Schrijven

Doe de test: snap jij wat de koning zegt?

0

Prinsjesdag. De koning licht via de Troonrede de plannen van de regering voor het komende jaar toe. Dat doet hij natuurlijk in taal die iedereen snapt. Toch? Nee, helaas. Veel passages uit de Troonrede zijn onnavolgbaar. Test het zelf maar: snap jij wat de koning zegt? En dit moeilijke taalgebruik geldt niet alleen voor de Troonrede. Heel veel mensen en bedrijven volgen dit voorbeeld van de koning. Ze spreken klanten toe in onnodig moeilijk taalgebruik. Ik pleit daarom voor één taalniveau: begrijpelijke taal.

Op 16 september 2020, de dag ná de Troonrede, namen mijn collega en ik samen de Troonrede door. Los van elkaar hadden we namelijk het idee dat veel woorden en zinnen in de Troonrede té moeilijk waren. Na een paar alinea’s hardop gelezen te hebben, keken we elkaar aan. Het bleek nog veel erger dan dat we aanvankelijk dachten. Sommige zinnen waren compleet onbegrijpelijk. En dus herschreven we de Troonrede 2020 in begrijpelijke taal.

Doe de test: snap jij wat de koning zegt?

Drie voorbeelden. Probeer zelf te kijken of jij snapt wat de koning zegt. Houd in je achterhoofd dat je geen bedenktijd hebt. De koning is namelijk alweer bezig met het oplezen van de volgende zin. Je moet de zin dus in één keer snappen. Succes!

  1. Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.
  2. Goede mobiliteit schraagt de economie.
  3. De internationale gevolgen van de coronacrisis kunnen moeilijk worden overschat, niet in economisch en niet in geopolitiek opzicht.

Man met kroon haalt schouders op.

De antwoorden: weet jij wat de koning zegt?

Snapte jij het direct? En is dat je gelukt zonder de zin twee of drie keer opnieuw te lezen? Dan heb je een uniek gevoel voor de Nederlandse taal. Voor wie het niet lukte, hieronder de vertaling.

  1. We moeten nu al kijken naar de toekomst. Dat is de boodschap die jongeren meegeven aan volwassenen.
  2. Verkeer en transport moet makkelijk van A naar B kunnen. Dat is goed voor onze economie.
  3. De wereldwijde gevolgen van de coronacrisis zijn waarschijnlijk groter dan dat we nu al denken. De crisis heeft over de hele wereld gevolgen voor de economie en de politieke situatie.

Wat is er fout aan de Troonrede?

De Troonrede is te moeilijk. Als je als koning / regering weet dat er 677.000 Nederlanders met een verschillend opleidingsniveau kijken naar de Troonrede, dan kun je niet doodeenvoudig denken: ‘Beste mensen. Ik ga nu het beleid van de regering toelichten. Ik gebruik nogal moeilijke taal. Maar doe vooral niet je best om dit verhaal te begrijpen. Het gaat om de symboliek. Ik gebruik veel mooie metaforen en dure woorden. Dus ga lekker zitten voor een mooi stukje proza.’

Mooie taal horen? Lees een roman of ga naar het theater

Wie mooie proza wil horen, leest een roman of bezoekt een poëtische bloemlezing in het theater. In dit geval gaat het over het beleid van de regering voor het aankomende jaar. Dat is een belangrijk onderwerp. Het doel zou dan ook moeten zijn dat zo veel mogelijk Nederlanders de tekst begrijpen. Politici gebruiken sowieso al heel vaak onbegrijpelijke metaforen of moeilijke vaktaal. De Troonrede biedt een kans om het regeringsbeleid overzichtelijk op papier te zetten. Er is dus geen enkele reden om moeilijke taal te gebruiken.

Extra bijzonder is het dat de troonrede vooraf wordt doorgelezen en gecorrigeerd door het Genootschap Onze Taal. Daarin schuilt dan ook direct het probleem. Het genootschap is een ‘vereniging voor taalliefhebbers’. En taalliefhebbers houden van mooie taal en niet zozeer van begrijpelijke taal.

Vrouw in bibliotheek.

Wat is begrijpelijke taal?

Wat is begrijpelijke taal dan eigenlijk? Robert W. Bly (schrijver van The Copywriters Handbook) geeft aan dat 95% van jouw doelgroep een tekst moet kunnen begrijpen. Anders is die tekst te moeilijk. Dit is eigenlijk een prima definitie van begrijpelijke taal.

Begrijpelijke taal is ook aan te duiden via een aantal voorbeelden. Begrijpelijk taal is

  • … het taalniveau van artikelen op nos.nl of nu.nl
  • … het taalniveau in de meeste advertentieteksten
  • … het taalniveau waarop de koning praat als hij geïnterviewd wordt
  • … het taalniveau waarop vrienden in een café een gesprek met elkaar hebben
  • … het taalniveau dat cabaretiers gebruiken in hun shows
  • … het taalniveau van de artikelen op Frankwatching, zonder de vaktaal

Van 6 taalniveaus naar begrijpelijke taal

De Nederlandse taal heeft 6 taalniveaus: A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Je komt ze tegen in vacatures:  “Je schrijft teksten op B1-niveau”. Wat eigenlijk wordt bedoeld, is: “Je schrijft in begrijpelijke taal”. Die instructie, “schrijf begrijpelijk”, maakt daarmee alle 6 taalniveaus overbodig.

Houd dus niet vast aan de 6 taalniveaus. Schrijf in begrijpelijke taal. Waarom? Heel simpel. Omdat jouw doelgroep de tekst moet begrijpen. Waarom zou je een tekst onnodig moeilijk maken, als er ook een makkelijkere (lees: begrijpelijke) variant mogelijk is? Laten we de 6 taalniveaus overboord gooien en overstappen op 1 niveau: begrijpelijke taal.

Een cabaretier maakt het nooit moeilijk

Zullen we de taal van een cabaretier eens uitlichten? Een cabaretier maakt grappen. Het publiek moet die grappen snappen. Zo snel mogelijk. De cabaretier wil niet dat het publiek bezig is met het snappen van moeilijke woorden of zinsconstructies. Het publiek moet bezig zijn met de inhoud van de grap.

En dus gebruikt een cabaretier geen woorden als ambigu, materie, curieus, immers of daarentegen. Behalve dan Hans Teeuwen die het bewust doet. Een cabaretier gebruikt ook geen lange zinnen inclusief, zoals we hier nu doen om dit voorbeeld goed duidelijk te maken, lastige tangconstructies.

En uiteraard gebruikt een cabaretier ook geen hele simpele taal als “Een man loopt op straat. Hij ziet een kat. De kat zegt miauw. De man aait de kat”. Deze makkelijke teksten hebben weinig te maken met een taalniveau maar zijn onderdeel van het leerproces van onze taal op basisscholen of taalscholen.

Kat achter laptop.

Stop met moeilijke-woorden-lijsten

Laten we nog even doorgaan over het leren van taal op school. Zodra je op het voortgezet onderwijs komt, moet je namelijk moeilijke-woorden-lijsten leren. In havo 3 leer je bijvoorbeeld woorden als transitie, consensus, prognose en conventioneel.

Maar het is eigenlijk zonde om hier tijd aan te besteden. Er zijn eenvoudige varianten voor deze woorden. Als iedereen z’n best zou doen om begrijpelijke taal te spreken en schrijven, dan wordt het in je hoofd stampen van moeilijke woorden en hun betekenissen overbodig. In dit tijd kunnen leerlingen mooi dingen leren die wél zinvol zijn.

Waarom bestaan C1 en C2-niveau eigenlijk?

Dat roept gelijk de vraag op: welke mensen gebruiken er eigenlijk het hogere C1- en C2-niveau? Over het algemeen wordt aangenomen dat mensen hogere taalniveaus gebruiken om zelf slimmer over te komen. C1- en C2 worden ook wel schrijftaal genoemd. Emeritus (= C2-taal voor gepensioneerd) hoogleraar tekstkwaliteit Jan Renkema gaf in een eerder Frankwatching-artikel over schrijftaal het voorbeeld van studenten die expres moeilijke woorden in masterscripties gebruiken om intelligent over te komen.

En vaktaal dan?

Een stukje terug noemde ik als voorbeeld ook de artikelen op Frankwatching, zonder de vaktaal. Betekent dit dat vaktaal moeilijk is? Het antwoord daarop is ‘ja’ en ‘nee’. Vaktaal is moeilijk voor mensen uit een ander vakgebied en makkelijk voor mensen binnen jouw vakgebied. Vertel je iets over jouw vakgebied aan iemand die een heel ander beroep heeft? Dan moet je vaktaal dus vermijden. In de andere gevallen is vaktaal prima en niet moeilijk.

Poëzie en literatuur

Is moeilijke taal nooit toegestaan? Jawel. In een roman, in een bundel met romantische poëzie of in een literaire voordracht in het theater. Mensen die blij worden van teksten vol metaforen, dure woorden, grootsprakerige teksten en beeldende uiteenzettingen, kunnen kiezen voor een specifieke roman, bundel of voordracht en zich verlekkeren aan het ingewikkelde taalgebruik. Maar voor teksten gericht op alle Nederlanders geldt heel simpel: niet doen. Houd het begrijpelijk.

Schrijf je zelf veel teksten en wil je moeilijk taalgebruik voorkomen? Leg je tekst dan voor aan mensen waarvan je je afvraagt of ze jouw tekst begrijpen. Voel je niet bezwaard om dit te doen en vertel ze dat je jouw tekst begrijpelijk wil maken voor iedereen. Laat deze mensen een streep zetten door alles wat ze niet snappen. Doe dit een paar keer opnieuw. Zo krijg je er vanzelf het juiste gevoel voor. Succes!