Content

Je eigen tekst redigeren in 10 simpele stappen

0

Een blog, verkooppagina, offerte of socialmedia-post: je plaatst geen kladversie, maar je schaaft net zolang aan je tekst tot-ie ‘af’ is. In dit artikel een simpel stappenplan om je tekst te redigeren.

Een goed afgewerkte tekst straalt uit: bedankt dat je deze tekst leest. En goed afgewerkt is belangrijker dan foutloos, tenzij je communicatiemedewerker of tekstprofessional bent. Dan zijn taal en tekst onderdeel van je vak.

Niet alle ondernemers zijn taalwonderen. Dus ik zie liever een inhoudelijk waardevolle blog met een paar schoonheidsfoutjes dan een foutloze tekst die niet logisch in elkaar zit, waarvan de boodschap onduidelijk is en de feiten niet kloppen.

Tekstredactie draait vooral om de vraag: komt de boodschap over? En om zorgvuldig omgaan met feiten en bronnen.

Ik zeg tegen mijn klanten altijd: “Mensen komen bij jou voor je expertise, niet voor je mooie proza. Maar een tekst even goed langslopen kost echt niet zoveel tijd. En het laat je waardering voor de lezer zien.”

Met dit stappenplan weet je zeker dat je geen enkel puntje op de i vergeet. Of je nu ondernemer, student of communicatiemedewerker bent: iedereen die af en toe – offline of online – een tekst publiceert, bespaart met dit stappenplan tijd. Zonder structuur staar je je namelijk al snel blind op je teksten en zie je de fouten over het hoofd. De stappen die ik hieronder beschrijf, heb ik mezelf aangeleerd toen ik in 2002 als journalist begon. En ook nu pas ik ze nog dagelijks toe voor mijn eigen teksten en die van mijn klanten.

1. Je tekst redigeren begint met ‘m wegleggen

Leg je tekst 24 uur weg. Daarna kijk je er weer met een frisse blik naar.

Als je schrijft, ben je creatief bezig. Tekstredactie vraagt om concentratie, maar je hoeft niet in een creatieve flow te zitten. Twee tips:

  1. Ga niet redigeren terwijl je schrijft. Dat haalt je uit die creatieve flow.
  2. Vraag je af op welk moment jij het creatiefst bent. Is dat in de ochtend, plan dan ’s morgens schrijftijd in. Je tekst redigeer je bijvoorbeeld de dag erna, ’s middags.

Bewaar je creatieve tijd om te creëren.

2. Scan je tekst

Laat je ogen over de tekst gaan alsof je ‘m voor het eerst ziet.

Je ziet de titel, inleiding, tussenkoppen, eventuele quotes, opsommingen en de call-to-action. Heb je nu een globaal idee waar je tekst over gaat? En zou je als geïnteresseerde lezer de tekst nu écht gaan lezen? Zorg dat het antwoord twee keer ‘ja’ is.

Let ook op de opbouw. Als het goed is heb je een inleiding, een middenstuk en een staart. In de inleiding vertel je waar je tekst over gaat en vaak neem je daarin ook een korte anekdote op. Het middenstuk bestaat bijvoorbeeld – als het om een blog gaat – uit je tips of inzichten. Is het bijvoorbeeld een offerte? Dan staat daar wat jouw aanbod inhoudt.

De staart bestaat uit een conclusie en een call-to-action. De conclusie is belangrijk: in die afsluitende alinea vat je je boodschap samen en kun je een mooie take home message verwerken. Dus wat moet de lezer ab-so-luut onthouden?

Besteed ook aandacht aan de oproep waarmee je afsluit. Misschien wil je mensen wijzen op een workshop, een nieuw product, je weggever. Of misschien wil je dat iemand een reactie achterlaat of de telefoon pakt om jou te bellen.

Maak van je call-to-action een SOS-oproep: Specifiek, Opvallend en Simpel. Zorg dat je de actie duidelijk beschrijft en dat je oproep in het oog springt. Tot slot zorg je dat je het simpel houdt. Geen vage, ingewikkelde vragen. Kort, helder, to the point.

NB: zelfs een socialmedia-post bestaat meestal uit drie onderdelen: je begint bijvoorbeeld met een statement, licht dat toe in een paar zinnen en je sluit af met een call-to-action: een linkje naar je site of een vraag aan de lezer.

3. Komt de boodschap over?

Meestal ben je niet zomaar begonnen met schrijven. Misschien wil je de lezer vertellen waarom we hier niet Neil Armstrong zien, terwijl dit wél de eerste foto’s zijn van een man op de maan. Huh, maar was Neil niet de eerste man op de maan?

Let er bij het redigeren op dat de lezer snapt wat je wil vertellen.

Tja, NASA was vergeten Buzz Aldrin een camera mee te geven. Alleen Neil Armstrong heeft foto’s gemaakt. Dus op alle foto’s met ‘de eerste man op de maan’ zie je Neil alleen weerspiegeld in het vizier van de ruimtehelm.

Wist jij dat? Ik niet… tot 50 jaar na die eerste stap. Stap in de schoenen van iemand voor wie dit ook nieuw is. Snap je je eigen uitleg? Zo niet, schaaf je verhaal bij totdat de boodschap helder is.

Je hebt een doel voor ogen als je schrijft. Ga je je tekst redigeren, dan is dus de belangrijkste vraag: heb je dat doel bereikt? In dit geval: snapt de lezer nu waarom het niet Neil Armstrong is op de foto?

4. Lees je tekst hardop voor

Je tekst voorlezen voelt de eerste keer misschien wat vreemd, maar het helpt enorm. Je leest de tekst aandachtig en merkt het vanzelf als je vastloopt.

Struikel je over je eigen woorden, dan struikelt de lezer er ook over.

Terwijl je voorleest, kun je alvast zinnen markeren waar je nog naar moet kijken. Maar stop niet na elke zin om ‘m te verbeteren. Je bent nog steeds bezig met het ‘grotere geheel’. Luister ook hoe je klinkt. Klink je als jezelf, of als een extra beschaafde versie van jezelf? Schrijf je tekst in spreektaal. Denk je: zo zou ik het nooit zeggen? Pas de zin dan aan.

Hak lange zinnen in tweeën en gebruik witregels om te voorkomen dat alinea’s woordenbrijen worden.

5. Ga je niet van a naar c?

Jij bent de expert, en voor jou is wat je schrijft gesneden koek. Maar voor de meeste lezers is de stof nieuw. Als je daarvan uitgaat, zit je meestal goed.

Stel dat je zegt: door te bloggen, trek je de juiste klanten aan.

Voor mij is dat logisch, maar sommige lezers zullen zich afvragen wat bloggen met ‘de juiste klanten’ te maken heeft. Wat ik eigenlijk wil zeggen, is:

Als je blogt, laat je iets zien van je visie, je aanpak en van wie je bent. Sommige mensen haken aan, andere haken juist af. En wie blijft over? Je potentiële klant. En niet zomaar een potentiële klant, maar een ideale klant.

Zie je het verschil?

Als tekstredacteur ga je na of je geen stappen overslaat in je redeneringen. Dit zie ik vaak misgaan, op kleine én grote websites. Maar dan verliest de boodschap z’n geloofwaardigheid, en daarmee z’n kracht.

6. Tekstredactie is feiten checken

‘Laatst las ik, ik weet niet meer waar, dat je een fake review op Google kan laten verwijderen.’

Hm, zou je niet even opzoeken wáár je dat hebt gelezen? Kleine moeite. Zet er ook een linkje bij, zodat zowel de lezer als Google ziet dat je je huiswerk hebt gedaan. En zodat de geïnteresseerde lezer kan doorklikken.

‘Laatst las ik in een artikel op Frankwatching dat het niet makkelijk is om een fake review op Google te laten verwijderen, maar dat het wel de moeite loont om erin te duiken (bron: Slachtoffer van een fake review op Google? Dit moet je doen).’

Je kunt bronnen op verschillende manieren vermelden.

  • Je noemt een feit en zet de bron erachter, met een link tussen haakjes.
  • Met een link in de tekst, in dit geval achter ‘een artikel op Frankwatching’.
  • Met een bronnenlijst onder het artikel.

Maar let op: blogs zijn geen wetenschappelijke artikelen. Val lezers dus niet lastig met APA-noteringen zoals bij scripties. Dan krijg je namelijk dit:

Spaans, H. (2019, 11 juli). Slachtoffer van een fake review op Google? Dit moet je doen [Blogpost]. Geraadpleegd op 8 augustus 2019, van https://www.frankwatching.com/archive/2019/07/11/slachtoffer-fake-review-google/

Zorg dat de feiten kloppen en geef de lezer de mogelijkheid om te controleren of je beweringen waar zijn. Maak ook duidelijk waar je feiten en getallen van anderen gebruikt en waar het gaat om jouw eigen visie en adviezen.

Link altijd naar het originele onderzoek of artikel, en niet naar een artikel dat zich baseert op een artikel over een onderzoek… zoiets als de buurvrouw van de tante van mijn nichtje 🙂

Controleer de spelling van namen. Kleine moeite, en je komt niet geloofwaardig over als je onze jongste prinses Ariana noemt in plaats van Ariane.

7. Controleer alle linkjes

Het overkomt iedereen wel eens. Je verstuurt bijvoorbeeld een nieuwsbrief en je krijgt een mailtje dat de link niet klopt. Pfff… en dan wel of niet een e-mail erachteraan sturen met in de onderwerpregel ‘en nu met de juiste link’?

Stel dat je linkt naar het aanbod voor een workshop. Niet iedereen zal jou mailen als de link niet werkt. Veel mensen haken gewoon af. Je loopt klanten en omzet mis.

Dus check altijd linkjes. Of het nu gaat om je nieuwsbrief, blog, salespage of socialmedia-post.

8. Schrap jargon of leg het uit

Bij het volgende punt – tijd voor taal – kan ik het hebben over bijvoeglijke naamwoorden, ondergeschikte bijzinnen, voltooid deelwoorden en bijwoorden… op het gevaar af dat je wegklikt omdat die termen je niks zeggen.

Elk vakgebied heeft z’n eigen vakjargon. Maar pas op met het gebruik ervan. Kun je echt niet zonder, leg de term dan kort uit. Lees ook mijn Frankwatching-artikel over begrijpelijke taal op je website.

9. De puntjes op de i: tijd voor taal 😉

Ja, nu mag je eindelijk je tekst uitpluizen op taalfouten. Gebruik in elk geval de spellingscontrole. Die haalt de meeste tikfouten er voor je uit en het kost je misschien vijf minuten.

De lezer neemt tijd voor jouw artikel. Laat zien dat je dat waardeert door tijd voor je lezer te nemen.

De grammaticacontrole van Word kijkt ook naar d’tjes en t’tjes in werkwoorden, maar zit er regelmatig naast. Daarom een snelle tip.

Maak je vaak d/t fouten en twijfel je?

Vervang het werkwoord door ‘werken’ of ‘lopen’ en luister of je een t hoort.
Je wordt en je vindt, want je werkt en je loopt.
Word je en vind je, want werk je en loop je?

Dus stel dat je schrijft: “Word vandaag klant en je wordt gegarandeerd miljonair.”
Twijfel je over de d’s en de t’s? Vervang het werkwoord:
“Werk vandaag hard en je werkt jezelf op tot miljonair.”

Dat is alles.

En gegarandeert of gegarandeerd? Vraag je af of je het gisteren garandeerte of garandeerde. Zo is je vraag direct beantwoord (met een d: ik antwoordde gisteren).

En onthoud: als je ondernemer bent en tips geeft over tuinontwerp, bierbrouwen of verkopen op Marktplaats, dan hoeft je tekst niet 100 procent foutloos te zijn.

Alleen meten we vaak met twee maten. Over fouten van anderen vallen we meestal niet. Maar als het over onze eigen teksten gaat… Herkenbaar?

Afbeelding van 'fouten' op papier die je tijdens het redigeren tegenkomt.

10. Tijd voor overbodige taal

Schrijven is niet schrappen maar vanuit de flow dóórschrijven. Je tekst redigeren komt daarna. En dat betekent: schrappen op niveau van alinea’s, zinnen en woorden.

Schrijven is niet schrappen. Redigeren wel.

Schrap overbodige alinea’s

Au, dat kan pijn doen. Maar als een alinea niets toevoegt aan het bereiken van je doel, laat ‘m dan weg.

Breng de lezer in een rechte lijn van a naar z. Vermijd zij- en omwegen.

Schap overbodige zinnen

Gebruik je 5 voorbeelden terwijl je ook toe kunt met 2? Laat die andere 3 dan weg.

Of misschien nuanceer je je uitspraken met zinnetjes als:

  • Zo zie ik het tenminste.
  • Dat is in elk geval hoe ik erover denk.
  • Mijn mening is ook maar een mening, maar toch.

Laat dit weg. Je zwakt daarmee de boodschap af.

Ja, echt (en ook dat soort uitroepen laat je weg). 🙂

Schrap overbodige woorden

Vind je iets goed, erg goed, of heel erg goed? Meestal is goed krachtig genoeg.

Ook gebruiken we vaak te veel werkwoorden. We vinden ‘dat iets zou kunnen gebeuren’. Wat denk je van ‘dat kan gebeuren’? Kort en krachtig werkt het best.

Politici zijn meesters in wollig taalgebruik. Ze verpakken hun boodschap in zo veel woorden dat de meeste mensen stoppen met luisteren of lezen.

Schrap uitroeptekens en haakjes

Bewaar uitroeptekens voor appjes. In zakelijke teksten heb je geen uitroeptekens nodig. Als vuistregel: geen uitroeptekens, behalve bij… een uitroep.

Au!

Zo dus. En gebruik uitroeptekens met mate. Anders overschreeuw je jezelf.
O ja, ook dubbele vraagtekens bewaar je voor appjes. Echt??

Tot slot, haakjes. Die geven vaak verwarring. Iemand zet iets tussen haakjes als hij (of zij) in de meeste gevallen (nou ja, in elk geval vaak) een nuancering wil aanbrengen die de boodschap (op z’n minst een beetje) verzwakt.

Dan kom je vooral over als een twijfelkont.

Vergeet niet de laatste tekstcheck…

Als je een tekst aan het redigeren bent, dan ga je schuiven met zinnen en je verbouwt alinea’s. Zo kunnen er opnieuw fouten in sluipen.

Dus neem vóór publicatie je tekst nog een keertje door, of zoek een proeflezer. Dit kan je partner, buurvrouw of een vriendin zijn, maar je kunt bijvoorbeeld ook je virtueel assistent vragen om de tekst nog even door te lezen.

Hoe grondig redigeer jij je tekst voordat je ‘m publiceert?