Innovatie

SXSW (4): interactieve televisie, cloud computing, personalisatie, social capital

0

De 4de dag bij SXSW en de deelnemers zijn nog steeds even fit. Een volle dag met personalisatie-zonder-‘creapy’-te-zijn, hoe de Nederlandse politiek gered wordt door het web, interactieve televisie, teleurstelling rond iPad magazines, cloud computing, dood & social media en meer.

Future15, convergence, interactieve televisie en andere schermen

Onder de titel future15 wordt een reeks van 15 minuten presentaties gehouden over actuele onderwerpen. Een mooi model om snel veel informatie over te dragen en veel onderwerpen aan te kaarten. Onder het thema Convergence waren er diverse presentaties over interactieve televisie en wat men hier ‘second screen’ en zelfs ‘third screen’ noemt. Net als in Nederland kijkt hier meer dan de helft van de bevolking televisie met een ander device op schoot (smartphone, laptop, tablet). Deze extra schermen die persoonlijk, bedienbaar en leesbaar zijn gaan het televisiekijken veranderen.

Het aanbod van klassieke ‘eerste scherm’-producten op dit gebied is complex en gefragmenteerd. Kabelbedrijven, televisie fabrikanten, zenders, film distributie, on demand services als Netflix, ‘nieuwe spelers’ als Google TV en Apple TV hebben bijna allemaal hun eigen diensten en eigen technieken. Bijna allemaal hebben ze een onbedienbare EPG (elektronische programma gids), onleesbare boodschappen op het TV-scherm, een zoekfunctie die niemand gebruikt en ‘interactieve’ advertentie mogelijkheden (rode knop). De televisie gaat echter nooit een goede computer worden: te slecht leesbaar, te slecht bedienbaar en niet persoonlijk. Het tweede en derde scherm gaan hier de oplossing bieden of bieden dat al, zoals Yap TV.

Iedereen is verder op zoek naar goede aanbevelingen op basis van gedrag, sociale netwerken en andere voorkeuren. Het bedrijf The Filter houdt zich hier mee bezig. Sound identification, zoals toegepast in de app Shazam, gaat voor televisie een interessante rol spelen. Volgens ROVI zou op basis van bestaande settop boxes van kabelbedrijven nu al veel meer mogelijk zijn. In Amerika is televisiekijken overigens een veel grotere uitdaging dan bij ons. Hier hebben sommige kijkers ruim 500 kanalen tot hun beschikking. Probeer dan maar eens iets leuks te vinden.

How the web is changing Dutch Politics – Ruben Bos

Het voelt een beetje vreemd om 7000 mijl te vliegen en dan naar een presentatie te gaan luisteren over het web en de Nederlandse politiek. Iedereen kan ideeën voor presentaties en panels indienen, die mede door het publiek online gerate worden. Blijkbaar was de titel van deze presentatie prikkelend genoeg om alle hordes van het selectieproces te overleven.

Ruben Bos, creative director bij online bureau Mangrove, is een gedreven spreker die met grappige en soms hilarische slides (door nozzman.com) het publiek binnen 5 minuten voor zich gewonnen heeft. Hij geeft een beknopte omschrijving van de overeenkomsten en verschillen tussen de Amerikaanse en de Nederlandse situatie van zowel de politiek, internet gebruik en social media. Bos stelt dat het op de juiste manier monitoren van social media een betrouwbare voorspelling kan opleveren van de verkiezingsuitslag. Hij begeleidde een afstudeerproject van Jordy van Gelder, waarin een tool ontwikkeld is om de verkiezingsuitslag te voorspellen aan de hand van posts en discussies op de verschillende social media. Dat bleek wonderwel goed te gaan op macro-niveau. Stemr, zoals de tool heet, bleek aan de hand van de meningen op de verschillend platforms prima de verkiezingstrends te kunnen voorspellen.

Bos benadrukt dat het een experiment betreft waar zeker nog haken en ogen aan zitten. Maar het is bemoedigend dat de voorspelling van de volgorde van de vier grootste partijen klopte als een zwerende vinger. Hierna ging hij in op het feit dat de politiek in Nederland nadrukkelijk aanwezig is op de diverse platforms, waarmee we voorop lopen op de Amerikanen. Blijft de vraag staan in hoeverre we dat een positieve ontwikkeling is, immers:  je zou kunnen stellen dat social media in dat opzicht als een aanjager voor het populisme fungeren. Bos is er van overtuigd dat ook grotere issues, lange termijn belangen en creëren van draagvlak door social media ondersteund kunnen worden. Het web kan onze politiek dus nog redden.

Better living through cloud computing

Jon Wiley (lead designer bij Google) neemt ons mee in het heden en vooral de toekomst van cloudcomputing. Naar eigen zeggen niet vanuit een Google perspectief. Ja ja…

Het kantelpunt in het massagebruik van cloud-based services ligt in de kwaliteit van de beschikbare infrastructuur voor het grote publiek. We bevinden ons op dit moment op dat kantelpunt, aldus Wiley. Dat blijkt uit het snel beschikbaar komen van vele cloud-based services voor de consument: Picnik (fotobewerking), huishoudboekje (Mint), maar natuurlijk ook Google Docs.

Wiley stelt dat we ons moeten richten op het vinden van oplossingen voor de laatste grote beperkingen die in de weg staan van cloudcomputing. De belangrijkste is op dit moment de lichtsnelheid, om het maar een beetje klein te houden. Deze constante bepaalt namelijk de latency (de responstijd) en daarmee snelheidsbeleving van gebruikers op client-systemen. Opslag en processorkracht zijn hier al lang niet meer de meeste beperkende zaken.

Verder zijn veiligheid (en daaraan gekoppeld privacy) een steeds grotere bron van zorg. Want als al je spullen overal en nergens bereikbaar zijn, wordt een password wel een heel zwakke beveiliging. Er bestaat ook momenteel niet zoiets als een garantieregeling voor data, zoals die bijvoorbeeld wel voor banken bestaat. De door Google ondersteunde organisatie www.dataliberation.org stelt zich tot doel alle cloud-based aanbieders te dwingen hun infrastructuur zo open mogelijk te maken om dit enigszins te ondervangen.

Een aardig toekomstperspectief schetst Wiley in de vorm van ‘cloud augmented’ producten. Een goed voorbeeld is het ‘EyeFi‘ kaartje: een WIFI-kaartje, in de vorm van een SD geheugenkaartje, dat tot doel heeft content rechtstreeks op een dienst als Flickr te plaatsen. Op die manier kun je bestaande apparaten rechtstreeks koppelen aan cloud based services.

Aan het eind van zijn praatje doet Wiley een voorspelling: aan het einde van dit decennium zal iedere mens op aarde een apparaat hebben dat op een of andere manier verbonden is met een cloud-based dienst. We zullen het zien.

Your’re Dead. Your Data Isn’t. What Happens Now?

Meer dan bij ons is met hier in de weer met de vraag: wat gebeurt er met al je digitale content na je dood? Dit panel had als doel om vanuit verschillende invalshoeken hierover te discussiëren, waarbij juridische issues, ethische aspecten, technische hobbels of simpele vragen als ‘hoe goed bewaart Flickr mijn foto’s?’ aan bod kwamen. Het panel werd voorgezeten door John Romano die samen met Evan Carroll het boek ‘Your Digital Afterlife: When Facebook, Flickr and Twitter Are Your Estate, What’s You Legacy?’ heeft geschreven.

Jesse Davis van entrustet.com kwam met een aantal confronterende voorbeelden zoals de aanvankelijke weigering van Yahoo om de e-mails van de gesneuvelde soldaat Justin Ellsworth aan zijn vader af te staan. Zijn belangrijkste boodschap luidt dan ook: ‘decide how you’ll be remembered’ met als subtitle: ‘pass on the keys to your digital legacy’. Hiervoor moeten nieuwe diensten worden ontwikkeld, maar vooral ook een nieuwe mentaliteit van de netwerken en providers. Hij maakt onderscheid tussen digitaal erfgoed (foto’s, video’s, mail), hoe je herinnerd wil worden, online doodsberichten, ‘post death services’ en ‘funny stuff’, zoals een dienst waarbij het mogelijk is om na je dood nog Twitterberichten of Facebook posts te publiceren. Gewoon, om je nabestaanden de stuipen op het lijf te jagen.

Het ‘report a deceased person’s profile’ formulier op Facebook lijkt een eerste stap in de goede richting, maar dan worden er meteen ingewikkelde vragen gesteld, bijvoorbeeld naar het bewijs dat iemand echt dood is. Social network consultant Adele McAlear stelde de meest basale vraag die voor iedereen op gaat: wat wil je bewaren als je dood bent? Een vraag waar eigenlijk niemand graag mee bezig is. Het antwoord op deze vraag roept direct wedervragen op: Wat kost het om een gigabyte tot in de eeuwigheid op te slaan? Blijft de digitale data wel betekenisvol? En wil ik wel dat mijn kleinkinderen alles terug kunnen zien wat ik gedaan heb? Het helpt natuurlijk dat na je dood om te beginnen je betalingen voor bijvoorbeeld hosting ophouden. Dus als je wil dat je website in de lucht blijft dan moet je wat regelen, bijvoorbeeld dat je nabestaanden toegang hebben tot je accounts.

Aan de hand van dit panel kun je niet anders concluderen dan dat we nauwelijks een idee hebben van wat we ermee moeten, behalve dat het verstandig is om de nadruk te leggen op wat je zelf betekenis vol vindt. En er zijn nog een hoop, met name juridische, hobbels te nemen.

How to personalize without being creepy

Panel met Mat Harris @matharris, Hugo Liu @dochugo, Jen King @kingjen, Noah Weiss @noahweiss, Vijay Ravindran @vijayravindran

Steeds meer bedrijven investeren in personalisatie om hun klanten beter van dienst te zijn, of bij hen meer ‘share of wallet’ te krijgen. Personalisatie is een veelzijdig begrip: filteren van content, aangeven van voorkeuren, geautomatiseerde suggesties, echte behavioral targetting, of gewoon het persoonlijk aanspreken van klanten.

Deze mechanismen stellen bedrijven in staat om relevanter te communiceren en daardoor meer omzet te genereren. In personalisatie is er een enorm grijs gebied tussen het dienen van de belangen van klanten en het onethisch gebruiken van de persoonlijke gegevens voor gewin. Daarbij is het ook nog eens mogelijk dat de privacy in het geding komt. Als dit de overhand krijgt, dan krijgt personalisatie een ‘creepy’ gevoel. Kortom: het is de uitdaging om zorgvuldig te balanceren.

Er zijn een aantal voorwaarden te stellen aan ‘goede’ personalisatie:

  • de personalisatie moet begrijpelijk en overzichtelijk zijn voor klanten
  • de communicatie over het hoe en waarom van personalisatie moet helder zijn (een lange privacy policy is onvoldoende)
  • begin voorzichtig; laat je klanten eraan wennen
  • biedt altijd opties om niet mee te doen, of persoonlijke gegevens privé te houden (tip: je kunt je Google advertentievoorkeuren aanpassen)

Wanneer wordt het creepy? Hugo Liu zei het zo: het wordt creepy als bedrijven menselijke protocollen overschrijden. Als ze op onverwachte plekken (bijvoorbeeld in banners) plotseling tegen je gaan praten. Als ze je op het internet gaan achtervolgen. Als ze gegevens, die jij ze hebt toevertrouwd, gaan verkopen.

Citaten uit de discussie:

  • Privacy is a set of expectations – Hugo Liu
  • I’m always in favor of opt-in for personalization – Jen King
  • Brands will not stand in line to be clear on privacy risks
  • Personalization leads to fear of losing serendipity. That won’t happen because information is going parabolic right now – Hugo Liu
  • Personalization is here to stay – Mat Harris
  • People will okay to everything, without knowing it, just to see a dancing hamster – Jen King

Regeringen houden de ontwikkelingen op het gebied van personalisatie scherp in de gaten. En hoewel de techniek vrijwel zeker misbruikt zal worden door bedrijven, zal de markt uiteindelijk ontdekken dat vertrouwen aan de basis moet liggen van de relatie tussen merken en klanten.

Are we becoming socially anti-social?

Dit panel ging over de vraag hoe sociaal social media zijn, en welke invloed deze hebben op ons privé-leven: “At what point is Twitter getting more interesting than a happy kids face?”

In de zaal heerst een wat lacherige sfeer, omdat iedereen het probleem wel herkent. “Hi, my name is john and i’m an overtweeter”, grapt de voorzitter van het panel. Al snel wordt de discussie weggetrokken uit de verslavingssfeer – onterecht in onze ogen – en naar het praktische getrokken. Mensen hebben moeite met het balanceren tussen alle kanalen zoals Facebook, Twitter, e-mail en SMS. Kan dat niet geïntegreerd worden in één centraal platform, is de veelgestelde vraag die wel aangeeft dat het soms meer is dan mensen aan kunnen.

Een interessant boek over de impact van technologische ontwikkeling is Kevin Kelly’s ‘What technology wants from us‘. Ter sprake komt verder het begrip Inbox Zero waar praktische handvatten worden geboden voor het beheersen van de informatiedruk.

Een van de aanwezigen gebruikt een oud notebook om op te schrijven, omdat die geen wifi heeft en geen verleiding biedt. Een andere manier is het gebruik van Rescuetime, dat bijhoudt wat je doet zodat je dat aan het eidn van de dag kan evalueren. Dat schijnt interessante learnings op te leveren. Weer een ander benoemt zondag als No-tech Day. Dan gaan alle apparaten uit. Het panel riep de zaal op om oplossingen te tweeten. Degene die het meest werd geretweet en daardoor door het panel opgepikt:

@ike6: #overtweeting solution: Call your mother and read her all of your tweets from yesterday.

Opvallend is dat het onderwerp jaar na jaar terug komt op SXSW. Onze voortdurende strijd met het monster dat we zelf gecreëerd hebben?

Social capital: The billion dollar digital future

Social capital panelPanel met Bill Parkes, Mike Spataro, Zach Hofer-Shall, Richard Margetic; Twitter stream: #socialcap

Onderzoekers en bedrijven zijn het er inmiddels over eens dat de manier waarop bedrijven nu met social media omgaan drastisch zal gaan veranderen. Op termijn is het immers onhoudbaar om op alle Twitter mentions te reageren of om op Facebook met iedereen betekenisvolle gesprekken aan te gaan. Daarbij moeten bedrijven zich realiseren dat niet al hun medewerkers de communicatievaardigheden hebben om de brand equity van hun werkgever te beschermen of uit te bouwen.

Het begrip dat onderzoekers nu ontwikkelen om hier structuur in aan te brengen heet Social Capital. Social Capital = bereik x relevantie x vermenigvuldiging x centraliteit. Waarbij de vermenigvuldiging staat voor de mate waarin de boodschap door anderen herhaald wordt, en centraliteit staat voor de plaats van de zender in het grotere geheel.

Zowel bedrijven als individuen hebben Social Capital. Het inmiddels bekende Klout.com is een eerste kleine stap in de goede richting om dat een maat te geven.

De grote vraag is niet OF Social Capital een centrale rol gaat spelen in onze wereld, maar wanneer en hoe dat zal gebeuren. Men verwacht dat Social Capital binnen drie tot vijf jaar een reëel en toegankelijk begrip zal zijn, dat bedrijven in staat stelt om hun invloedrijkste concurrenten en klanten te identificeren, en dat mensen in staat stelt hun online vrienden ‘verstandig’ te kiezen.

Touching stories: designing digital magazines for the ipad

Zoals we in onze vorige bijdragen schreven lijkt het allemaal te draaien om de iPad en dan meer in het bijzonder de vers gelanceerde en vlakbij verkrijgbare iPad2. Zo ook deze presentatie. Vooraf: Onze verslaglegging hier op Frankwatching is een selectie van de panels en presentaties die we bezoeken. Met minder geslaagde of minder relevante zaken vermoeien we de lezer niet. Zo waren we helemaal niet van plan over deze presentatie te schrijven.

De reden dat we deze teleurstelling hier melden is de conclusie dat we nog veel werk kunnen verrichten en onze verwachtingen voor SXSW blijkbaar te hoog zijn. De iPad bestaat minder dan 1 jaar en de iPad1 is al obsoleet. We moeten blijkbaar nog veel onderzoeken en nieuw idioom vinden om magazines op de iPad te publiceren en niet onbelangrijk: abonnees en adverteerders iets te bieden. Ook het publiceren op een tablet kent zijn ‘horseless carriages’ in de vorm van een bladerbare PDF. We hadden gehoopt dat iemand hier al verder was en ons de weg kon wijzen of inspiratie kon bieden.

De inhoud ging overigens over een project (de ontwikkeling van Zinio) dat al een jaar oud is (wel nostalgisch, maar niet zo informatief of inspirerend) en de discussie ging vervolgens over hoe je PDF’s in een app kan krijgen. De presentatie kunt u zelf bekijken op Slideshare.

SXSW to the max

Het is hier een groot laptop-, iPad- en iPhone-paradijs en soms is de ruimte om even je mail te checken schaars.

Fabrique doet in een serie artikelen voor Frankwatching verslag van SXSW. De bijdragen zijn een coproductie van Gert Hans Berghuis, Jeroen van Erp, Pieter Jongerius, Matthijs Klinkert en Paul Stork.