Innovatie

Het museum van de toekomst brengt mensen en ideeën bij elkaar

0

Waar bewegen de toonaangevende musea in de wereld heen? Van een gebouw met een collectie en experts naar een platform waar ideeën en publiek op verschillende manieren met elkaar interacteren. ‘Post-digital’ engagement, waar het eerst om de mens gaat en dan pas om technologie.

De Museumnext conferentie in Genève stond dit jaar in het teken van de toekomst van het museum. Dus waren er wearables en 3D-printers, sessies over social en mobile en opmerkingen over afnemende overheidsbijdrages. Maar achter alle techniek en businessmodellen zat een nieuw perspectief op de essentie van het museum.

Klinkt het wat abstract? Hier zijn 10 inspirerende voorbeelden hoe musea en culturele instellingen invulling geven aan deze gedachten.

1. Een eenvoudige app voor het stellen van vragen

Wereldwijd vervangen musea verouderde audiogidsen door moderne multimediatours of apps voor eigen telefoon of tablet. Shelley Bernstein presenteerde in Genève de mobile app van het Brooklyn Museum. Vanuit het doel de dialoog tussen medewerkers en bezoekers te vergroten, kwam dit museum tot een even simpel als inspirerend concept: ASK.

ASK

Net als met veel andere mobile apps, kun je praktische zaken bekijken en checken welke tentoonstellingen er zijn. Het grote verschil zit in de mogelijk om ‘real time’ vragen te stellen. Een vijfkoppig ASK-team – tijdens openingsuren altijd zichtbaar aanwezig in de lobby – beantwoordt alle vragen direct. Ze worden daarbij geholpen door een dashboard waar niet alleen de vraag maar ook de locatie van de vragensteller zichtbaar is. Hiervoor worden beacons gebruikt. Ook maakt het systeem achter ASK gebruik van ‘geofencing’. Mensen kunnen daardoor alleen vragen stellen binnen de muren van het museum. In de woorden van Bernstein: ‘We zijn geen menselijke Google’.

Ask app van het Brooklyn Museum

Een vraag waar het ASK-team geen direct antwoord heeft, gaat door naar curatoren. Die reageren op hun beurt per e-mail. Aan het eind van elke dag analyseert het team alle vragen en antwoorden van die dag. Door vervolgens de meest gestelde vragen (FAQ) aan te vullen, weet het team de vragen van morgen nog sneller af te handelen. Ook levert deze werkwijze waardevolle suggesties op voor verbeteringen in het museum. Bijvoorbeeld over de omschrijving naast kunstwerken.

Kijk vooral ook op het blog van het Brooklyn Museum. Hier staat een overzicht van de ontwikkelingen, keuzes, resultaten, mislukkingen en ideeën voor de toekomst.

Starten met een beperkte en flexibele functionaliteit

Ik vind ASK in zijn simpelheid een geweldig concept. Organisaties beginnen vaak aan ambitieuze plannen zonder vooraf duidelijke keuzes te maken. Dit leidt in de regel tot kostenverslindende projecten die slechts een deel van het verwachte resultaat opleveren. Hier gebeurt precies het tegenovergestelde. Het museum begint met de ontwikkeling van een beperkte en flexibele functionaliteit om eerst de reikwijdte en mogelijkheden in kaart te brengen. Op termijn volgt de verdere uitbouw van het concept.

2. Speel!

In twee workshops werd aandacht besteed aan games in musea. En dan liefst met een minimaal gebruik van technologie. Bogdan Spanjevik van Next Game maakt in de eigen ‘theater games’ uitsluitend gebruik van bestaande digitale hulpmiddelen als Skype. Dave Patten (Science Museum Londen) wil ‘weg van beeldschermen, denk aan mensen en ruimte.’ Gamification (of zoals Spanjevik voorstelt ‘playification’) moet zorgen voor meer engagement. Of het nu gaat over het vormgeven van de totale museumervaring in één spel, of het uitdagen van bezoekers om eigen spellen te creëren.

In één van de workshops kregen we in een groep tien minuten tijd om een spel te bedenken. Een ander team probeerde dit spel daarna tien minuten uit. Het is verbazingwekkend om te ervaren hoeveel goede ideeën uit de eerste sessie naar voren zijn gekomen. Net zo verbazingwekkend is het om te zien hoeveel verbeteringen het tweede team wist te bedenken. Twee voorbeelden:

  1. In een medisch museum moet je met woorden een autopsie op een andere bezoeker uitvoeren. Je wint als de ‘patiënt’ in de lach schiet.
  2. Voor een muziekmuseum: ‘Sing a song’ voor iemand in het toilet naast je.

3. Bouw een wereld van verhalen

Samir Patek van Blue State Digital stelt voor musea te benaderen als een raamwerk van verhalen. Entertainment franchises als Lord of the Rings en Star Wars hanteren hiervoor de volgende opbouw:

  • Centraal staat één verhalende wereld, dat thema(s), genre, personage en omgeving definieert. In de filmindustrie is dit vaak een boek of de eerste film.
  • Daarbinnen epische verhalen gestuurd vanuit het thema. Dit zijn verhalen die de tand des tijds kunnen doorstaan en meer begrip scheppen van individuele verhalen (vervolgen en prequels).
  • Grote ‘showpieces’ die een andere invalshoek op de epische verhalen bieden en nieuwe verhaallijnen creëren (televisieseries, videogames, romans en stripverhalen).
  • Dagelijkse afleveringen. Vluchtig en laagdrempelig. Verbinden naar de ‘showpieces’ (online content zoals op webisodes voor web-tv en microsites of landingspagina’s).
Voorbeeld van toepassing van een storytelling framework op een denkbeeldig wetenschapsmuseum

Voorbeeld van toepassing van een storytelling framework op een denkbeeldig wetenschapsmuseum

In zijn presentatie toont Patek de invulling van zo’n raamwerk voor een wetenschapsmuseum. Een interessante benadering, omdat het zorgt voor een lijn in al die activiteiten die samen een museum maken. Een lijn ook in de relaties met een publiek.

4. Durf te kiezen!

Edwin van Huis van Naturalis sloot inhoudelijk aan bij de gedachte van één wereld van verhalen. Naturalis werkt aan een nieuw natuurhistorisch museum dat het huidige moet vervangen. Het nieuwe concept is gebaseerd op één big idea: ‘Wow, natuur is geweldig!’, dat overal in terug moet komen. Ook koos Naturalis één doelgroep: gezinnen. Niet dat andere bezoekers niet welkom zijn, maar volgens Van Huis stelt een museum dat probeert om alle bezoekers tevreden te stellen uiteindelijk iedereen teleur.

Keuzes maken betekent in de visie van Van Huis iets anders dan minder aanbieden. Geïnspireerd door de theorieën van Jane Jacobs over een levendige stad, wil hij bezoekers voor iedere plek in het museum tenminste tien redenen geven om daar te zijn, zodat het museum echt tot leven komt.

5. Zoek de 80 procent op die je nog niet bezoekt

‘Ondernemerschap tonen.’ Dat is het meest gehoorde antwoord op de vraag hoe musea dienen te reageren op het probleem van de dalende financiering door de overheid. Dat lukt niet alleen door de verkoop van combinatietickets aan te wakkeren en meer omzet te genereren in retail en catering. Erik Schilp zet tijdens het openingsdebat in Genève de toon: ‘Het gaat niet om geld. Het is een goed idee dat mensen trekt. Dat idee trekt daarmee vanzelf meer geld aan.’ Wat te denken van nieuwe mensen? De tachtig procent van de doelgroep die uw museum niet bezoekt.

Accepteer cookies

Geen idee hoe dat te doen? Begin door deze mensen in je museumorganisatie binnen te halen.

6. Kijk naar de ‘new kids on the block’

Vernieuwing komt vaak van nieuwe, gefuseerde en heropende musea. Een goed Nederlands voorbeeld in de afgelopen jaren was natuurlijk het Rijksmuseum. Dat heeft door haar collectie online te delen wereldwijd een nieuwe standaard gezet, en bouwt de publieksinteractie nu verder uit met de Rijksstudio Award.

De pen van Cooper Hewitt museum (foto Katie Shelly)

Slimme pen

Alle deelnemers aan Museumnext werden dit jaar onvermijdelijk geconfronteerd met de ‘pen’ van het Cooper Hewitt Museum. Seb Chan presenteerde hoe dit museum uit New York een digitaal platform bouwde dat collectie- en bezoekersgegevens verbindt met exposities en online functionaliteiten. Een slimme pen verbindt daarbij alle interactieve onderdelen binnen het museum met de tentoonstellingen zelf. Elke bezoeker ontvangt een pen en verzamelt daarmee naar eigen wens objecten, om deze later weer op te roepen op grote touchscreens. De pen houdt bezoekers bovendien weg van hun eigen telefoon en tablet. Lees een uitgebreid verhaal over de pen en de ontwikkeling ervan bij Museums and the Web.

Richt je op de mens

‘Richt je niet op de technologie, maar op de mens.’, zei Tony Butler, directeur van Derby Museums uit Engeland. Zijn stelling was dat het museum één van de weinig overgebleven plaatsen is voor arm en rijk samen. Musea moeten ondanks bezuinigingen voor iedereen toegankelijk blijven, zodat het sociale contract tussen burgers en instellingen behouden blijft. Butler betoogde verder dat professionals uit de museumwereld actieve burgers behoren te zijn.

Derby Museums wil de mens als geheel prikkelen: hoofd, hart en handen. Om dit te realiseren zijn projecten, programma’s, producten en diensten nodig die gebaseerd zijn op een mensgericht ontwerp. En dat neemt zo serieus dat het museum zelfs een Human Centered Design handboek heeft.

Human Centered Design proces van Derby Museums

7. Open je website

Londen Southbank Centre besloot een ​​open website te ontwikkelen. Om dit te bereiken werd een team tien weken in een glazen kamer naast het café geposteerd. In en rond dit transparante kantoor spraken de teamleden met bezoekers en collega’s. Het team organiseerde inloopsessies en nam één-op-één interviews af met het publiek. Iedereen mocht ideeën voor de website op de glazen wanden schrijven. Werken vanuit dit kantoor was volgens Rob Gethen Smith een pittige en soms zweterige opgave. Maar het resulteerde wel in een gebruiksvriendelijke aanpak. De dagelijkse ontmoetingen met collega’s en bezoekers sterkte het vertrouwen in een goede afloop.

Glazen kantoor bij Southbank Centre

Anekdote: ‘uitvinder van het internet’ Tim Berners Lee kwam ook op bezoek, en schreef de eerste regel code van de site. Al was achteraf wel een kleine correctie nodig…

‘Open’ was ook een eis aan het resultaat. Dus bouwde het team een open source platform en publiceerde de code op GitHub. Ook is de data openbaar opvraagbaar, via een API en zijn er plannen de ontwerpen publiekelijk te delen. Lees meer over de open website op de blog van Southbank Centre.

Een vraag die bij mij opkwam is wat andere musea gaan doen als ze daadwerkelijk dit platform hergebruiken? Gaat het tijd besparen die dan gestopt kan worden in een betere gebruikservaring en meer interactie?

8. Betrek het publiek en de herinnering beklijft

Jake Barton van Local projects presenteerde op Museumnext iets uit hun indrukwekkende portfolio. De titel van zijn presentatie was ‘De toekomst van het geheugen’. Barton stelt dat een museum de bezoeker herinneringen moet meegeven die beklijven. Hij benoemde hiervoor vier opties:

  • Wat we fotograferen onthouden we minder. Onze hersenen beseffen blijkbaar dat de herinnering elders is opgeslagen. Maar: de mens onthoudt de dingen juist beter als we een doel hebben bij het fotograferen.
  • We onthouden meer als het onderwerp onze interesse heeft.
  • Een ​​ervaring beklijft beter wanneer we hier achteraf op reflecteren.
  • Hevige emoties voeden sterke herinneringen.

Musea als platforms

Barton gebruikt ook de term ‘musea als platforms’. Een voorbeeld dat hij gaf, was de 9/11 Memorial Exhibition in New York. Hier komen geheugen en emoties samen op één platform. Na een bezoek kunnen mensen hun eigen gesproken herinnering achterlaten, bijvoorbeeld als antwoord op de vraag hoe 9/11 het eigen beeld over Amerika heeft veranderd. Elke dag worden de nieuwe antwoorden aan de collectie toegevoegd en in de tentoonstelling opgenomen. Met de inzet van algoritmes is het museum ook in staat dagelijks het nieuws over 9/11 en de gevolgen ervan te inventariseren en verwerken in de expositie. Het resultaat is een groeiend archief en een tentoonstelling die zich dagelijks vernieuwt en daarmee boeiend blijft.

9/11 en de gevolgen in het nieuws tot vandaag, in het 9/11 Memorial in New York

9/11 en de gevolgen in het nieuws tot vandaag, in het 9/11 Memorial in New York

9. Meer ontdekken door verschillende soorten interactie

Vorig jaar heb ik bij Fabrique mogen werken aan het redesign van de website van het Design Museum in London. Volgend jaar verhuist dit museum naar een nieuw en groter gebouw met ruimte voor opslag en presentatie van een eigen collectie. Dat roept wel de vraag op: wat verzamel je en hoe wil je het presenteren in de 21e eeuw? Design is overal om ons heen, wordt gekocht en gebruikt, en is soms (service design, architectuur) niet in een depot te vangen. Op Museumnext gaf ik een presentatie van een aantal gedachten hierover, samen met hoofd communicatie Josephine Chanter.

Uitgangspunt daarbij was de missie van het museum: mensen inspireren tot begrip van de waarde van design. En het inzicht dat er meerdere soorten waarde zijn: van esthetisch tot praktisch en van economisch tot sociaal. Dit resulteerde in onderstaande model. In het model onderscheiden we vier vormen van engagement: appreciate, immerse, collect & share.

Model door Fabrique & Design Musuem

Model door Fabrique & Design Musuem

Wat we leerden:

  • Iedere vorm van engagement vraagt om andere interacties met andere aspecten van een ontwerp.
  • Bied je publiek verschillende vormen om ze meerdere betekenissen te laten ontdekken.
  • Soms is daarvoor bezit van een fysiek object nodig, maar vaak niet. Het gaat om de verhalen rond om een ontwerp.
  • Verhalen kunnen ook van het publiek van het museum komen.

10. Iedereen wil meer betrokkenheid

Onze ideeën over betrokkenheid van het publiek werden bevestigd door Morris Hargreaves McIntyre. Tijdens Museumnext presenteerde dit onderzoeksbureau het ‘Spectrum of Audience Engagement model’ dat voortkwam uit een publieksstudie voor de herontwikkeling van het Western Australian Museum, en wat daarna in verschillende landen is getoetst. Dit model stelt dat musea een heel scala aan posities in kunnen nemen en zo verschillende ervaringen aanbieden aan bezoekers. Aan de linkerzijde van het spectrum staat het (eenzijdig) aanbieden van kennis met weinig betrokkenheid, aan het andere uiteinde staat het publiek in staat stellen om in debat en discussie te gaan, wat veel betrokkenheid en perspectieven van buiten oplevert. Daartussen staan informeren, betrekken en co-creatie.

Spectrum of Audience Engagement door Morris Hargreaves McIntyreEen handig model, ook doordat per positie in het spectrum invulling gegeven wordt aan personalisatie, aanbod, belofte en communicatiestijl. Voor de goede orde: een museum hoeft niet het één te doen en het ander te laten. Aan de kennis ontleent een museum vaak zijn autoriteit en bestaansrecht, dus die kennis moet onderhouden en beschikbaar gemaakt worden. Tegelijkertijd moet een museum ook regelmatig publiek betrekken en discussie faciliteren om uitnodigend te zijn voor een brede doelgroep.

McIntyre sloot af met een grafiek van de huidige percepties en toekomstige wensen onder huidige bezoekers, niet-bezoekers, stakeholders en medewerkers. Conclusie: al deze groepen willen dat musea meer activiteiten uitvoeren aan de rechterkant (co-creatie en participatie).

Mijn conclusie

Kennis en objecten verzamelen en informatie delen blijft het fundament onder de autoriteit van elk museum. Maar meer verschillende activiteiten helpen musea bij het aantrekken, boeien en duurzaam binden van een groter publiek. De toekomst is aan musea die een strategische doelgroep durven te kiezen en daarmee een gelijke relatie aangaan. Musea die open staan voor nieuwe manieren om hun collectie en ideeën te delen. Dit kan met state of the art technologie, maar ook met theater. Misschien zelfs beiden. Als het maar een platform is dat mensen, ideeën, kennis en verhalen samenbrengt.

Met dank aan collega David van Zeggeren voor zijn medewerking aan de Engelstalige voorloper van dit artikel.

Foto intro met dank aan Fotolia.