Inspiratie

Zo veranderen we de wereld met ‘The internet of things’

0

De kansen en de mogelijkheden van The Internet of Things zijn eindeloos. Maar om echt waardevol te kunnen zijn in de maatschappij, moeten toepassingen voortkomen uit echte behoeften en problemen, en niet uit het feit dat het ‘kan’. Alleen als we echt relevante dingen maken, kunnen we de wereld veranderen. Ongeveer een maand geleden vond in Berlijn de allereerste editie van Thingscon plaats. In dit artikel delen we deze en andere learnings.

Thingscon staat  twee dagen volledig in het teken van The Internet of Things. De voorlopers op het gebied van Internet of Things komen samen op dit event om visies te delen en krachten te bundelen.

Alexandra Deschamps- Sonsino, ontwerper van de Good night lamp, geeft een vlammend betoog over de zin en onzin van The Internet of Things. Volgens haar is er van alles mis met The Internet of Things. Waarom? Omdat er vaak producten ontwikkeld worden vanuit technische mogelijkheden, in plaats van een specifieke behoefte. Zoals zij verwoordde: “Just because you can, doesnt mean you have to”.

thingscon

Een stortvloed aan onzinnige keukenproducten

Ze geeft hierbij het voorbeeld van de inmiddels veel ontwikkelde conncected koelkast met touchscreen. Fabrikanten ontwikkelen deze koelkast omdat het kan, terwijl er geen specifieke behoefte aan vooraf ging. The Internet of Things anno nu vergelijkt ze met de periode na de Tweede Wereldoorlog. Een stortvloed aan (vaak onzinnige) keukenoplossingen werden bedacht, puur vanuit technologie en niet omdat vrouwen hier zo op zaten te wachten. Ook het voorbeeld van de connected keukenweegschaal is treffend. Het feit dat het ding met internet is verbonden voegt niet heel veel toe. Haar verklaring? “It is the result of white men designing stuff for women”, aldus Sonsino.

Zware infrastructuren zonder auto’s

Ook Internet of Things-goeroe Martin Spindler gaat hier in zijn keynote verder op in. Als voorbeeld geeft hij de slimme steden Masdar City en New Song- Do City, waar zware wegeninfrastructuren zijn aangelegd terwijl er eigenlijk helemaal niet veel auto’s rijden. Internetpionier Olivier Mével spreekt uit eigen ervaring als het gaat over initiatieven die niet direct goed aansluiten op de huidige behoeften van gebruikers. De in 2006 door hem ontworpen Nabaztag bleek namelijk te ver zijn tijd vooruit te zijn. De Nabaztag staat ook wel bekend als het wifi-konijn waarmee je je kon abonneren op allerlei nieuwsbronnen en vragen kon stellen omtrent het weer, inkomende e-mails of actuele koersen. Ondanks er 220.000 Nabaztags verkocht zijn, is het bedrijf al snel failliet gegaan. De service bleek te duur en de onderhoudskosten te hoog.

De boodschap is duidelijk: ontwerp geen producten alleen omdat het ‘kan’, maar omdat ze problemen oplossen en ons leven kwalitatief verbeteren.

internetofthings

‘Calm technologies’

Zowel Sonino als Mevel pleiten voor de zogenoemde ‘calm technologies’. Het is de technologie waar het vooral draait om simpliciteit in plaats van complexiteit. Het zijn de connected producten die niet continu op de voorgrond draaien, maar alleen aanwezig zijn wanneer de gebruiker daar behoefte aan heeft. De door Sonsino ontworpen Good Night Lamp is hier overigens een prima voorbeeld van.

Betekenisvol zijn gaat niet niet over één dag ijs. En dat bevestigt technisch architect Usman Haque als hekkensluiter. Betekenisvol kun je alleen zijn als je de behoeften en problemen volledig doorgrond hebt. Onderzoek mag daarom nooit ontbreken. Want als je niet weet waar het probleem vandaan komt en wie het probleem ondervindt, is het ook niet oplossen. Door de juiste mensen te betrekken bij het onderzoek, leer je samen het probleem te begrijpen en kun je vervolgens op zoek naar een waardevolle oplossing. “Making meaning“, zoals Haque dat mooi noemt.

‘Big data is niets waard zonder draagvlak’

In zijn presentatie is Haque stellig tegen de big data-trend. Het feit dat straks alles te voorspellen is, is volgens Haque niets waard zonder draagvlak. En draagvlak creëer je door de maatschappij te betrekken in de weg naar de oplossing. Haque: “Together we can make decisions that impact everybody.” Dat een kledingwinkel ons straks kan vertellen dat we morgen blauwe schoenen gaan kopen, heeft geen enkele betekenis als wij niet weten waarom dit relevante informatie voor ons is.

Als voorbeeld geeft Haque de gebeurtenissen rondom de kernramp in Fukushima, Japan in 2011. De overheid was niet transparant over mogelijke gevolgen, zoals de schadelijkheid van vrijgekomen stralingen. Een kleine groep Japanners besloot de touwtjes in eigen handen te nemen. De groep werd steeds groter en ging uiteindelijk met 100 man aan de slag. Met behulp van Arduino’s maakten ze eigen geigertellers en verzamelden ze data. De resultaten publiceerden zij vervolgens op de webservice Pachube. Deze webservice maakt het mogelijk om realtime sensor-, energie- en milieugerelateerde data, afkomstig van objecten, devices en gebouwen over heel de wereld, op te slaan, te delen en te analyseren. Samen onderzochten ze het probleem, creëerden zij draagvlak en bedachten ze een oplossing die betekenisvol is voor iedere inwoner van Japan.

Open data voor openheid en gedragsverandering

Nog een succesvol project, gerealiseerd met behulp van data, wordt gepresenteerd door Provenance. Middels Open Data, Linked Data en een API maken zij inzichtelijk waar producten en grondstoffen vandaan komen. Het productieproces wordt in kaart gebracht met de overtuiging dat eerlijkheid en openheid een must is in onze maatschappij. Menig fabrikant heeft zich inmiddels aangesloten en bewijst dat het gebruik van open data kan leiden tot openheid en gedragsverandering.

Kennis & ervaring bundelen

Maar naast de mogelijkheden zijn er ook beperkingen, zo vertelde Alasdair Allen in zijn presentatie. Hij noemt The Internet of Things ‘gebroken’, en dat komt volgens hem doordat veel data nog gesloten zit in eigen protocollen en API’s. Hierdoor is het uitwisselen van data en daar dus van leren, niet altijd mogelijk. Ook wij lopen hier regelmatig tegenaan. We zijn dan ook van mening dat we op het punt zijn beland dat we standaarden moeten bepalen. Waar iedereen jaren geleden nog zelf de lijntjes aan elkaar knoopte, zijn er nu verschillende initiatieven die de drempel verlagen voor iedereen die creatief is. En het is hoog tijd dat developers hun kennis en ervaring bundelen.

Het vak van zowel de ontwerper als de developer wordt breder en de verantwoordelijkheid alsmaar groter. We proeven  van alle mogelijkheden en worden verleid om gebruik te maken van alle technische mogelijkheden, gewoon omdat het kan. Dit soort toepassingen zullen alleen nooit gedrag of levens veranderen. Het is de kunst om relevant te blijven in je ontwerpen en als traditionele interactieontwerper, webdesigner of productontwikkelaar over je eigen grenzen heen te stappen. Want alleen dat kunnen we waardevolle dingen ontwerpen die iets teweegbrengen in de wereld. Oftewel: Makers! Make things that matter!

Foto intro met dank aan Fotolia.