Zet je publiek op scherp: 4 tips voor de inleiding van je presentatie
Binnenkort presenteren? De aanvang van je presentatie is misschien wel het belangrijkste onderdeel. Het is immers is je kans om je publiek nieuwsgierig te maken, om ze in de goede stemming te brengen. Bovendien schets je een kader waardoor de mensen in de zaal de rest van je verhaal beter kunnen begrijpen. Hoe pak je die inleiding goed aan? In dit artikel 4 tips en wat inspirerende voorbeelden.
1. Stel een vraag
Een eenvoudige manier om er meteen goed in te knallen, is met een vraag aan je publiek. Als je wilt dat je publiek antwoord geeft, zal je moeten beginnen met een vraag waarop het publiek zonder veel nadenken het antwoord weet. ‘De vraag zonder antwoord’. Je kunt ook bewust kiezen voor een vraag waar geen antwoord op komt. Hoe het ook zij: zorg dat je veel rust behoudt en goed benoemt wat er gebeurt. De crux zit ‘m in de broodnodige stilte na de vraag. De vragende vorm triggert de aandacht en als vanzelf zet het jouw publiek aan het nadenken over het antwoord op de vraag. Zo leid je ze je verhaal in.
Simon Sinek laat hier een mooi voorbeeld van zien:
2. Cijfers imponeren
Het kan erg mooi zijn om te beginnen met imponerende cijfers of statistieken, om meteen het belang van je onderwerp te onderstrepen. Kijk bijvoorbeeld eens hoe dat wordt gedaan in onderstaande toespraak, door Joe Smith. Het publiek wordt meteen overrompeld met een enorm getal. Niemand herinnert zich het precieze getal, maar de boodschap blijft hangen, namelijk: veel.
Kathy Pike ging in haar verhaal op TEDxTokyo ook op een krachtige manier met cijfers om. Ze brengt de cijfers op een scherpe manier in beeld. Zeker geschikt voor cijfers en percentages die anders misschien niet meteen tot de verbeelding spreken:
3. Klein verhaal
Iedereen houdt van verhalen, of je nu directeur bent of kleuter. Het publiek in de juiste stemming brengen kan dus ook door iets te vertellen over iemand in je omgeving, of iets uit het nieuws. Zo lang het maar iets of iemand is die geraakt werd door jouw onderwerp. “Laatst zei iemand bij de tramhalte, genen en DNA zijn toch hetzelfde?” De rest van je verhaal kun je ophangen aan het beantwoorden van de vraag uit je anekdote. Je kunt ook iets over jezelf vertellen waardoor je publiek je meteen leuk vindt. Of deskundig. Kijk eens hoe Susan Cain dit doet:
Het lijkt een anekdote over zomerkamp, maar gaandeweg merk je: dit gaat ergens heen. En zo leidt ze ons vriendelijk doch doeltreffend haar onderwerp in.
4. Gebruik beeld
Je kunt ook starten met een beeld, een foto of een tekening. Dit zal dan wel een beeld moeten zijn dat meteen aanspreekt. Een van mijn studenten begon ooit een presentatie met een foto van een trein die over een voetganger reed. Dat werkt dus niet: de meeste mensen in het publiek gruwden ervan en de spreker stond meteen vijf punten achter.
Een goed beeld werkt voor je. Kijk bijvoorbeeld eens naar deze talk van Mabel van Oranje, stap voor stap leidt ze het publiek haar onderwerp in:
Waarom werkt dit?
Dit alles werkt. Omdat je mensen meteen nieuwsgierig maakt, je publiek betrekt en omdat je origineel bent. En dat is maar goed ook, want in de eerste minuten moet het gebeuren. Je wint je publiek voor je, verleidt ze, maakt ze aandachtig. Natuurlijk hangt het van je publiek en je onderwerp af welke opening je kiest, dat wel. Maar, hoe dan ook, van een goed begin heb je je hele toespraak profijt.