Is het topmanagement klaar voor het gevecht om big data?
Big data is ongetwijfeld de populairste term in de IT-industrie. De term slaat op de trend om veel meer data op te slaan dan organisaties gewend zijn. Dit kan extra gedetailleerde data over interne bedrijfsprocessen zijn en over klanten. Het kan ook data zijn die uit externe bronnen is gehaald. In de meeste gevallen wordt big data opgeslagen om de analytische mogelijkheden van een organisatie te verbreden en te verstreken. Organisaties zullen elkaar steeds meer beconcurreren door middel van de data die ze bezitten en hoe slim ze deze analyseren.
Maar alles begint bij de data. Wie heeft uiteindelijk de beste data? Hiermee is het gevecht om big data begonnen. De vraag is dus welke organisatie er klaar voor is en of het topmanagement er ook klaar voor is.
Oude systemen voldoen niet meer
Als een organisatie wil overleven en concurreren, is het niet langer toereikend om de goedkoopste prijs te bieden, de beste producten te verkopen, de bedrijfsprocessen zo efficiënt mogelijk te laten lopen of transport zo gestructureerd mogelijk te organiseren. Om te overleven moet een organisatie haar data onberispelijk beheren en de bedrijfswaarde van de data maximaal benutten.
De juiste informatie verzamelen
De afgelopen twee decennia zijn veel data warehouses en BI-systemen ontwikkeld. Met deze systemen kunnen organisaties rapporten ontwikkelen die, bijvoorbeeld, een up-to-date overzicht van de jaarlijkse omzet geven en aangeven wat klanten de laatste paar maanden gekocht hebben. Al deze informatie is zeer waardevol, maar het is niet meer voldoende om te overleven, laat staan om de strijd met andere bedrijven aan te gaan.
Naast dat een bedrijf wil weten wat iemand gekocht heeft, wil zij ook weten wat de klant leuk vindt, wat hij waarschijnlijk gaat kopen en wat de relatie tussen hem en mogelijke andere klanten is. En als hij commentaar geeft op de producten en het bedrijf via sociale media, dan zijn ook socio-demografische kenmerken van belang.
Het gevecht om big data
Voor bedrijven gaat dit het gevecht om de data worden. Het bedrijf dat toegang heeft tot de meeste en beste data of daar eigenaar van is, die verschillende gegevensbronnen het best integreert, analyseert en gebruikt voor, bijvoorbeeld, voorspellende analyses en datamining, én het bedrijf dat de gegevens op de meest creatieve wijze gebruikt, zal waarschijnlijk een grote voorsprong op de concurrentie kunnen nemen en zou de strijd weleens kunnen winnen. Organisaties zullen elkaar beconcurreren met behulp van de gegevens waartoe zij toegang hebben en de manier waarop ze deze inzetten. In deze strijd is een belangrijke rol voor big data weggelegd.
Big data-technologie
Om big data-systemen te ontwikkelen, is nieuwe technologie vereist. De technologie die de afgelopen twee decennia gebruikt is voor de ontwikkeling van BI-systemen is beperkt. De laatste jaren zijn er veel nieuwe geavanceerde technologieën en producten op de markt gekomen waarmee gegevens op verschillende manieren benut kunnen worden. Voorbeelden zijn analytische SQL databases servers, Hadoop, in-memory analytical tools en complexe event processing engines. Zonder deze nieuwe technologie zal het ontwikkelen van big data-systemen lastig worden.
Het topmanagement moet meer weten
Aangezien data en de ondersteunende nieuwe technologie voor bedrijven zeer belangrijk gaat worden, volstaat het niet dat de IT-afdeling begrijpt hoe het werkt. Het is minstens zo belangrijk dat het topmanagement van een organisatie zich realiseert wat technisch haalbaar is en wat de beperkingen zijn. Als een bedrijf zijn gegevens niet up-to-date heeft, doet deze niet mee in de strijd. Kijk maar eens naar organisaties die al geslaagd zijn in hun gevecht om de gegevens, zoals Google, Facebook en Salesforce. Zij worden bijna allemaal geleid door een CEO met een technische achtergrond.
Leren van de geschiedenis
In dit opzicht valt er veel te leren van oorlogsvoering. Bijvoorbeeld, bij de bloedige strijd in Chancellorsville tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog in 1863 ging er iets dramatisch fout in de communicatietechnologie. Dit had verschrikkelijke gevolgen. Tijdens de Burgeroorlog was het aantal soldaten dat ten strijde trok, cruciaal. Hoe meer soldaten er beschikbaar waren, hoe groter de kans was om te winnen. Het was dus altijd riskant een leger te splitsen. De vijand kon ze dan één voor één verslaan omdat de legergroepen kleiner waren. Het probleem was dat de communicatietechnologie ontbrak om, bijvoorbeeld, een gecombineerde aanval goed te coördineren. Ze moesten soldaten te paard sturen om berichten door te geven.
Bij de slag om Chancellorsville splitste de commandant generaal van het noordelijke leger wel zijn leger in tweeën. Hij vertrouwde op de Morse-achtige telegraaftechnologie om berichten over lange afstanden te versturen. Helaas gingen de twee legergroepen te ver uit elkaar en werd de grens van de techniek overschreden. Het systeem werkte niet meer. En erger nog, ze waren op voorhand gewaarschuwd. Waarnemend Chief Signal Officer van het noordelijke leger, kapitein Samuel T. Cushing, verantwoordelijk voor alle vormen van communicatie, had geadviseerd deze communicatievorm niet te gebruiken en de draad te laten repareren, maar dit verzoek werd geweigerd. Niemand luisterde.
De gevolgen waren verschrikkelijk. De zuidelijken vielen de twee legergroepen één voor één aan, waardoor het noordelijke leger uiteindelijk de strijd verloor. En dit terwijl ze minstens twee keer zoveel troepen als het zuidelijke leger hadden. Dit is een duidelijk voorbeeld waarbij topmanagement niet over voldoende technologiekennis beschikte.
De uitdaging voor topmanagement
Data is van vitaal belang voor organisaties en de technologie die gebruikt wordt, bepaalt voor een groot deel het succes. Het gevecht om big data is grotendeels een gevecht om de juiste gegevensopslag en verwerkingsstrategie. Daarom moet deze strijd uitgevochten worden met de nieuwste technologie. Topmanagement moet kennis hebben van deze nieuwe gegevensopslag en analysetechnologie en moet het inzicht hebben en de durf om hierin te investeren.