Het feilbare denken van het kabinet

‘Verplicht huiswerk voor het kabinet’, zo luidt de aanbeveling van Victor Lamme in de NRC over het boek Ons Feilbare Denken van Daniel Kahneman. In het eerste hoofdstuk legt Kahneman uit dat het denken van de mens een wisselwerking is tussen twee invloeden die hij Systeem 1 en Systeem 2 noemt. Het eerste systeem reageert snel, impulsief, intuïtief. Het levert een eerste reactie op. Systeem 2 wordt gevoed door het eerste systeem en gaat aan de slag als er meer tijd beschikbaar is of wanneer er nog geen passend antwoord is gevonden.
Systeem 1 kan vooringenomen zijn en makkelijk fouten maken. Het kan nooit uitgeschakeld worden, het is altijd actief. Kahneman vergelijkt de twee systemen met individuen in onze hersenen, met eigen persoonlijkheden, vermogens en beperkingen. Raadsel: een honkbalknuppel met bal kosten samen € 1,10, en de knuppel kost 1 euro meer dan de bal. Wat kost de bal? Het intuïtieve systeem suggereert snel een antwoord: de knuppel koste een euro, de bal tien cent. Het juiste antwoord is dat de bal vijf cent kost.
Begrotingsakkoord te snel tot stand gekomen?
De tijd die Sap, Pechtold, Slob en Samson vorige week kregen om het geklungel van het Catshuis goed te maken was niet ruim. De intuïtie van reageren kreeg een belangrijke rol toebedeeld. Pas veel later, over een paar weken, misschien wel pas op 12 september, zal blijken hoe de kiezers reageren op de reddingsbrigade, die eigenlijk met te weinig kennis de haven uitvoer. Samson bleef op de kade. Hij zwaaide ze nog na. Kahneman maakt duidelijk dat de systemen die wij gebruiken bij al ons denken niet perfect zijn. Dat kan en hoeft ook niet. Een goede meningsvorming of beslissing komt tot stand na een pingpong-dialoog tussen Systeem 1 en Systeem 2. Het is een balans. Daarom spreken we in voorkomende gevallen van een afgewogen besluit.
Maar je ziet wel een ontwikkeling die er toe leidt dat er steeds meer speeltijd wordt toebedeeld aan Systeem 1. We moeten snel reageren op vragen, een microfoon onder je neus is dwingend, zeker als deze roze is. We reageren zelf steeds impulsiever. Sommigen twitteren als ademhalen, met grote regelmaat en zonder nadenken. Een antwoord op een mail kan worden verstuurd in –letterlijk- een oogwenk. De bedachtzaamheid kijkt werkloos toe op de bank, en haalt soms twijfelend zijn schouders op. Hij begrijpt niet dat zijn mening niet wat meer wordt gevraagd.
Als John Leerdam wordt gevraagd of hij de terrorist Jablala kent, leunt hij vol op zijn eerste systeem, zijn intuïtie, die geen plaats kent voor de woorden ‘weet ik niet’, of ‘ken ik niet’, maar die hem alleen maar aanmoedigt geen onkunde te suggereren en zendtijd te pakken. Zelfs een paar weken later, afgelopen dinsdag bij Pauw & Witteman, heeft Leerdam nog geen ruimte gegund aan zijn tweede systeem dat verantwoordelijk is voor de zelfkritiek. Het was ontluisterend om te zien. Onze systemen zullen zich moeten aanpassen aan het ritme van de technologie. Dat heet evolutie. En de pas van de evolutie is nu eenmaal langzamer dan de flitssnelheid van de wet van Moore.
Geld drijft de mens naar individualisme
Daniel Kahneman beschrijft ook experimenten waaruit blijkt dat alleen al het denken aan geld de mens drijft richting individualisme. Van een groep proefpersonen werd de helft op de associatie met geld voorbereid door aan tafel een stapeltje monopolygeld neer te leggen. De andere helft ging blanco een onderzoek in. Toen vervolgens de onderzoeker een paar potloden op de grond liet vallen was de niet-aan-geld-denkende-groep hulpvaardiger in het oprapen van de potloden. Blijkbaar beïnvloeden kleine impulsen (het stapeltje monopolygeld) onze intuïtie op een manier, die een individualistische opstelling tot gevolg heeft.
Misschien verklaart dat dan weer de reactie van Rabo-bestuursvoorzitter Piet Moerland op de plannen van de coalitie om de bankbelasting te verhogen. Een bankbelasting zou de klanten zwaar treffen. Moerland geeft hiermee aan dat zijn primaire reactie is om de belasting meteen door te berekenen aan de klanten, terwijl hij toch ook geleerd moet hebben dat je ook op kosten zou kunnen besparen. Personeelskosten bijvoorbeeld. Het gemiddelde salaris van een medewerker bij een bank is nog altijd fors hoger dan van de gemiddelde administratieve werknemer in Nederland.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.