Loopbaan

Say yes to the mess: wat bedrijven kunnen leren van jazzmuziek

0

Column – In het natuurtheater ‘De Kersouwe’ heeft de beste trompettist – van laten we zeggen, de wereld- Eric Vloeimans, de afgelopen tien jaar meerdere malen opgetreden. In wat wij noemen ons ‘klein’ theater, een amfitheater midden in de bossen van Heeswijk-Dinther, Oost-Brabant. Meestal met een vrije opdracht. Kom maar, en neem mee wat je denkt dat goed voor ons en voor jou is, zo is meestal de briefing die ik – als onbezoldigd programmeur – hem geef. Zo ook in 2012. In het programmaboekje en op de website hebben we aangekondigd dat Eric zal optreden met accordeonist Tuur Florizoone en cellist Jörg Brinkmann.

Het is zaterdag 28 juli 2012, de dag van het optreden. Eric komt in de loop van de middag op ons theater. Tuur is er ook, met eigen vervoer. We staan op het stenen podium van het kleine theater, instrumenten worden uitgepakt, en Jörg komt ook aan de achterkant van het theater aangereden. En dan. Eric stelt Tuur voor aan Jörg, en stelt Jörg voor aan Tuur. Het is de eerste keer dat die twee met elkaar op een podium staan. Eric Vloeimans heeft met beiden afzonderlijk gespeeld, had veel concerten gedaan met Tuur, een ongebruikelijk duo: accordeon–trompet. En Eric had een paar keer gespeeld met Jörg. De enige voorbereiding voor deze avond was dat ze aan elkaar stukken hadden gestuurd die ze wilden spelen. Geen audio maar papier, ze kunnen allemaal noten lezen en heel goed ook.

Het werd een top-avond voor 350 mensen op de tribune, het werd de geboorte van een trio. Eric kondigt nummers aan, Tuur vertelt een verhaal over de liefde van mosselen, L’Amour des Moules, en in mijn herinnering zei Jörg niet veel. Wel werd zijn Fellini’s Waltz gespeeld. Een jaar later speelden ze in deze samenstelling op North Sea, onder de naam Oliver’s Cinema. Voor de puzzelaars, het is een anagram van Eric Vloeimans. Het trio treedt nog steeds regelmatig op. Ga erheen als je de kans krijgt.

The Jazz Mindset

Vorig jaar las ik het artikel Strategic Change and the Jazz Mindset (Bernstein & Barrett, 2011). Het verhaal gaat over het vermogen van organisaties om te reageren op snel veranderende omstandigheden, het vermogen om te kunnen improviseren, het vermogen om kwaliteiten te ontwikkelen die de buigzaamheid hebben waar de omgeving om vraagt. Deze leiderschapslogica wordt ‘the Jazz Mindset’ genoemd.

Dit is een verhaal in ontwikkeling. Een zoektocht naar wat bedrijven kunnen leren van muziek, en misschien is het niet eens per se de jazzmuziek, want ook daar vind je volop voorbeelden van vastgeroeste gewoontes en patronen, van creatieve artrose.

Een gesprek met Eric Vloeimans. Waarom ging het zoals het ging, die avond in ons theater. Een trio dat nog nooit met elkaar had gespeeld en elkaar ogenschijnlijk feilloos vond en liet, samen en alleen, met de ogen dicht en de ogen open. Waarom ging het zoals het ging?

Over structuur en vertrouwen

“Je hebt een minimale structuur. Vanuit je veilige intuïtie denk je dat een duo goed genoeg is, maar je weet niet eens waarom. Ik vroeg Jörg er bij. Je springt. Je moet durven springen. Ik ga natuurlijk niet met een onbekende of halve zool het podium op. Het is puur gebaseerd op vertrouwen, en op zelfvertrouwen. Het kan domweg niet fout gaan, dat weet je. Je komt bij elkaar, ik had een set-list gemaakt, en dan begin je gewoon. Je begint vanuit het niets. In het niet-weten – dat lijkt dom maar dat is het niet – daar zit alle wijsheid. We vinden dat we alles moeten weten, dat alles vooruit berekend en bekend moet zijn, we vinden dat over een jaar moeten weten waar we moeten zijn. Je moet in elkaar kunnen kruipen, in het geluid en het idee van de ander. Je moet flexibel meebewegen.”

Het is een verleidelijke valkuil om de vergelijking met ‘agile werken’ hier te maken. Of scrum. Zitzakken en pingpongtafels. Maak de vergelijking die je wil. Waarom –zo is de eenvoudige, niet wetenschappelijke en op ervaring gebaseerde vraag-, waarom werd die zaterdagavond in 2012 een magische avond en wat kunnen we hiervan leren?

Waarom werd die zaterdagavond in 2012 een magische avond en wat kunnen we hiervan leren?

column54

Tekening: Sterre Steins Bisschop. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Twee voorwaarden

Vloeimans noemt twee voorwaarden. Het onvoorwaardelijk vertrouwen in jezelf en in de mensen waarmee je op het podium staat, waarmee je in het team zit. En als tweede de wijsheid dat je vanuit een bepaald niets begint. Natuurlijk, het is geen absoluut niets, je hebt een minimale structuur, je speelt in principe een nummer waarvan je de noten gelezen hebt, je toetst een hypothese, je valideert een stelling.

Maar het eindpunt is onbekend, hoogstens weet je dat het concert is afgelopen rond half twaalf. Hoogstens weet het scrum-team dat je drie weken met elkaar in een kamer zit en in die drie weken het allerbeste levert wat je hebt.

Over fouten maken

En dan, dan ga je samenwerken, je gaat muziek maken, je vertrouwt op elkaar, je vertrouwt op jezelf, maar fouten kunnen worden gemaakt.

Over fouten maken in de muziek. Ik laat Vloeimans aan het woord. Verder geen commentaar.

Vertrouwen

“Het gaat er om hoe vrij je bent van geest, hoe je durft op je intuïtie te vertrouwen. Er zijn geen fouten. De enige fout die je kunt maken, is door je rigide op te stellen. Muziek is de meest directe vorm van kunst. Een schilder kan nog iets herstellen. Als je een kut-noot speelt, zul je er een zinvolle wending aan moeten geven. De fout komt altijd achteraf. Een fout blijft een fout als je de oplossing niet later aandraagt. En dan wordt het een mooie fout, dan wordt het interessant. Hoe wendbaar springt een ander daar op in? Je moet echt integer naar elkaar luisteren”.

De fout komt altijd achteraf. Een fout blijft een fout als je de oplossing niet later aandraagt.

Over hiërarchie, democratie en de veranderende wereld

Vloeimans speelt regelmatig met de Holland Baroque. Een nieuw programma is te beluisteren en bekijken vanaf eind januari.

“In de Baroque is er een concertmeester, Judith. Iedereen kan ideeën aandragen, iedereen mag wat vinden, maar zij zegt uiteindelijk hoe we het in beginsel gaan doen. Ik geloof niet in totale democratie, dat is alleen maar heel vermoeiend. In de kleinere gezelschappen waarin ik speel, ben ik de leider in de groep, maar het heeft er een tijdje over gedaan voor mezelf om dat te accepteren. Uiteindelijk moet er één iemand zijn die de knoop doorhakt.

Ik ben geïnteresseerd in mensen die niet in de begeleidingsrol schieten, maar die mij impulsen geven.

Maar als je eenmaal aan het spelen bent, is er geen hiërarchie. Gelukkig niet. Ik ben geïnteresseerd in mensen die niet in de begeleidingsrol schieten, maar die mij impulsen geven. Je hebt ook mensen die steeds de veiligheid in duiken. Dan weet je dat steeds hetzelfde gebeurt. Dat hoeft niet erg te zijn als de wereld niet beweegt, maar dat is niet zo. De wereld is steeds in beweging, en als je dat niet volgt, wordt het niet alleen saai, maar raak je ook je publiek kwijt”.

Over minimale afspraken

“In de muziek heb je een bepaalde muzikale taal die we met elkaar spreken. Wij gebruiken ons westers tonaliteitsstelsel, met begrippen als majeur en mineur, melodie, ritme. Het is niet geluid maken, het is muziek. Het gaat over structuren binnen akkoorden. Als ik majeur speel, moet je er geen mineur overheen spelen. Als je dat niet hoort, ben je geen goede musicus. Je moet altijd uitgaan van simpel materiaal en duidelijke afspraken. Met simpel materiaal kun je, als je dat wil, altijd nog ingewikkelde dingen maken. Je kunt van driekwartsmaat naar vijf-achtsten naar elf-achtsten. Maar met ingewikkeld materiaal kun je niets anders dan ingewikkelde dingen maken, dan heb je geen keuze meer.”

Over samenwerken

“Je moet openstaan voor solo’s. Ja, als iemand er opeens vandoor gaat, moet je hem de ruimte geven. Het is weer het vertrouwen wat hier belangrijk is. Je moet heel gentle zijn, maar je moet ook heel rigoureus kunnen zijn. Je moet solo’s durven nemen, ook durven geven. Dat is een kwestie van voelen. Als je die ruimte niet voelt, dan dooft het. Het gaat om een alertheid. Je kunt niet een beetje alert zijn, je moet volledig alert zijn. Een evenwicht tussen het helemaal in het niets zijn en tegelijkertijd toegewijd aan het moment. Je kunt niet aan andere dingen denken.”

Over kennis en ervaring en de wet van potentialiteit

Ik ben heel blij met de kennis die ik van de jazzmuziek heb. De akkoordenrijkheid en de kennis. Dat zit voortdurend in mijn rugzak. Akkoordenkennis, akkoordwendingen, hoe je die kunt benaderen, vooral in Bebop, daar zit heel veel virtuositeit in. Daarna wordt het de kunst van het weglaten, maar de virtuositeit zit dan wel al in je hersenpan. En altijd moet je er open voor staan om te leren, leren om dingen anders te doen.

Wendbaar zijn

Je moet wendbaar kunnen zijn. Wendbaar zijn is een vorm van intelligentie. Intelligentie is dat je iets nog niet snapt, maar misschien wel begrijpt, en dat je je ergens in laat zakken waarvan je nog niet weet wat de uitkomst zal zijn. Dat is de wet van potentialiteit. Dáár is de wijsheid te vinden. Je weet nog niet weet waar die zit, maar door het te laten gebeuren ga je dingen ontdekken. Die ruimte moet je jezelf geven, ook dit is weer het vertrouwen in jezelf. De wijsheid zit echt in jezelf. Je moet het wel durven toelaten. We zitten in een cultuur van angst, we moeten allemaal scoren, het moet allemaal snel, we mogen geen fouten maken. Daarom ook heb ik een pleurishekel aan programma’s als “The Voice’. Je hoeft helemaal niet meteen een hit hebben, dat is gewoon heel zonde van alle dingen die je om die reden niet meer maakt.”

Tot zover het gesprek met Vloeimans.

Het veranderingsvermogen van organisaties

Dit artikel kan het begin zijn van een inventarisatie van de jazz-mindset en een verkenning naar de overeenkomsten die er zijn om het veranderingsvermogen van organisaties te verbeteren. Barrett en Bernstein noemen begrippen als ‘accepteer de rotzooi, de bende’, ‘spring in het diepe en doe wat’, ‘wissel af tussen solo’s spelen en solo’s laten’, ‘minimale structuur en maximale autonomie’. Allemaal zaken waar Vloeimans het over had.

Magnus Carlsen speelt nu in het Tata Steel schaaktoernooi, Wijk aan Zee. Zijn tactiek is om zo vroeg mogelijk in de partij af te wijken van gangbare openingspatronen. Er op vertrouwende dat hij beter kan omgaan met een onbekend speelveld dan zijn tegenstander. En dat blijkt ook zo te zijn. Hij maakt orde uit de chaos. ‘Say yes to the mess’.

Het zou voor veel organisaties moeten gelden.