Innovatie

Maatschappelijke waarde: de lessen van Fish Tales, WakaWaka, Yoni & Gispen

0

Hoe creëer je maatschappelijk waarde? En hoe kun je dit zo inrichten dat je tegelijkertijd ook geld verdient? Social enterprises beginnen met hun maatschappelijke waarde en hebben omzet nodig om te groeien. Maar er zijn ook steeds meer traditionele bedrijven (waar het primaire doel geld verdienen is) die geloofwaardig en succesvol maatschappelijke waarde toevoegen aan hun bedrijf. In dit artikel lees je hoe je in 3 stappen maatschappelijke waarde creëert. En je leert van 4 bedrijven die erin slagen geld te verdienen én maatschappelijke waarde bieden: Yoni, Fish Tales, WakaWaka en Gispen.

Wat is een social enterprise?

Een social enterprise lijkt in veel opzichten op een ‘gewone’ onderneming. Het bedrijf levert een product of dienst en heeft een verdienmodel. Het grote verschil is het doel van de onderneming. Geld verdienen is niet het doel, maar een middel om de werkelijke missie te bereiken: het creëren van maatschappelijke impact. Social enterprises zijn actief in allerlei sectoren en zij creëren grote maatschappelijke waarde voor mens en milieu. Zo zetten ze zich in voor eerlijke handel en creëren ze meer sociale samenhang.

Geld verdienen is niet het doel, maar een middel om de werkelijke missie te bereiken: het creëren van maatschappelijke impact.

Een social enterprise:

  • heeft primair een maatschappelijke missie: impact first
  • is een zelfstandige onderneming die een dienst of product levert
  • is financieel zelfvoorzienend, gebaseerd op handel of andere vormen van waarde-uitruil en is dus beperkt of onafhankelijk van giften of subsidies
  • is sociaal in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd

Wat kunnen ondernemers leren van social enterprises?

Hoe succesvoller social entrepreneurs zijn, hoe meer impact ze kunnen maken. Dit succes vraagt om ondernemerschap, een kwaliteit die iedere ondernemer nodig heeft. Het grote verschil zit in de focus. Social entrepreneurs hebben een extra drive. Het belang gaat voorbij aan de individuele belangen van de ondernemer, zijn/haar portemonnee, of zijn /haar drang naar succes.

Henk Jan Beltman, CCO Tony’s Chocolonely: “Het grote verschil tussen Tony’s en een regulier bedrijf is dat iedereen overtuigd is van het feit dat het absurd is hoe het er in de chocolade-industrie aan toe gaat. Die weeffout gaan wij herstellen. Dus er zit een extra drive in. Dat houdt in dat je mensen naar huis moet sturen, in plaats van aan moet moedigen om harder te werken.”

Maatschappelijke impact

Je hoeft geen social enterprise te zijn om je steentje bij te dragen aan een betere wereld. Ieder bedrijf kan sociaal zijn in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd. Bij een social enterprise is geld verdienen ondergeschikt aan de maatschappelijke impact. Maar geld verdienen en maatschappelijke impact kunnen hand in hand gaan, zolang:

  • de winstneming door eventuele aandeelhouders maar redelijk is
  • zeggenschap van alle betrokkenen evenwichtig is
  • het bedrijf fair is naar iedereen
  • het bedrijf zich bewust is van haar ecologische voetafdruk
  • het bedrijf transparant is in haar bedrijfsvoering

Willemijn Verloop (Founder & Director Social Enterprise NL): “Wat jij hebt bij te dragen aan de samenleving, ligt in het verlengde van winst maken.”

In 3 stappen naar maatschappelijke waardecreatie

Wil je meer waarde creëren met je bedrijf, maar weet je (nog) niet goed hoe je dat moet aanpakken? Doorloop de volgende 3 stappen naar maatschappelijke waardecreatie:

  1. Begin bij jouw missie: waarom doe je wat je doet? Wat is jouw droom?
  2. Kijk vervolgens naar de randvoorwaarden, die voor jou belangrijk zijn. Zo kun je waarde creëren binnen jouw randvoorwaarden. Het risico is dat je anders halverwege het proces ontdekt dat de waarde die je creëert, in conflict is met andere belangen binnen het bedrijf.
  3. Als het fundament staat en je verhaal klopt, dan kun je het ook met volle overtuiging de wereld in slingeren. Neem mensen mee op je reis en maak van klanten ambassadeurs, die je verhaal verder vertellen.

Ik beschrijf hieronder elke stap vanuit een theoretisch kader met praktijkvoorbeelden van Fish Tales, WakaWaka, Yoni en Gispen. Voor dit artikel heb ik Bart van Olphen (oprichter en eigenaar van Fish Tales), Maurits Groen (medeoprichter en bestuurder van WakaWaka), Mariah Mansvelt Beck (medeoprichter en mede-eigenaar van Yoni) en Rick Veenendaal (manager circulaire economie bij Gispen) geïnterviewd.

Stap 1: maatschappelijke waarde creëren begint bij je missie

Je kunt op allerlei manieren maatschappelijke waarde creëren. De kunst is om dichtbij jezelf te blijven. Waarom doe je wat je doet? Wat is je missie? En hoe formuleer je deze almost impossible dream? Veel (sociaal) ondernemers gebruiken hiervoor de “Why” van Simon Sinek als startpunt.

De missie van Fish Tales

Na de Hotelschool ging Bart van Olphen naar Frankrijk om te leren koken. Bart leerde alles over vis. En de liefde voor vis nam hij mee terug naar Amsterdam. Op een dag ging hij met zijn visleverancier mee naar de visafslag. Hij was stomverbaasd. Bart: “Wereldwijd wordt er 57 miljoen ton vis gevangen en 39 miljoen ton weer teruggegooid. Voor elke kilo garnalen wordt 10 kilo zeeleven vernietigd. Als we zo doorgaan, dan kunnen mijn kinderen over 40 jaar geen vis meer eten.”

“Dit was de reden dat ik van visboer veranderde in verantwoord ondernemer. Mijn missie veranderde van mensen leren vis te koken in: ‘We love fish, we care about the ocean and inspire you.’” Bart begon Fish Tales: een merk dat een brug slaat tussen de visser en de consument.

De missie van WakaWaka

Maurits Groen was 7 toen zijn maatschappelijk bewustzijn ontstond. Toen het bos naast zijn huis werd omgekapt, ontdekte hij dat papier van hout wordt gemaakt. Hij wilde iets doen tegen de houtkap en besloot kranten te verzamelen om te recyclen. 50 jaar later richtte Maurits WakaWaka op. WakaWaka voorziet iedereen van zonne-energie. Van backpackers en festivalgangers tot vluchtelingen of ondernemers in rurale gebieden.

Iedereen kan gebruikmaken van kwalitatief hoogstaande solar producten in een mooi design. WakaWaka maakt deze producten, omdat licht en stroom toegang bieden tot educatie, communicatie en mogelijkheden om geld te verdienen. Meer dan een miljard mensen op de wereld hebben geen toegang tot energie. Dit heeft grote gevolgen voor hun sociaaleconomische ontwikkeling. WakaWaka biedt ieder mens toegang tot energie. In deze video voel je de why van WakaWaka.

De missie van Yoni

Toen Mariah Mansvelt Beck werd behandeld voor een voorstadium van baarmoederhalskanker, adviseerde een specialist haar om biologisch katoenen maandverband of tampons te gebruiken om verdere irritatie te voorkomen. Samen met Wendelien Hebly ontdekte ze dat veel tampons en maandverband van synthetische stoffen worden gemaakt en plastic en parfum kunnen bevatten. Omdat er geen wettelijke verplichting is, staat dit niet op de verpakking vermeld. Net als de meeste vrouwen, waren Mariah en Wendelien zich hier niet van bewust.

Ze besloten dat biologisch katoenen maandverband en tampons niet exclusief moeten zijn, maar de norm, toegankelijk voor iedereen. Ze startten Yoni, een lijn van inlegkruisjes, maandverband en tampons, gemaakt van biologisch katoen, chloorvrij gebleekt en vrij van pesticiden, plastics of andere synthetische stoffen. Yoni streeft naar transparantie en wil iedere vrouw de kans bieden om biologisch katoenen inlegkruisjes, maandverband of tampons te gebruiken.

De missie van Gispen

Gispen staat voor duurzaam design. Door middel van inspirerende, duurzaam ontworpen producten en ruimten willen ze optimale omgevingen creëren die een positieve invloed hebben op mensen. Gispen is ervan overtuigd dat goed ontworpen, duurzame producten garant staan voor een duurzaam interieur.

Gispen gelooft in een circulaire economie. Zo ontwerpen ze bijvoorbeeld productonderdelen zó, dat deze of alle onderdelen opnieuw gebruikt kunnen worden. Denk aan stalen bureaupoten die ze bewerken en opnieuw lakken voor een salontafel. Zijn producten aan hun einde toe? Dan zorgt Gispen ervoor dat reststoffen weer veilig terugkomen in de natuur of opnieuw als grondstof kunnen worden gebruikt. Een bureaublad dat niet meer kan worden gebruikt voor iets anders, versnipperen ze zodat er een nieuwe plaat van kan worden gemaakt.

Wat is je uitgangspunt?

Zoals je leest in de eerste drie voorbeelden, is het uitgangspunt van een social enterprise vaak: ‘Hier klopt iets niet in de markt. Ik ga het anders doen.’ Willemijn Verloop (Social Enterprise NL): “Je kiest niet de makkelijke weg, maar wel de weg waarmee je uiteindelijk de meeste waarde creëert” (pdf).

Bestaande bedrijven kunnen dezelfde benadering kiezen, want zij weten vaak precies hoe het er in hun keten aan toe gaat. Gispen levert een actieve bijdrage aan verduurzaming, omdat ze zien dat het beter kan. Het is de overtuiging van het bedrijf in combinatie met de behoefte van de markt. Het grote verschil met social enterprises is dat Gispen eigendom is van HAL Investments, die als doel heeft om zoveel mogelijk waarde voor haar aandeelhouders te creëren. Deze waarde wordt voornamelijk uitgedrukt in geld en niet in maatschappelijke waarde.

Stap 2: creëer waarde binnen de sociale en ecologische randvoorwaarden

Managementgoeroe Michael Porter geeft aan dat juist bedrijven grote problemen zoals klimaatverandering kunnen aanpakken. Bedrijven kunnen “shared value” creëren. Shared value ontstaat als we op hetzelfde moment aan maatschappelijke en economische waarde bouwen. Dit kan op verschillende niveaus:

  1. Door een product te ontwikkelen dat bijdraagt aan de oplossing van een maatschappelijk probleem
  2. Door alle onderdelen in je organisatie duurzaam in te richten
  3. Door optimaal samen te werken met al je stakeholders

People, Planet, Profit

De creatie van deze shared value gaat een stap verder dan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), omdat maatschappelijke en economische waarde op hetzelfde moment worden gecreëerd. Het uitgangspunt van MVO is het streven naar een balans tussen People (mensen), Planet (milieu) en Profit (economische winst). De 3 P’s of triple bottom line werden in 1994 geïntroduceerd door John Elkington (pdf).

Shell gebruikte de term als eerste in Nederland. Inmiddels worden de 3 P’s door veel bedrijven in Nederland toegepast. Er wordt aan iedere P invulling gegeven en er wordt gekeken naar de overlap tussen de verschillende onderdelen (zie figuur 1).

People, Planet, Profit

Figuur 1: visualisatie van People, Planet, Profit

 

Greenwashing

Binnen dit model bestaat de kans dat bedrijven of organisaties zich groener of maatschappelijk verantwoorder voordoen dan zij daadwerkelijk zijn. Dit wordt greenwashing genoemd. In het geval van greenwashing communiceert het bedrijf dat zij duurzaam of maatschappelijk betrokken is, maar de kern van het bedrijf is nog steeds vervuilend of schendt mensenrechten.

Niet elke organisatie die aan greenwashing doet, doet dit bewust. In veel gevallen wil het bedrijf iets maatschappelijks doen, maar realiseert het bedrijf zich niet dat het kernproces aangepast moet worden om daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord bezig te zijn.

Wanneer het lukt om het kernproces aan te passen, is de maatschappelijke waarde die gecreëerd wordt geloofwaardig en verankerd in het bedrijf. Deze verankering wordt gerealiseerd, als er winst wordt gemaakt binnen de randvoorwaarden Planet en People. Dit is gevisualiseerd in figuur 2. Economische ontwikkeling (Profit) is mogelijk binnen de sociale randvoorwaarden (People). Deze sociale randvoorwaarden kunnen alleen bestaan binnen de ecologische randvoorwaarden (Planet).

Planet, People, Profit

Figuur 2: Profit binnen de randvoorwaarden People en Planet. Bron: Duurzamestudent.nl

Ik leg naar aanleiding van dit model een stelling voor aan de geïnterviewden: als je echt sociaal of maatschappelijk wil ondernemen, dan ga je niet op zoek naar de balans tussen de elementen People, Planet en Profit. Je gaat voor maximale winst binnen de randvoorwaarden People en Planet. Zien (sociaal) ondernemers dat ook zo?

Fish Tales

Bart van Olphen: “Vis uit de oceaan halen moet op marine biologisch niveau kloppen. Zo moet het visbestand op peil zijn én blijven, en moet vis dusdanig worden opgevist dat het geen schade toebrengt aan de natuur. Daarnaast moet alles geregistreerd worden en traceerbaar zijn. De authentieke vismethode ‘hengel en haak’ is een van de belangrijkste methoden om ook in de toekomst te kunnen blijven vissen. Daarom investeren we in visserijgemeenschappen in ontwikkelingslanden die met hengel en haak vissen. Fish Tales helpt deze vissers bijvoorbeeld door het financieren van ijsmachines en vriezers en het verkrijgen en behouden van een MSC-certificering. Dit geeft de vissers meer mogelijkheden om hun vis te vermarkten. Dit gebeurt voornamelijk onder het Fish Tales-label, maar dat is geen verplichting. De vissers kunnen hun vis vermarkten zoals ze zelf willen.

Als het een opdracht wordt om iets met People en Planet te doen, dat kun je de tent beter sluiten.

Over de 3 P’s is Bart heel duidelijk: “Als het een opdracht wordt om iets met People en Planet te doen, dat kun je de tent beter sluiten. Je moet oprecht willen bijdragen aan een betere wereld. Als je dat niet voelt, kun je nooit succesvol worden. Jonge mensen accepteren niet meer dat je als bedrijf niet bijdraagt aan een betere wereld. De 3 P’s zijn achterhaald. Profit kan nooit een doel zijn, maar is een gevolg van je doel. Het moet een gevolg zijn van waarom je iets doet en die reden mag nooit winst zijn. Dat is een gevolg, omdat je het goed doet. Ik ben niet bezig met: ‘Alles wat ik doe moet optimaal duurzaam zijn’. Duurzame vis is ons doel. We streven zoveel mogelijk naar ons doel waarbij goede zorg voor vis, natuur en onze visserijgemeenschappen bovenaan staan.”

WakaWaka

Maurits Groen: “De Profit is een bijverschijnsel van iets wat je fatsoenlijk doet. Anders zou de samenleving het niet eens moeten toestaan dat dat soort activiteiten plaatsvinden. Je moet je gedragen als verantwoordelijk burger, producent en bedrijf.

De Profit is een bijverschijnsel van iets wat je fatsoenlijk doet.

Maurits is al zijn hele leven bezig met het welzijn van onze planeet: “Vergeet het woord klimaatverandering. Het is klimaatontwrichting. De kosten zijn zo hoog, dat het asociaal is dat de mensen die het meest vervuilen in verhouding het minst betalen. Mensen die daar het minste aan bijgedragen hebben, moeten vaak het meeste betalen. Neem bijvoorbeeld de Masai. Die mensen kunnen zich niet verweren. Die sterven in stilte. Als je als verslaggever moet rapporteren over klimaatverandering, dan kom je je bed niet meer in. In Zuid-Afrika wordt het water op rantsoen gezet, omdat het al jaren niet meer geregend heeft. Op Groenland woedde vorig jaar de grootste bosbrand ooit in het gebied. Bosbranden in en om de poolcirkel zullen naar verwachting steeds verder toenemen. Als alle plannen van de Paris Agreement in alle landen worden uitgevoerd, wordt het op de aarde nog steeds 3 graden warmer.” En zo kan Maurits nog wel even doorgaan.

WakaWaka biedt de mogelijkheid om op een simpele manier stroom op te wekken. Maurits: “Bij rampen en vluchtelingen situaties geven we veel producten gratis weg. Daarnaast verkopen we onze producten in het Westen, maar ook in landen waar mensen helemaal geen stroom hebben. Dat is moeilijk, want die mensen hebben vaak ook geen geld. Deze mensen betalen iedere week een klein bedrag omdat de initiële investering te hoog is. Dit betekent wel dat wij de producten moeten voorfinancieren. Daarnaast moeten we ook onze voorraad financieren. Dat is best een grote uitdaging. Banken durven dat niet. Dus zijn we heel veel tijd kwijt met geld en financiering.”

WakaWaka heeft verschillende vormen van crowdfunding ingezet om deze financieringsuitdagingen het hoofd te bieden. Maurits: “Voor continuïteit heb je een positief bedrijfsresultaat nodig. Hier zijn we druk mee bezig. We gaan geen compromis doen, mensen benadelen of slechte producten maken. We helpen levens verbeteren en dat blijven we doen.”

Yoni

Yoni vindt dat iedere vrouw recht heeft om te weten waar haar producten van zijn gemaakt. Ze zitten momenteel midden in een B-corp certificering, waarvoor alle onderdelen van het bedrijf onder de loep worden genomen en worden beoordeeld. Voor deze certificering wordt overal naar gekeken: van welk wasmiddel je gebruikt tot de verhouding tussen het hoogste en het laagste salaris.

Ik zou niet op een andere manier zaken kunnen doen.

Bij Yoni zijn de medewerkers continu bezig met duurzaamheid. Mariah Mansvelt Beck: “Ik zou niet op een andere manier zaken kunnen doen. Soms maak je afwegingen tussen een tamelijk duurzame aanpak en een compleet duurzame aanpak. Zo is de wikkel om onze tampons van plastic. We hebben gekeken naar bioplastic, maar toen we begonnen hield bioplastic de tampon niet bij elkaar. Ik verwacht dat dit inmiddels wel mogelijk is. Maar omdat wij een kleine speler zijn, kunnen we de kosten niet alleen dragen. Dan hebben we meerdere producten nodig en de lobby met andere tamponproducenten kost veel tijd. Voor een klein team is deze afweging een kwestie van keuzes maken.”

Gispen

Rick Veenendaal is Manager circulaire economie bij Gispen. Zijn rol is om Gispen mee te nemen en te coachen naar een circulair business model. Rick: “Gispen bestaat inmiddels 100 jaar en waar we in onze uitingen sterk in zijn is onze Planet-kant. Ons doel is het stimuleren van duurzame consumptie. Winst maken is een resultaat. Ook de People-kant krijgt heel veel aandacht binnen Gispen, maar we vergeten dat te vertellen aan de buitenwereld.”

Beleid maken werkt niet, maar mensen ruimte geven wel.

“De afgelopen 100 jaar zijn er door de medewerkers zelf allerlei initiatieven bedacht, zoals het personeelsfonds, waar medewerkers en het bedrijf geld in een potje doen. Als je iets niet verzekerd krijgt, dan kun je hier aanspraak op maken. Daarnaast kunnen medewerkers tegen gereduceerd tarief sporten en is er een bedrijfsarts, fysiotherapeut en coach in huis. Er is een groot sociaal vangnet.”

“Door de circulaire economie kunnen we lokaal ook steeds meer doen. Zo hebben we bijvoorbeeld steeds meer vakmensen in Culemborg nodig die heel divers werk doen. Het mooiste voorbeeld vind ik dat we voor een aanbesteding een armlegger moesten leveren voor een bestaande bureaustoel. Daar was geen armlegger voor te vinden. Een collega uit onze fabriek is toen in het weekend in zijn schuurtje aan de slag gegaan. Op maandag kwam hij op kantoor met een passende armlegger.”

“Bij duurzame initiatieven is wel altijd de vraag wanneer het iets oplevert. Het conflicteert daarmee vaak met de winstdoelstelling van Gispen.” Rick heeft daar een handige oplossing voor gevonden: ”We vertellen ons verhaal regelmatig extern. Daar vraag ik een bedrag voor en dat geld stoppen we in een duurzaamheidsfonds. Dit fonds gebruiken we voor duurzame initiatieven. Op deze manier vermijden we de officiële paden en de winstdoelstellingen.”

Rik en zijn collega’s werken in hun vrije tijd aan duurzame initiatieven. “Bottom-up zit in het DNA van Gispen. Beleid maken werkt niet, maar mensen ruimte geven wel. Goed voorbeeld doet volgen. Wat we eigenlijk zouden moeten, is iedereen 15 of 20 procent van de baas z’n tijd laten besteden aan iets wat de medewerker zelf bepaalt. Iets wat niet direct en zichtbaar geld oplevert. Bijvoorbeeld de eerste archiefkast die we omgezet hebben in zitelementen en hangelementen. Deze archiefkast is meegenomen door een monteur die ermee aan de slag is gegaan. De normale procedure is dat we eerst met een ontwerper aan tafel gaan. Na drie rondes worden de ontwerpen definitief gemaakt en dan pas komt de monteur in beeld. Als we het anders inrichten, komt er veel meer energie in de organisatie.”

Drijfveren

De drie social enterprises blijken helemaal niet bezig te zijn met de uitgangspunten van People, Planet en Profit. Ze runnen hun bedrijf met de drijfveer iets goeds te doen voor de maatschappij. Alle besluiten die ze nemen, zijn gebaseerd op deze drijfveer. Ze vinden de 3 P’s achterhaald en geven allemaal hun eigen invulling aan sociaal ondernemerschap. Van B-corp certificering tot het erkennen van duurzame visserijgemeenschappen in ontwikkelingslanden, tot het weggeven van solar lampen in vluchtelingenkampen.

Bij Gispen is dat moeilijker, omdat het bedrijf gestuurd wordt op winstdoelstellingen. De bereidheid van de medewerkers is groot, maar de groei van de maatschappelijke impact wordt beperkt door de winstdoelstellingen.

Stap 3: deel je verhaal

Met een goed verhaal maak je het verschil. Als je een goed verhaal hoort, gebeurt er van alles in je brein. Je raakt emotioneel betrokken bij het verhaal, waardoor je het verhaal gemakkelijker kunt onthouden en beter kunt doorvertellen. Daarnaast activeert een verhaal delen in je brein, die ervoor zorgen dat je het verhaal omzet naar je eigen ideeën en ervaringen. Dit proces wordt neural coupling genoemd. Als jij je verhaalt vertelt, ervaart je publiek dezelfde brein-activiteiten als jij. Maar hoe en waar doe je dit?

Het verhaal van Fish Tales

Bart van Olphen had met Fish Tales een heldere missie: ‘We love fish, care about the ocean and inspire you’. Bart reisde de hele wereld over op zoek naar vissers, die op een duurzame manier vis vangen en deelde zijn reisverslagen op de website van Fish Tales. De doorbraak van Fish Tales komt als Bart op Instagram de kortste kookshow ter wereld begint. In filmpjes van 15 seconden geeft hij tips over hoe je vis bereidt. Als Jamie Oliver aangeeft zijn missie te steunen, vraagt hij Bart content te produceren voor zijn Food Tube-kanaal. Daarmee wordt Bart in één klap een bekend gezicht.

Naast succesvolle filmpjes deelt Fish Tales verhalen over duurzame visserijen en de lekkerste recepten op hun website, socialmedia-kanalen, in televisie-uitzendingen en in tal van geroemde kookboeken. De kookboeken worden wereldwijd vertaald. Bijna ieder jaar komt er weer een nieuw kookboek bij. Eind 2017 bracht Bart ‘Het Zeeuwse Mossel kookboek’ uit, waarmee hij het verhaal vertelt van de echte Zeeuwse mosselkwekers en verrassende recepten deelt.

Het verhaal van WakaWaka

Maurits Groen gebruikt zijn persoonlijke netwerk om aandacht te vragen voor WakaWaka en de vele andere initiatieven waar hij bij betrokken is. “Het gaat om een mix. LinkedIn en Facebook gebruik ik op een manier waarvan ik heb uitgevogeld dat het redelijk werkt. Twitter gebruik ik om mezelf te informeren. Ik houd best vaak verhalen en spreek veel mensen. Zo ben ik betrokken bij Oneworld en Pakhuis de Zwijger. Dit zijn omgevingen waar mensen rondlopen waar je iets mee kunt.”

“Bij WakaWaka staan we af en toe op stands en beurzen en geven we interviews op radio en tv. We willen dat mensen ons af en toe tegenkomen. Op deze manier groeit onze bekendheid. We proberen zo min mogelijk uit te geven. Google Adwords gebruiken we weleens, maar we hebben bijvoorbeeld nog nooit een advertentie geplaatst.”

Yoni

Mariah Mansvelt Beck: “Ik hoef geen verhaal te maken, dit is het verhaal. Het is zoals het is en zo vertel ik het ook – dus als een persoonlijk verhaal – op allerlei podia. Bij TEDx,  Creative Mornings, en bij kleinere groepen studenten of ondernemers. Dit werkt goed. Het idee is dat anderen mijn verhaal vervolgens doorvertellen.”

“Ook doen we ‘toilet takeovers‘ op allerlei wc’s, omdat dit de uitgelezen plek is om even stil te staan bij het onderwerp. Daarnaast is er vaak weinig creatiefs op het toilet. Op social media zijn we ook heel actief, want dit is een plek waar je goedkoop en creatief heel veel mensen kunt bereiken. Wij maken gebruik van Instagram, Facebook, onze website en ons blog. Onze Instagram-pagina is voor mij een plek waar visueel duidelijk wordt waar we voor staan met Yoni. Het is ook een plek waar we onze visuele identiteit op een relatief makkelijke manier kunnen ontwikkelen. Het gaat om een knipoog: kleurrijkheid,  attitude, iets dat in het oog springt.”

Yoni op Instagram

Gispen

Rick Veenendaal werkt in een team van drie mensen aan het invullen en uitdragen van de circulaire doelstellingen van Gispen. Rik: “We besteden 25% van onze tijd aan mensen ons verhaal vertellen. Dit is heel divers. Zo staan we voor een zaal met een paar honderd man of sparren we met een klant over de mogelijkheden. Het hoofdkantoor en de productie van Gispen is gevestigd in Culemborg. Hier is een winkel, inspiratiecentrum en collegezaal, waar bijeenkomsten van 60 tot 80 mensen georganiseerd kunnen worden. De open ruimte is ingericht als winkel en showroom. Hoewel Gispen vooral B2B georiënteerd is, komen hier ook regelmatig particulieren.”

Je hoeft geen social enterprise te zijn om je steentje bij te dragen aan een betere wereld

Bedrijven van de toekomst stellen (lange termijn) maatschappelijk belang boven financieel gewin op de korte termijn. Je hoeft geen social enterprise te zijn om je steentje bij te dragen aan een betere wereld. Ieder bedrijf kan sociaal zijn in de manier waarop de onderneming wordt gevoerd. Het grote verschil met social entrepreneurs is dat ze winst maken binnen de randvoorwaarden People en Planet.

De drive en de why van social entrepreneurs is zo sterk, dat ze net die extra stap zetten om hun doel te bereiken. Maar ook binnen een gevestigd bedrijf kunnen social entrepreneurs het verschil maken. Ze hebben vaak alleen een stuk minder bewegingsruimte.

Uiteindelijk zijn het de mensen die het verschil maken.

Heb jij ervaringen met social enterprises? Of heb je vragen? Deel ze in de reacties hieronder.