drempel is, is wel essentieel. Alleen zonder drempel is er sprake van één internetpubliek. Content achter een drempel mag daarom niet embed worden, omdat deze content dus niet openbaar was gemaakt voor het gehele internetpubliek, maar alleen voor mensen die moeiteloos die drempel over konden gaan.

Die drempel kan vanalles zijn. Content achter een wachtwoord bijvoorbeeld. Of technisch voorkomen dat er embed kan worden. Zolang het maar een technische drempel is. Een verklaring dat de content niet embed mag worden, is niet (meer) voldoende. Bij embedden mag er niet om deze drempel heen gewerkt worden. Alleen echt openbare content mag ook embed worden.

Een heel specifieke url is óók een drempel

Content die alleen te bereiken is door een heel specifieke url te kennen, valt mijns inziens ook onder zo’n drempel. Als je een video op YouTube onder ‘private’ plaatst, is er geen sprake van een wachtwoord, maar is de video in principe ook niet toegankelijk voor iedereen. Je moet de specifieke url kennen om de video alsnog te kunnen zien. Hier kun je natuurlijk over twisten. Een echte technische drempel is het tenslotte niet. Maar het is wel een heel gebruikelijk manier om content niet volledig openbaar te maken.

Polka Dot SYMBOL illustrationAlle soorten content

We kennen embedden vooral van de filmpjes, maar je mag alles embedden wat er te embedden valt. In de eerste uitspraak van het Hof van Justitie ging het bijvoorbeeld om het embedden van een artikel van twee journalisten. Maar ook foto’s mogen embed worden. Dat biedt een mooie mogelijkheid voor internetgebruikers, maar voor makers hoeft dit niet per se een positieve ontwikkeling te zijn. Het was tenslotte voor makers altijd al mogelijk om embedden toe te staan.

Voor makers zal deze nieuwe interpretatie van de auteurswet er echter voor zorgen dat ze maatregelen moeten treffen. Foto’s openbaar als portfolio online zetten gaat niet zomaar meer, omdat de foto’s dan embed kunnen worden. Makers zullen dus moeten zorgen dat ze embedden vanaf hun website technisch onmogelijk maken of ze moeten hun werk watermerken.

Geen naamsvermelding nodig

Omdat er bij embedden geen sprake is van een verveelvoudiging en dus ook niet van een openbaarmaking, hoef je geen naam te vermelden. Embedden is daarmee opeens niet eens meer een auteursrechtelijk relevante handeling geworden. Het maakt geen inbreuk op auteursrecht en het is ook geen uitzondering op auteursrecht. Ondanks dat niet voor iedere internetgebruiker duidelijk zal zijn dat er sprake is van een embed en ondanks dat niet iedereen even goed de bron zal kunnen herleiden, is er geen sprake van een auteursrechtelijk relevante handeling. Daarom is het ook niet nodig om actief de naam van de maker te vermelden. Uiteraard hoef je om deze zelfde reden ook de bron niet te vermelden.

Embedden met content die al rechtmatig openbaar is gemaakt

Embedden mag alleen met content die al rechtmatig openbaar is gemaakt. Dat wil zeggen dat de maker van de content het zelf openbaar heeft gemaakt of daar toestemming voor heeft gegeven.
GeenStijl linkte bijvoorbeeld naar foto’s van Britt Dekker die voor Playboy waren gemaakt. Die foto’s hadden nog niet openbaar gemaakt mogen worden. Het was natuurlijk de bedoeling dat die foto’s voor het eerst in het blad zouden verschijnen en iedereen het blad zou kopen. De foto’s waren dus niet rechtmatig openbaar gemaakt. De hyperlink van GeenStijl naar de bron van de foto’s was daarom ook niet rechtmatig.
Embedden is een vorm van linken. Daarom mag ook embedden van onrechtmatig openbaar gemaakte content niet. Professionele partijen, zoals bedrijven, stichtingen en verenigingen moeten hier nog zorgvuldiger mee omgaan dan particulieren. Let dus vooral op of de bron betrouwbaar is. Een YouTube-video embedden die op het kanaal van Disney staat is geen probleem, maar staat de video op het kanaal van Mickey572 kun je beter even uitkijken.

Wat mag er nu wel?

Je mag wel:

  • Openbare content embedden
  • Illegale content embedden
  • Content uit de EU embedden

En wat niet?

Dit mag niet:

  • Content embedden die niet uit de EU komt (afhankelijk van rechtsregel van dat land)
  • Content embedden die niet volledig openbaar is
  • Content verveelvoudigen (downloaden en weer uploaden)

Illustraties met dank aan Fotolia.