Online marketing

Digitale transformatie bestaat niet in Estland

0

Column – “Niemand vertrouwt politici, dat is bij ons ook zo. Maar in Estland vertrouwen we het systeem. Dat is niet gemaakt door politici. Ook niet onder toezicht van politici. Het is van, voor en door de burger.” Marten Kaevats is de adviseur van Jüri Ratas, de minister-president van Estland.

De minister-president Jüri Ratas is 39 jaar oud.

De adviseur Martin Kaevats is 32 jaar oud.

Estland (Estonia) is een ontwikkeld land, heeft een welvarende economie, en scoort opvallend hoog als onafhankelijk land (persvrijheid, burgerlijke zelfstandigheid). Estland was het eerste land ter wereld dat toegang tot het internet als een mensenrecht beschouwde, in 2005 verkiezingen via het internet had, en is het eerste land ter wereld dat het begrip e-residency kent, een programma waarbij niet-Estlanders gebruik kunnen maken van Estlandse diensten zoals het starten van een bedrijf, bankieren, betaaldiensten en belastingen.

Ik herhaal, Marten is 32 jaar.

We spreken elkaar op een maandagavond in mei tijdens het sprekers-diner van het 19e PINC-congres in Zeist, dat een dag later plaatsvindt.

Wat nog bijna nergens lukte

Waarom lukt in Estland wel wat nog bijna nergens lukte? De Esten kunnen al vanaf 2005 via het internet hun stem uitbrengen via elke computer waar ook ter wereld. En bij ons heeft de knullige stemcomputer het loodje moeten leggen tegen… het potloodje.

De verklaring is simpel.

Estland heeft 1,3 miljoen inwoners. Daarvan betaalt ongeveer de helft belasting. Dat is een overzichtelijke hoeveelheid geld. Je bent dus wel verplicht om het systeem heel efficiënt in te richten. Een groot ambtenarenapparaat kun je je domweg niet veroorloven, of je maakt van alle burgers ambtenaren door ze zo veel mogelijk verantwoordelijkheid te geven over hun eigen gegevens. De burgers in Estland zijn eigenaar van de gegevens die ze aan het systeem toevertrouwen.

Daarnaast kreeg Estland in 1991 zijn onafhankelijkheid als soevereine democratische republiek. Een logische behoefte was om zo snel mogelijk volledig los te komen van de Sovjet-Unie, in alles. Dus ook in systemen. Weg van de oude Sovjet-technologie. Met als gevolg bijvoorbeeld dat Estland al gebruikmaakte van het blockchain-gedachtegoed nog voordat Satoshi Nakamoto in 2008 zijn beroemde blockchain-whitepaper publiceerde.

Minimale bureaucratie

Een gemiddelde belasting-aangifte duurt een paar minuten, aldus Marten en een eventuele teruggaaf is binnen een paar dagen een feit. Papieren recepten voor de apotheek bestaan niet meer. Als je wil vissen, vraag je online een visvergunning aan voor een paar uur, of voor een paar dagen. Zelfde geldt voor het kappen van een boom. Veilige geauthenticeerde identiteit is het geboorterecht van iedere Est (bron: Marten en Wikipedia); voordat een pasgeboren baby thuiskomt, zijn geboortebewijzen al geleverd en is het kind verzekerd. En zo zijn er tientallen toepassingen: de bureaucratie is minimaal en de burger neemt het werk van de ambtenaar over, doet het met plezier, wordt er beter van. Vergelijk het met ons internetbankieren van ooit waarmee we het suffe overtik-werk van vele bank-klerken overnamen. Dat de banken zo slordig omgingen met onze hulp is een ander verhaal.

Digitale transformatie?

Op de vraag van Marten waar ik me zoal mee bezig hield vertelde ik wat over Jungle Minds, en over de bescheiden begeleidende rol die we gespeeld hadden bij onder andere de digitale transformatie van Leaseplan. Hij luisterde, herkende de grote uitdaging die er ligt in de mobiliteits-markt. Dieselgate, electric vehicles, car sharing, autonomous vehicles, prehistorische contract-voorwaarden in de leasemarkt, ouderwetse kanaal-conflicten bij de grote merken, rigide distributieketens, imperfecte tweedehandsmarkten. Een dag later spraken we elkaar weer even. “Digitale transformatie, zei je. Ik heb er over nagedacht. Zo zouden wij het nu nooit noemen. We gebruiken dat woord eigenlijk niet. De manier van omgaan met gegevens en systemen is een lifestyle en per definitie digitaal.”

Hij heeft natuurlijk gelijk. Digitale transformatie, het is een pleonasme. De houten boomstam. De uiterste limiet. De liegende Trump.

Digitale transformatie is een hopeloos misverstand. Er zijn nog steeds bedrijven die ‘digital’ erbij doen. Die het ergens onderbrengen bij marketing of, nog erger, bij IT. Ik lees het verslag van een workshop van een – laten we zeggen – grotere adviesclub. Er staan echt goede dingen in, daar niet van. Goede dingen over leiderschap en gedeelde verantwoordelijkheid. Maar ook tenenkrommend. Er wordt gesproken over een ‘digital journey’; ook weer zo’n klinkklaar pleonasme. Er wordt gezegd dat de digitalisering nu pas echt begint. Tja, waar was je de afgelopen tientallen jaren?

En een van de deelnemers vraagt zich af: moeten we wel digitaliseren vanuit het klassieke IT-domein? De vraag stellen is hem beantwoorden. Nee, beste deelnemer, digitaliseren vanuit het klassieke IT-domein is het allerstomste wat je kunt doen. Het is het allerbeste recept voor een pestilente mislukking.

Tekening: Sterre Steins Bisschop

Kijk naar Estland

Kijk naar Estland. Kijk naar de vrucht van de noodzaak. De noodzaak om een systeem op te zetten dat heel zorgvuldig omgaat met de mogelijkheid om de gebruikers te verleiden het werk te doen. De noodzaak om los te komen van een technologisch beschimmelde, rigide en verouderde (Sovjet) infrastructuur. En het inzicht om het over te laten aan een stel lenigen van geest. Dat zegt niet per se iets over de leeftijd, maar wel over het vermogen om niets als vanzelfsprekend aan te nemen. Twijfel bij alles, is het devies.

Ten slotte, in Estland wordt nagedacht over de mogelijkheid om wettelijke rechten te geven aan robots. Het loopt vooruit op de vergaande discussies over de mogelijkheden van artificial intelligence (AI). En hier komt de rijkdom van het Estse verleden van pas. De hulp van een mythologische figuur wordt ingeroepen om de ingewikkeldheid van technologie te begrijpen.

De kratt-wet

De mythologische figuur is kratt, een schepsel van honderden jaren oud dat een aantal unieke eigenschappen kent. Wij kennen kabouters, de Est heeft de kratt. De kratt komt tot leven als hij van de duivel een ziel krijgt. En deze ziel wordt vergeleken met een algoritme voor een robot. De kratt begint zijn meester te dienen. De kratt als beeld voor AI. Iedere Est kent het verhaal van de kratt, de figuur helpt om AI beter te begrijpen.

Een kratt zal zijn meester dienen zonder te rusten. De kratt doet precies wat hem opgedragen wordt, en als er een foutje in het ontwerp van de opdracht zit kan het ongemakkelijk worden. Dan is het beter de rusteloze kratt een opdracht te geven die geen einde kent, bijvoorbeeld om een ladder van brood te bouwen. De kratt kan de eindeloze opdracht niet aan en uiteindelijk vat hij vlam – een kratt is gemaakt van stro – en verbrandt in duizend stukjes. De meester is zijn kratt en zijn probleem kwijt.

Mooi beeld. De hulp van de mythologie wordt ingeroepen om te helpen begrijpen wat een nieuw fenomeen als AI betekent, en ook wat de bedreigingen zijn. In Estland wordt nagedacht over het legaliseren van AI. De naam van de wet: the kratt law.