Verdieping

De postbode is een zwak soort: doe er wat aan, nu het nog kan

0

Column – Nieuws deze week: de postbodes krijgen er werk bij. Ze mogen ook controleren of er niet te veel troep is op straat of naast de flessenbakken of vuilcontainers. En vervolgens kan de gemeente worden gewaarschuwd om er wat aan te doen. Dezelfde dinsdag hoorden we dat lokale politici er voor pleiten om vrachtauto’s en koeriersbusjes uit de oude binnensteden te weren: de kleine straten slibben dicht door de grote sinterklaas-drukte. Vroeger gingen de mensen naar de pakjes, nu gaan de pakjes naar de mensen.

Het netwerk van de postbodes

Twee nieuwsfeiten. En ze hebben allebei te maken met het verwaarloosde onderhoud van een prachtig fijnmazig netwerk dat we hadden: het netwerk van de postbodes. Ooit werden zes dagen per week alle huizen in Nederland twee maal per dag bezocht. Niemand kwam zo in de haarvaten van de samenleving als het leger van de Nederlandse postbodes. Toen kwam het internet en nam het postvolume af. De reactie was vervolgens een primaire. Minder post? Dan minder keer per dag post bezorgen. Met minder postbodes. Het netwerk werd gesloopt. Van twee naar een keer per dag, van zes naar drie keer per week, is nu de overweging. En dat andere netwerk maakte precies de omgekeerde beweging.

Verhongeren, of op zoek gaan naar ander voedsel?

Evolutionair gezien is de postbode een zwak soort, zo blijkt uit deze reactie. Een dier dat minder te eten krijgt kan twee dingen doen: verhongeren en dan uitsterven of op zoek gaan naar ander voedsel. Een postbode die minder brieven krijgt zou op zoek moeten gaan naar een andere invulling van dat unieke oneerlijke voordeel (in Canvas: the unfair advantage) dat de verzameling van postbodes nu eenmaal heeft: het ongelooflijk vertakt netwerk en het dagelijks contact. Toegang tot huisdeuren, gewoontes, leg maar in het schuurtje, ben deze week op vakantie, de buurvrouw links heeft de sleutel als het nodig mocht zijn, waar zit mijn gasmeter.

De postbode

Tekening: Sterre Steins Bisschop

Een paar jaar geleden was ik toeschouwer bij een straattoneel in Frankrijk. Ooit ook (2007) schreef ik er over. Als volgt.

‘Les facteurs’

Bij de slager zie ik een folder ligen. Theatergroep La Scène Nationale brengt in het buurtdorpje Mérindol het stuk ‘Les facteurs’. Gespeeld door ‘twee merkwaardige personen, postbodes, misschien iets tè klantgericht, ze kennen iedere hoek van hun wijk, ze kennen de gewoontes van hun klanten en zelfs die van hun honden.

DSC037652Als ik op woensdag om kwart voor zeven ’s-avonds de place de la Mairie oploop, zit er een tiental mensen te wachten. Niemand weet eigenlijk precies waarop. Dan, vijf over zeven, komt uit een smal straatje een tandem slingerend aangereden, twee postbodes, tassen om hun nek en met veel oh la la en gebel zetten ze hun fiets tegen de tredes van het stadhuis. De oudere postbode gaat de kring van inmiddels zo’n zestig mensen langs, doet of hij iedereen kent, en in het midden maakt zijn collega een pakket open dat was bestemd voor een inmiddels overleden vrouw zonder nabestaanden. Er blijken twee flessen koele witte wijn in te zitten, we krijgen een plastic beker en mede dankzij een wonderbaarlijke vermenigvuldiging krijgt de hele kring een slokje ingeschonken.

Even later lopen we achter de postbodes aan door het dorp. Er wordt aangebeld bij huizen, mensen die uit hun raam hangen worden aangesproken, blaffende honden krijgen een koekje, van sommige huizen heeft de postbode een sleutel: hij legt een pakketje in de gang, op een tafeltje.

Ze zullen er alles aan doen om zoekgeraakte brieven alsnog op de juiste plaats van bestemming te krijgen.

De postbodes lezen brieven voor en leggen ze uit daar waar nodig is. Ze declameren een veroordeling van het ministerie van justitie. Het ging over geluidsoverlast, de buurman wordt erbij gehaald en er wordt een poging tot verzoening ondernomen. Als blijkt dat een minnaar een brief in het Engels heeft geschreven, wordt deze vertaald voor de oude vrouw met schort. Ze kent de afzender niet, maar het zal wel iets met de oorlog van 1914 te maken hebben. Want ook dat behoort tot de dienstverlening van Service Plus, zoals de postbodes hun uitgebreide takenpakket noemen. Ze zullen er alles aan doen om zoekgeraakte brieven alsnog op de juiste plaats van bestemming te krijgen. Of om brieven aan zoekgeraakte mensen te laten aankomen bij de juiste personen.

Als we een groep kinderen zien die ergens boven aan een trappen straatje staat lezen de twee een rapport voor. Franse taal was nog onvoldoende, de suggestie wordt gedaan om iets minder te sms-en en iets meer met langere zinnen te werken. Na vijf kwartier zijn we weer terug op het pleintje.
De postbodes nodigen ons nog uit om een glaasje te komen drinken, op een binnenplaatsje vijftig meter verder.

Domme La Poste

Een van de acteurs vertelt dat ze deze voorstelling drie tot vier keer per week spelen, van dorp naar dorp, van mei tot en met september. Het is een groot succes. De gemeente huurt hen in. Het heeft helemaal niets met de Franse La Poste te maken. Ze hadden het hen aangeboden, maar er was geen reactie gekomen. Onbereikbaar. Domme La Poste.

Niemand staat zo dicht bij de burger als de postbode.

Terug naar 2015. In vijf kwartier lieten de twee acteurs tot in het absurde zien hoe de dienstverlening er uit zou kunnen komen te zien. Niemand staat zo dicht bij de burger als de postbode.

En wat maken wij er van? ‘Kijken of je huisvuil ziet’. Dat is nu de uitgebeende verruiming van de taak van de postbode 3.0. En vervolgens de gemeente bellen. Welke schraalhans heeft dit bedacht?

Nu kan het nog

Doe er wat aan, nu kan het nog. Organiseer een hackaton met een groep postbodes, burgers, maatschappelijk werkers, thuiszorgers, een medewerker van Uber, vervoerders, en je hebt in drie dagen een rijk takenpakket van de functie die ooit postbode heette. Laat tevens alle koeriers met hun vervuilende busjes stoppen aan de grenzen van de stad en overdragen aan de postbode 3.0. Maak gebruik van het analoge netwerk dat dreigt uit te sterven en te worden vervangen door een tiental andere netwerken die elkaar letterlijk in de wielen rijden.

Natuurlijk, een groot deel van wat hier geschreven wordt is niet haalbaar. Maar het kleine deel dat wèl kan worden gedaan biedt grote kansen. Iedereen bazelt over klantcontact. Callcentra worden tegenwoordig juist uitgebreid om in gesprek te komen. Daar hebben we het over.