Innovatie

Jongeren online: digital naives, multitasken en altijd jezelf zijn [onderzoek]

0

Enige maanden geleden beschreef ik op Frankwatching een aantal eerste uitkomsten van Europese projecten als Dynamic Identity en IDentifEYEdat veel jongeren zeggen geen rollen te spelen en dat veel jongeren stress ondervinden bij het communiceren offline. Ik kreeg daarop veel vragen naar de onderliggende rapporten. Nu is het basisrapport “Youngster identities in the context of online communication, new techologies and visual information” uit. Het rapport bevat acht conclusies over de identiteiten van jongeren in de Europese Unie gebaseerd op zes jaar onderzoek in acht landen in negen projecten.

Methodologie

De projectdata zijn verzameld door middel van intensieve gesprekken met 734 leerlingen in de leeftijd 8 tot 18 jaar en enquêtes en pilots onder 2.674 leerlingen. De projectdata werd vergeleken met zowel traditionele als de meest recente vakliteratuur en met relevante onderzoeken in Europa en de Verenigde Staten.

Het verzamelen van de projectdata was geen doel op zich. Dat is de bijvangst van het uittesten van nieuw ontworpen onderwijsmodulen op scholen. Het opstellen en testen van de onderwijsmodulen werd gedeeltelijk gefinancierd door de Europese Commissie en door het Poolse Ministerie van Cultuur.

De conclusies

Uit het onderzoek zijn acht duidelijke conclusies te herleiden.

1) Jongeren prefereren asynchrone communicatie

Hoewel veel jongeren menen dat ‘face-to-face’-contact belangrijker is, prefereren zij chatten met behulp van tekstberichten boven offline ontmoetingen en telefoneren. Voor veel jongeren bevat de offline werkelijkheid veel obstakels op het gebied van communicatie, met name omdat een onmiddellijke reactie van hen verwacht wordt. Tijdens het chatten daarentegen, is er tijd om aan de uitgaande berichten te schaven. Bovendien geeft chatten een gevoel van controle, iets wat voor jongeren zeldzaam is.

2) Jongeren hebben geen kant-en-klare identiteitsnarratie

Traditionele sociaal-psychologische theorie claimt dat wij een kant-en-klaar verhaal in ons hoofd hebben dat is vervaardigd door onszelf, over onszelf. De meeste jongeren hebben echter slechts een vage notie van wie zij zijn en formuleren ter plekke wie zij zijn. Als jongeren meermaals gevraagd wordt: “Wie ben jij tot nu toe?” dan geeft slechts een heel kleine minderheid (5 tot 10 procent) een consistent antwoord. Het antwoord van deze groep is daarbij zo eenvoudig (in de trant van: “mezelf,” “een mens”, “ik ben een leerling en ik houd van gitaar spelen”) dat het in de verste verte niet lijkt op het zorgvuldig opgestelde verhaal over onszelf dat wij volgens vakliteratuur in ons hoofd zouden moeten hebben.

3) Communicatie tussen generaties is problematisch

Veel jongeren en ouders vertrouwen elkaar niet als het gaat om wat jongeren online ervaren. Veel jongeren denken dat volwassenen liegen en berekenend te werk gaan, terwijl ouders heel beschermend zijn. Gevolg is dat de manier waarop ouders met jongeren praten over hun ervaringen online niet werkt, als zij dit gesprek al aangaan. Veel ouders benadrukken met name de gevaren van internet, waardoor veel jongeren hun woorden niet serieus nemen. Dat is jammer, want veel jongeren willen juist graag praten met volwassenen over wat zij online doen en beleven, maar op hun manier en zonder angst voor straf.

4) Jongeren claimen altijd zichzelf te zijn

Veel jongeren stellen dat zij hetzelfde doen en zeggen in elke situatie. Volgens hen passen zij alleen hun gedrag aan als zij denken dat ze straf kunnen krijgen. Een buitenstaander kan echter zien dat veel jongeren verschillende dingen doen en verschillende dingen zeggen in verschillende situaties. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat veel jongeren niet hun best doen om in situaties te passen (‘rollen spelen’), maar zonder problemen zeggen wat er van hen verwacht wordt in een situatie als zij deze situatie niet serieus nemen. Veel jongeren lijken voor zichzelf uit de werkelijkheid alleen dat te filteren wat hen raakt, zowel positieve elementen als negatieve elementen.

5) Nieuwe technologie is een sleutel om jongeren te openen

Nieuwe technologie en online communicatie zijn voor veel jongeren voldoende om een vertrouwensrelatie met een andere persoon te beginnen. Dit effect werd al in de jaren zeventig van de vorige eeuw waargenomen (ELIZA-effect): technologie is een belangrijke factor voor jongeren (en ook ouderen) om zich te openen. Dit effect lijkt ook een gevolg te hebben voor het contact van jongeren met volwassenen. Volwassenen die het leven online begrijpen, lijken makkelijker vertrouwd te worden dan volwassenen die dit niet begrijpen. Dit is wat er in alle projecten gebeurde. En dit lijkt ook een belangrijke reden te zijn voor jongeren om wel naar hun ouders te gaan als zij online iets negatiefs meemaken.

6) Jongeren zijn ‘digital naives’

Hoewel jongeren opgroeiden met het internet, denken zij zelden kritisch en reflectief over nieuwe technologieën, visuele informatie en online communicatie. Uit onderzoeken blijkt dat veel jongeren advertenties bij de zoekresultaten van Google niet kunnen onderscheiden van organische zoekresultaten en dat velen niet weten dat vloggers soms betaald worden om producten te tonen. In de projecten bleek dat jongeren weinig nadenken over het effect van online zijn, slechts een heel flauw benul van profileren hebben en vaak een eenzijdig positief beeld hebben van nieuwe technologieën.

7) Multitasken berokkent schade aan de identiteiten van jongeren

Multitasken staat gelijk aan het snel heen en weer springen tussen taken, niet aan het doen van meerdere taken op hetzelfde moment. Dit leidt snel tot uitputting. Door het multitasken wordt veel nieuwe informatie niet opgenomen in het kortetermijngeheugen, waardoor het ook niet terecht kan komen in het langetermijngeheugen. Of nieuwe informatie komt op een verkeerde plaats in het brein terecht. Omdat onze identiteit voor een belangrijk deel gebaseerd is op de herinneringen die wij hebben en de ordening en selectie van deze herinneringen, hebben veel jongeren een gefragmenteerde definitie van wie zij zijn.

8) Volwassenen moeten zich bijscholen

Nodig zijn wijze volwassenen die het leven online begrijpen. Dat betekent dat volwassenen in het algemeen en ouders in het bijzonder zich moeten scholen in asynchrone communicatie en nieuwe technologieën.

Volwassenen moeten de tijd nemen om met vertrouwen met jongeren over hun ervaringen online te praten, in plaats van veelvuldig te checken wat jongeren online doen. Daarbij moeten zij zelf het goede voorbeeld geven door niet te multitasken. Zo stimuleren zij jongeren een coherente identiteit op te bouwen en meer kritisch en reflectief te denken over nieuwe technologieën, visuele informatie en online communicatie.

Afbeelding intro met dank aan Fotolia