Verdieping

Alles is meetbaar met wearables & there-ables

0

Column – En toen kregen we een introductie over Internet of Things (IoT). Er kwamen wat corporate slides langs, met ronkende getallen en juichende grafiekjes. En ja hoor, de Wet van Moore was er ook weer. Ik zal niet zeggen welke club (groot en gevestigd) dit keer de presentatie gaf, maar het was kleuterklasniveau. Om ons vertrouwd te maken met het concept van Internet of Things mochten we ons opsplitsen in groepjes van vijf, en met de groepjes kregen we een doosje met Littlebits-onderdelen.

Een schakelaartje, lichtgevoelige cel, accuutje, een schuifmetertje en nog wat, en ze zijn allemaal magnetisch aan elkaar vast te klikken. De opdracht: laat het lampje branden als er licht op valt, en uitgaan als het donker is. IJverig aan de slag en als je het in de goede volgorde met elkaar verbond, kreeg je het voor elkaar. En zo was je met de hele groep weer een half uurtje verder. Prachtidee, dat Littlebits, bekijk het vooral. Maar het levert niet een doorwrocht beeld op van wat het Internet of Things vermag te zijn.

De ervaring aan de workshop kwam weer naar boven naar aanleiding van een artikel met er in de mooie term there-able, als tegenhanger van wearable.

Wearables

Wearables zijn bij uitstek mogelijke leveranciers van data aan een netwerk van IoT. Maar ze overspoelen de markt nog niet, de iWatches of de Fitbits. Natuurlijk is het handig, de afstandsbediening aan je pols voor je iPhone. Het is fijn om te weten hoeveel stappen je op een dag doet en wat je hartslag is. Maar niet zelden hoor je dat als de nieuwigheid er vanaf is en de datastroom niet spectaculair van karakter verandert het enthousiasme afneemt. Is er een reden waarom Apple zo terughoudend is met het verstrekken van verkoopcijfers van de iWatch?

En dan heb je ook de ultieme wearables in de vorm van implantaten, een chipje in je pols bijvoorbeeld. Zodat je zonder sleutels je auto op slot kunt doen en je huis in gaat. Te zien bij een enkele Singularity Jehova of trendbroodspreker. Dit soort wearables worden overigens de embeddables genoemd.

Van nearables tot awarables

Naast de wearables en de embeddables (de implantaten) werd gesproken over de nearables (alle kleine devices met een laag verbruik en een locatiebepaler), de ingestibles (inslikbaar, voor darmonderzoek bijvoorbeeld), de hearables (het oor als plaats op het lichaam om bijvoorbeeld hartslag en lichaamstemperatuur te meten), de rideables (alles wat met vervoer te maken heeft, bijvoorbeeld ook de Segway of de hoverboard), de awarebles (technologie die de omgeving interpreteert, bijvoorbeeld een jas met camera en gezichtsherkennings-software).

En als laatste wordt genoemd de there-ables.

There-ables

En terecht wordt in het artikel erbij gezegd dat dit waarschijnlijk de meest kansrijke en duurzame categorie is, die bij gaat dragen aan het succes van Internet of Things.

There-able. Mooie kreet. En misschien zit er wel meer symbolische waarde in het woordje ‘there’ dan je in eerste instantie zou denken. There als tegenhanger van here.

Indeling in twee groepen

Ergens is er een evenwicht in de symbiotische relatie tussen mens en technologie. Laten we de dataverzamelaars in het algemeen indelen in twee groepen: de wearables en de there-ables.

Wearables zitten op ons, in ons, aan ons, en meten zonder enige interactie precies waarvoor ze zijn opgeleid. Na een tijdje moeten ze worden opgeladen en synchroniseren we ze met onze telefoon of cloud of wat dan ook.

There-ables kunnen opdrachten krijgen. We stellen de temperatuurgrenzen van de Nest-thermostaat in, ofwel op de thermostaat zelf, ofwel op de app die ermee verbonden is. Veelal hebben there-ables een vaste stroomvoorziening. Ze leren ons kennen door ons gedrag, en ze kunnen erop reageren.

wearables-thereables-sterre-steins-bisschop

Tekening: Sterre Steins Bisschop

Het evenwicht tussen wearables en there-ables

De mens is op zoek naar het evenwicht tussen de wearables en de there-ables. En het is een overweging om te denken dat de modale mens niet meer dan één wearable bij zich wil hebben. Dat kan ook de smartphone zijn, als de wearable die al heel veel kan.

En daarnaast ligt er een bijna onbeperkte uitdaging in het vinden van alle there-ables die we gaan aansluiten op ons eigen kleine Internet of Things. Dat mag van alles zijn. Lichtgevoelige cel, thermometer, locatiebepaler, vochtmeter, snelheidsmeter, hoogtemeter, de kluis bij de voordeur, de sensorcamera, de microfoon in de wieg, het spionnetje op de hoek van het pand, de co2-meter in de Volkswagen.

Alles wat meetbaar is, zal gemeten worden

Slimme toepassingen bedenken

Het aantal soldaten in het leger van there-ables groeit met de dag. Alles wat meetbaar is, zal gemeten worden. De uitdaging zit in het bedenken van slimme toepassingen die de informatie (die tussen al die verschillende sensoren registreert en interpreteert) er betekenis aan geeft. Het is dezelfde waarheid als die van het internet zelf. Het gaat niet meer om het aantal aangeslotenen, het gaat om de verbindingen tussen de aangeslotenen, en de gesprekken die er gevoerd worden.

Denk na over de mogelijkheden

De intelligentie van een IoT neemt exponentieel toe met het aantal metertjes dat wordt aangesloten op het netwerk. En dat kan voor ieder mens een ander, eigen netwerk zijn. Niets ontslaat ons van de plicht om na te denken over de mogelijkheden die ontstaan als je onvermoede combinaties in je IoT-netwerk met elkaar gegevens laat uitwisselen, en indien nodig op elkaar laat reageren.

De there-ables zullen in de meerderheid zijn ten opzichte van de wearables, domweg omdat wij mensen met niet meer dan een beperkt aantal wearables kunnen omgaan.