Online marketing

Is het jongerenprotest verdwenen? Waarom het nog wél bestaat

0

Halverwege de twintigste eeuw ontstond jongerencultuur als tegenbeweging. Met wiegende heupen, lange haren en korte rokjes zetten jongeren zich af tegen hun ouders en de generaties vóór hen. Opzien baren, choqueren, het was onderdeel van hun identiteitsvorming. Al deze nozems, punks, rockabilly’s, hippies en middle of the road-jongeren voelden zich verbonden in hetzelfde gedachtengoed: wij gaan het anders aanpakken dan onze ouders. Anno 2017 lijkt jongerencultuur steeds minder een blok van protest tegen volwassenen. Wat is er gebeurd?

Culturele toenadering

First things first, de culturele afstand tussen jong en oud is afgenomen in onze samenleving. Dit is het gevolg van twee opvallende ontwikkelingen. Allereerst is jeugdcultuur de dominante cultuur in onze samenleving geworden. In mode en leefstijl proberen ouderen zo lang mogelijk jong (met 20-25 als ideale periode) te blijven. Jong zijn is tot norm verheven en ouder (en wijzer) worden, wordt vaker als onaantrekkelijk weggezet.

Ten tweede lijken ook jongeren steeds sneller volwassen te worden. ‘Kids getting older younger‘ heet dit fenomeen binnen marketing. Pubers komen dankzij de constante (digitale) informatiestroom al op jonge leeftijd met zaken in contact waar voorgaande generaties pas aan het eind van hun puberteit mee in aanraking kwamen. Ze wekken daardoor de indruk minder naïef te zijn en te weten wat er in de wereld te koop is. Ze vormen een ogenschijnlijk zelfverzekerde generatie die al vanaf jonge leeftijd als volwaardig gesprekspartner wordt beschouwd.

Jong zijn is tot norm verheven en ouder (en wijzer) worden, wordt vaker als onaantrekkelijk weggezet.

Een nauwe band van Nederlandse jongeren met hun ouders

De culturele toenadering leidt tot een relatief nauwe band van Nederlandse jongeren met hun ouders. Dit bleek ook uit het recente onderzoek Generation What! (pdf.). Deze grootschalige poll toont bijvoorbeeld dat in Nederland 67 procent van de jongvolwassenen Facebookvrienden is met hun ouders en 71 procent praat met hun ouders over zoiets persoonlijks als (liefdes)relaties. In geen enkel ander Europees land binnen dit onderzoek zijn deze percentages zo hoog. Het gevolg van deze culturele toenadering: protesteren tegen een oudere generatie voelt voor jongeren minder natuurlijk. Waarom zou je protesteren tegen mensen die eigenlijk helemaal niet zo anders in het leven staan dan jijzelf?

Waar zijn de jongeren?

Dat jongeren en volwassenen cultureel meer op één lijn zitten, is dus een mogelijke verklaring waarom jongeren zich in mindere mate lijken af te zetten tegen volwassenen. Maar we zien ook een andere ontwikkeling. Jongeren lijken zich als groep überhaupt minder af te zetten, niet alleen tegen ‘de volwassenen’, maar bijvoorbeeld ook niet tegen bemoeizuchtige organisaties en overheden, of tegen het onderwijssysteem.

Dit lijkt vooral een gevolg van een toenemend gebrek aan gedeelde waarden die jongeren op grote schaal met elkaar verbinden. Een onderzoek bij onze oosterburen illustreert dit perfect. De Duitse krant Die Zeit vierde in 2016 haar 70e verjaardag en keek ter ere van dat jubileum vooruit: in welke wereld willen Duitsers leven? Welke waarden, welk gedachtegoed willen ze overdragen op volgende generaties? Dergelijke vragen legde Die Zeit voor aan 3.000 Duitsers van alle leeftijden.

‘Waar zijn de jongeren?’, vroegen de onderzoekers zich verbaasd af toen ze de data analyseerden. Het leek wel of jongeren als groep verdwenen waren uit de antwoorden. Of het nu gaat om seks, drugs en rock & roll, family time of werkomstandigheden, de Duitse tieners en twintigers onderscheiden zich in hun antwoorden vrijwel nergens ten opzichte van oudere generaties. Het enige waarop tieners en twintigers anders scoren, is hun lagere interesse in politieke en culturele ontwikkelingen, wat zelfs haaks staat op het actieve engagement van vroegere jeugdbewegingen. Onder de Duitse jeugd is blijkbaar geen sprake van uitzonderlijke opvattingen die hen als groep met elkaar verbindt.

Het enige waarop tieners en twintigers anders scoren, is hun lagere interesse in politieke en culturele ontwikkelingen, wat zelfs haaks staat op het actieve engagement van vroegere jeugdbewegingen.

Een gebrek aan gedeelde waarden

Ook in Nederland lijken verbindende opvattingen onder Nederlandse jongeren steeds meer te ontbreken. Het eerder genoemde onderzoek ‘Generation What!’ toont aan dat Nederlandse jongvolwassenen sterk zijn gepolariseerd. Specifiek de verschillen tussen hoger- en lageropgeleide jongvolwassenen in Nederland zijn gemiddeld groter dan in alle andere Europese landen binnen dat onderzoek. Dit is mogelijk deels te verklaren door een afname van ‘organisatievormen’ onder jongeren.

Je moet tenslotte je eigen geluk maken

Verschillende verbindende, collectieve identiteitskaders zijn de afgelopen decennia verdwenen of hebben aan invloed ingeboet. De rol van kerk en politieke partij zijn al sinds de jaren 50 weggesleten. En met de opkomst van het door welvaart gevoede individualisme (iedereen is allereerst verantwoordelijk voor zichzelf) zijn ook de andere organisatieverbanden uitgehold. Van vakbonden tot activistische organisaties, jongeren voelen zich hier steeds minder mee verbonden. Je moet tenslotte je eigen geluk maken…

De afname van maatschappelijke organisaties onder jongeren verkleint de mogelijkheden voor breed gedragen (offline) jongerenprotest.  Stel, je bent nu 17 en je maakt je druk over de afnemende kansen op de arbeidsmarkt, een vastgeroeste huizenmarkt of het klimaat. Waar vind je in real life nog gelijkgestemde leeftijdsgenoten waarmee je je eens goed boos kunt maken in de hoop dat ook de rest van 17-jarig Nederland zich bij je aansluit?

Rebellie is inherent aan jong zijn

Toch bestaat ‘jongerenprotest’ nog wel. Jong zijn blijft een basis voor de protestgedachte: je afzetten tegen de status quo, tegen de opvattingen van je ouders, van je leraren, van een andere groep jongeren óf tegen de heersende normen en waarden in de maatschappij, is inherent aan identiteitsontwikkeling in de adolescentie. Ook nu zien we dat een protestgedachte haar oorsprong nog regelmatig vindt, of in ieder geval veel steun krijgt, bij jongeren (met name 18-25 jaar).

Genderbenders en financiële startups

Denk bijvoorbeeld aan de groeiende aandacht en bijval voor genderbenders: mensen die bestaande opvattingen over man-/vrouw-zijn doorbreken. Of aan de populariteit van door jongeren opgerichte organisaties zoals Kromkommer, dat zich hardmaakt tegen voedselverspilling. En wat te denken van de wildgroei aan financial startups zoals Bunq die een ‘jong’ alternatief willen bieden voor grote, onpersoonlijke, banken?

Nieuw aan deze ‘protesten’ is vaak de vorm. We zien een verschuiving van de barricades naar sociaal ondernemerschap en natuurlijk de opkomst van digitale platformen waar jongeren zich online uitspreken over allerlei onderwerpen. Het activistische platform Avaaz weet het door jongeren omarmde clicktivism (passief protest met een muisklik) bijvoorbeeld op een waardevolle manier te gebruiken voor agenda setting en beleidsbeïnvloeding. De vrijheid van het digitale domein biedt jongeren sowieso alle ruimte om geëngageerde, onschuldige of ronduit provocerende, dingen te roepen en onderling te bespreken.

Jongerencultuur clicktivism

Jong & oud samen op de barricaden

Maar als we focussen op de activistisch/geëngageerde hoek, valt het op dat het zelden alleen jongeren zijn die ergens tegen in opstand komen. Veel vaker vindt een nieuw, jong geluid direct bijval van volwassenen. Dit geldt voor de veranderende kijk op gender naar aanleiding van genderbenders, voor de consumentenhouding ten aanzien van voedselverspilling en voor het toenemende wantrouwen ten opzichte van grote instituten zoals banken.

Een sprekend voorbeeld van het samen optrekken door jong en oud waren ook de studentenprotesten in 2015 in Amsterdam: jonge studenten zetten zich, samen met vele universitair docenten, medewerkers en hoogleraren in voor democratisering van de universiteit. Dit werd gezien als een studentenprotest, maar de aard van het protest sloot net zo goed aan bij de onvrede van volwassen professionals binnen de universitaire wereld. Jonge/frisse protestgeluiden bestaan nog steeds, maar meer dan vroeger vindt dit nu bijval in een op jongeren en vernieuwing gerichte volwassenencultuur. Met de popularisering van jongerencultuur zijn niet alleen de uiterlijke verschijningsvormen van het jong zijn gepopulariseerd, ook de bijbehorende protestgedachte is meer ‘van alle leeftijden’ geworden.

Organisaties met een missie

Dit biedt uiteraard ook een kans voor organisaties met een ‘missie’. Wil je dat jongeren jou en jouw doelen in het hart sluiten? Communiceer dan vooral actief jouw eigen ideaal en breek met de bestaande conventies waar je het niet mee eens bent. Bied jongeren de mogelijkheid om zich af te zetten tegen de status quo door zich met jou te verbinden en gebruik elkaars enthousiasme en opstandigheid om te werken aan een doel waar zowel jong als oud in gelooft.

Afbeelding intro (uitsnede) met dank aan Guido van Nispen via Flickr, CC2.0. Afbeeldingen artikel met dank aan 123RF.