Op LinkedIn maakt timing minder uit dan je denkt

Een van de vragen die ik vaak hoor is: “Wat is de beste tijd om op social media te posten?” Het antwoord verschilt per platform, maar LinkedIn is wat dat betreft een geval apart. Volgens menig blog moet je vooral vroeg op de werkochtend publiceren, maar is dat echt zo’n heilige graal? Of is de ideale timing op LinkedIn juist minder voorspelbaar dan we denken? In dit artikel geef ik je een paar nuchtere overwegingen mee voor de volgende keer dat jij boven die ‘publiceren’-knop hangt.
De wanneer-vraag is er eentje die socialmediamarketeers al jaren bezighoudt. Het is zelfs zo’n populaire kwestie dat het op platforms als AnswerThePublic zijn eigen categorie heeft, wat betekent dat er flink op wordt gezocht. Begrijpelijk ook, want timing is belangrijk op social media.
Frankwatching zette al eens op een rij wat de beste tijdstippen zijn voor verschillende platformen, en daaruit blijkt vooral: doordeweeks actief zijn loont. Maar de praktijk is weerbarstiger dan zo’n lijstje doet vermoeden. Elk platform heeft zijn eigen grillen – en LinkedIn is misschien wel de grilligste van allemaal. Daarom zoom ik in dit artikel specifiek in op LinkedIn.
Goed, laten we eerst gewoon eens lui een rondje googelen. Want aan blogs die beweren te weten wanneer je moet posten is geen gebrek. Mijn totaal niet-wetenschappelijke inventarisatie van Nederlandse en internationale bronnen leert: posten tussen 9 en 11 uur op een doordeweekse ochtend is het gouden tijdvak. Coosto, Buffer, Hubspot – ze zeggen het allemaal. En eerlijk is eerlijk: het klinkt logisch. Dinsdagochtend is het op LinkedIn waarschijnlijk drukker dan zaterdagavond. En dat je je boodschap het best kunt brengen als je publiek ook daadwerkelijk aanwezig is, snapt iedereen.
Het spitsuur van LinkedIn
Dus, case closed? ’s Ochtends posten op werkdagen is het credo? Nou, zo simpel is het niet. Want als we een laagje dieper graven en kijken naar hoe het LinkedIn-algoritme werkt, wordt het ineens een stuk minder zwart-wit. Natuurlijk, het algoritme blijft grotendeels een black box, maar één ding weten we wél: veel hangt af van de interactie in de eerste paar uur na publicatie. Scoor je daar goed, dan krijg je bereik.
Tot zover niks nieuws. Maar wat minder vaak besproken wordt, is dat jouw post in die cruciale eerste uren niet in een vacuüm wordt beoordeeld. LinkedIn vergelijkt hem met andere posts die rond hetzelfde moment zijn geplaatst. En als jouw post dan relatief beter presteert – méér reacties, likes, of doorkliks dan de rest – dan beland je bovenop de stapel. Fijn, zou je denken.
Maar nu komt de catch: wat gebeurt er als iedereen braaf het advies opvolgt om vroeg op kantoordagen te posten? Precies – dan sta je in de file. Het spitsuur van LinkedIn. Op die momenten komt er een stortvloed aan content voorbij, en dat betekent vooral: véél concurrentie. Jouw zorgvuldig geschreven post moet het opnemen tegen de gebruikelijke stroom AI-geprinte whitepapers, geëxplodeerde selfies van mensen die “iets spannends gaan doen” en clickbait in PowerPointformaat. Allemaal tegelijk. Misschien is het dus geen gek idee om juist niét aan te sluiten in die ochtenddrukte – en slim je eigen moment te kiezen.
Geen bereik in het weekend? Niet zo snel
Aan de andere kant van het spectrum liggen de weekenden. Waar de dinsdagochtend overspoeld wordt met content, heerst er op zaterdag en zondag een bijna serene rust op de tijdlijn. LinkedIn wordt nog steeds vooral als zakelijk platform gezien, dus het voelt bijna tegennatuurlijk om er in het weekend te posten. Het bereik is dan ook vaak lager dan doordeweeks – dat klopt.
Maar lager is niet hetzelfde als waardeloos. Want minder concurrentie betekent ook: meer ruimte. In het weekend hoef je het niet op te nemen tegen een overdaad aan carrouselposts en opgepompte bedrijfsupdates. En dat schept kansen. Wie dan post, krijgt relatief vaak meer engagement, simpelweg omdat jouw post er niet verdrinkt in de massa.
Bovendien is de kwaliteit van de aandacht in het weekend vaak beter. Mensen nemen de tijd, scrollen minder gehaast en staan meer open voor reflectie. Als je doelgroep bestaat uit mensen die in het weekend nog op LinkedIn rondhangen – de carrièretijgers, ondernemers of stille werkers aan een side hustle – dan heb je ineens een heel waardevol publiek te pakken. De moraal: het weekend is misschien geen volume-kampioen, maar wie gaat voor impact en inhoud doet er verstandig aan om deze dagen niet achteloos te skippen.
Zoek jouw eigen sweet spot
Ik zou dus niet klakkeloos aannemen dat je per se op een bepaald tijdstip moet posten. De wereld is niet zo simpel en het LinkedIn-algoritme al helemaal niet. Wat je beter kunt doen: ga zelf A/B-testen om te ontdekken wanneer jij het meeste bereik hebt. Blijkt dat toch gewoon die vertrouwde werkochtend te zijn? Helemaal prima, lekker blijven posten. Maar stel dat jouw ideale tijdstip dinsdagmiddag tussen 13:00 en 17:00 blijkt te zijn — omdat jouw doelgroep dan actief is én de concurrentie laag — dan heb je alsnog een tijdsframe van vier uur. Hoe kies je daarbinnen het juiste moment?
Weet je nog dat het algoritme vooral kijkt naar interactie in de eerste paar uur na plaatsing? Dan wil je dus vroeg in dat tijdvak online zijn, zodat je post maximaal de tijd krijgt om gezien te worden en tractie op te bouwen. In dit voorbeeld dus direct om 13:00 uur. Gooi je hem pas om 16:30 uur live, dan heeft je post nog maar een half uurtje om iets van momentum te pakken. Grote kans dat hij dan ondergesneeuwd raakt.
Kortom: ontdek je sweet spot, en pak dan het begin van dat tijdvak.
Blijf in beweging, blijf zichtbaar
Heb je eenmaal je ideale postmoment gevonden, dan begint het echte werk pas: ritme houden. Want hoe goed je timing ook is, zonder consistentie ben je al snel weer uit beeld. LinkedIn heeft zelf aangegeven dat actieve creators vaker in de spotlight worden gezet. Maar let op: actief betekent niet automatisch dagelijks. Integendeel – te vaak posten kan je eigen bereik ondermijnen. De ene post overschreeuwt dan de andere, alsof je op een verjaardagsfeestje om de minuut een nieuwe anekdote afsteekt. Leuk voor de eerste twee keer, daarna haakt iedereen af.
Er is geen gouden regel voor hoe vaak je moet posten – ook al wordt die vraag bijna net zo vaak gesteld als de ‘wanneer’-vraag. Eén keer per week? Prima. Twee keer? Ook goed. Vaker? Top, zolang je het maar volhoudt. De sleutel is voorspelbaarheid: wie regelmatig post, bouwt een publiek op dat weet wanneer ze iets van je kunnen verwachten. En dát vertrouwen, die regelmaat, is wat het algoritme beloont met bereik. Of je nou elke woensdag of om de week op maandag post: kies een ritme dat je kunt volhouden en blijf erbij.
Tijdloos scoort het langst
Nog iets wat vaak over het hoofd wordt gezien: op LinkedIn blijven posts veel langer zichtbaar dan op andere platforms. Wat je maandag postte, kan twee weken later nog steeds likes krijgen – en soms zelfs opnieuw momentum pakken. Content ‘dooft’ hier niet binnen een dag uit, maar zwerft als een soort digitaal dwaallicht nog lang over de tijdlijnen van je netwerk.
Dat betekent twee dingen:
- Stop met stressen over dat exacte tijdstip – kwaliteit wint het op de lange termijn van timing op LinkedIn.
- Maak je content tijdloos. Ik zie bijvoorbeeld nog wel eens posts voorbijkomen van 3 weken eerder over een webinar dat vorige week al plaatsvond. Dat je eerste contactmoment met iemand een verlopen uitnodiging is, voelt alsof je op een feestje aankomt terwijl iedereen net vertrekt.
Wil je tóch iets tijdsgebondens delen? Zet er dan na afloop even “Update: gemist? Stuur me een berichtje voor de replay” boven. Zo blijf je actueel en kun je nog steeds waarde halen uit een event dat al voorbij is.
Stop je stopwatch maar weg
Laat je dus niet gek maken door alle lijstjes met ‘ultieme tijdstippen’. Ja, timing helpt op LinkedIn – maar het is geen magische sleutel. Wie echt wil groeien op LinkedIn, richt zich liever op een consistente flow van sterke, tijdloze content. Posts die waarde toevoegen, in een ritme dat je kunt volhouden. Niet omdat je algoritmes wil pleasen, maar omdat je publiek daar het meeste aan heeft. En dat algoritme? Dat volgt dan vanzelf.