Innovatie

Hoe verschil maken tussen het openbare leven & internet een basale fout is

0

Column – 21 van de 22 aangeklaagden zijn veroordeeld in de zaak die Sylvana Simons had aangespannen. Op social media ‘afschieten dat wijf’ zeggen mag niet zomaar, oordeelde de rechter. ‘Apekop’ mag ook niet, als je het in een bepaalde context zet. ‘Zwarte roetmop moet kappen nu met dat gezeik’ ook niet.

De rechter achtte belediging of groepsbelediging in veel gevallen wettig en overtuigend bewezen. De meeste uitspraken over Simons werden gedaan naar aanleiding van haar Zwarte Piet-optreden in De Wereld Draait Door. De straffen varieerden van geldboetes tot een taakstraf.

Cornelis Vreeswijk zingt in zijn lied ‘Marjolijn’:

Want ergens anders schijnt de zon
en exploderen granaten
en daar marcheert een bataljon
daar sterven duizend soldaten
Wat is de liefde, Marjolein
is het een oorlog in het klein
kan men elkander vermoorden
zonder geweer, maar met woorden

Ja, zegt de rechter, dat kan dus: elkander vermoorden met woorden.

Maar het ging me om deze ene zin in het artikel in de Volkskrant: ‘Een veroordeelde vond dat bedreigingen op internet minder zwaar wegen dan in het openbare leven’.

Dat is opmerkelijk. De oude wereld ontmoet de nieuwe wereld. De zolderkamer vervuilt de buitenlucht. Het suggereert dat er twee verschillende juridische regimes zijn. Eentje voor het internet, en een andere voor het openbare leven. De gedachte is blijkbaar dat je op het internet meer vrijheid van meningsuiting zou kunnen genieten dan in ‘het openbare leven’.

Een beledigende uitspraak op internet krijgt meer aandacht

De rechter maakte geen onderscheid tussen beide, aldus het vonnis. Maar waarom zet de rechter niet gewoon door, hij kan het met overtuigende argumenten nog veel straffer maken. Een beledigende uitspraak die gedaan wordt in de kroeg, op de markt of in de volle metro krijgt veel minder aandacht dan een uitspraak op het internet. Als de verdachte dan toch al van mening is dat er een onderscheid is tussen ‘internet’ en ‘openbaar leven’ zou je dus met het grootste gemak kunnen verdedigen dat bedreigingen op het internet juist vele malen zwaarder zouden moeten aangepakt dan andere.

De moraal: blijkbaar is het voor sommigen nog steeds moeilijk om te beseffen dat er niet zoiets is als ‘het internet’ en ‘iets anders’. Alles is internet, niets is internet. Dat geldt voor samenlevingen, dat geldt voor bedrijven, dat geldt voor overheden, dat geldt voor alles.

‘Het internet’ en het Cannes filmfestival

Het geldt dus ook voor de film-industrie, en zeker de film-industrie in Frankrijk. Het is voorjaar 2017. Het is het Cannes filmfestival. De film ‘Okja’ dingt mee naar de prijzen. Okja is een fantasie-film van de Koreaanse regisseur Bong Joon Ho. Het gaat even niet om de inhoud van de film (een heel slechte, narcistische en gewetenloze CEO van een groot agrochemische international, een genetisch gemanipuleerd supervarken, een liefde tussen twee mensen en ook wat dierenbevrijdingsfront, u weet genoeg), het gaat er ook niet om of de film nu goed of slecht is en hoge ogen gooit bij de jury.

Het gaat om wat er gebeurde toen de screening (het tonen van de film) plaatsvond. Het begon ongelukkig toen de film in een verkeerd formaat werd geprojecteerd. Het kostte tien minuten om dit te herstellen en opnieuw te beginnen.

De nieuwe wereld is niet welkom

Maar de rapen waren echt gaar toen het Netflix-logo in beeld kwam. Boeoeoeoes, gefluit en gejoel. Groot protest. Een Netflix-film hoort niet thuis op het gevestigde festival van Cannes. Geen Gouden Palmen voor nouveau riche en parvenues. De nieuwe wereld is niet welkom op het feestje van de oude. De Franse filmclan is boos omdat de film niet via het traditionele bioscoop-circuit bij de kijkers zal komen, maar online, rechtstreeks beschikbaar voor de slordige honderd miljoen Netflix-abonnees.

Deze week werd bekend dat het Cannes Filmfestival besloten heeft de regels aan te passen. In de toekomst zullen alleen nog maar films die allereerst worden uitgebracht in het Franse bioscoop-circuit mogen meedingen naar de Gouden Palm. Een andere Franse regel schrijft voor dat er drie jaar moeten verstrijken tussen het uitkomen van een film in bioscopen en de online beschikbaarheid.

Drie jaar. Dat is bijna een generatie in tech-termen.

Richard Patry, de president van de Nationale Federatie van Franse Cinema, verwijt het Netflix dat dat ze niet bereid waren eraan mee te werken om de film eerst een tijd in het bioscoop-circuit uit te brengen. “We vinden het echt jammer dat Netflix het typische karakter van de Franse markt niet begrijpt.”

Richard Petry snapt er geen pepernoot van. Het is een loodgieter die probeert het lekje in de gootsteen te lassen terwijl het huis op een terp staat en de waterspiegel sneller stijgt dan een opkomende zon.

tekening sterre steins bisschop

Tekening: Sterre Steins Bisschop. Klik voor een vergroting.

Een raadgever die onraad ziet

Het gaat hem helemaal niet om de kijker die een mooie film wil zien. Hij is de lobbyist van de bioscopen, maar hij is een raadgever die alleen onraad ziet. Hij weet misschien nog net dat alle films ooit eindigen op het internet, maar hij weet niet dat er films zijn die tegenwoordig ook beginnen op het internet.

Het bioscoopbezoek is stijgende

En wat nog oliekoekendommer is, hij heeft niet door dat bioscopen juist kunnen profiteren van deze omarming. De kijker bepaalt de volgordelijkheid van het medium, en niemand anders. Wil de kijker eerst online en dan naar het doek? Dan doet hij het zo. Wil hij het andersom? Dan zal het andersom gaan. Aardig detail: het bioscoopbezoek is stijgende, de laatste jaren. Dankzij en misschien ook wel als reactie op het internet.

Maar minstens zo schrijnend is de fundamentele vergissing die de permafrost-laag in de branche maakt door films uit de stallen van machtige producenten als Netflix en Amazon te weren. Nog een paar jaar en de kans is groot dat de streaming-spelers hun eigen festival organiseren. Offline, dat wel. Waarom niet in Cannes?

Een stramme geest

Het filmfestival in Cannes staat model voor de stramme geest die niet in staat is om zich aan te passen aan zijn omgeving. De zolderkamerziel die alleen zijn eigen muren ziet en weigert in te zien dat hij precies dezelfde zuurstof ademt als de rest van zijn omgeving. De zolderkamerziel die zich bij de rechter beroept op het standpunt dat er verschil is tussen het internet en het openbare leven.

Nee, zolderkamerziel, nee, meneer de bioscopendirecteur, het zit echt overal.