Schrijven

Effectieve eindredactie: vermijd passief & wollig taalgebruik

0

Waarom zou je een tekst langer maken dan nodig? Misschien heb je nog niet zoveel ervaring met schrijven, of vind je dat je slim of interessant overkomt als je wollig schrijft. Misschien heb je nog nooit bewust nagedacht over het vermijden van passief en overbodig taalgebruik, of je hebt geen tegenlezer die je hierop wijst.

Onder welke groep je ook valt, de boodschap van dit artikel is: check je teksten op passief en wollig taalgebruik. Wat onnodig is, kan waar mogelijk weggelaten worden. Checken, checken, checken. Daarom ga ik in op wat passief taalgebruik is, hoe je dit kunt opsporen en ombuigen. Daarnaast deel ik voorbeelden van wollig taalgebruik, zodat jij lekkere vlotte teksten kunt (blijven) schrijven.

Passief taalgebruik

Laten we beginnen bij de basis. Wat is het verschil tussen een actieve en passieve zin? Eigenlijk is het best simpel: in een actieve zin, voert het onderwerp een actie uit. Bijvoorbeeld:

  • Elsemieke legt de laatste hand aan een artikel.

In deze zin is ‘Elsemieke’ het onderwerp, en zij ‘legt de laatste hand aan een nieuw artikel’. Een actieve zin. Als we deze zin passief maken, wordt het (bijvoorbeeld):

  • Aan het artikel van Elsemieke wordt de laatste hand gelegd.

In deze zin staat niet de persoon, Elsemieke, centraal, maar de status van een handeling. Een passieve zin dus. We noemen dit ook wel de ‘lijdende vorm’, omdat het lijdend voorwerp uit de actieve zin, het onderwerp is in de lijdende zin. Even voor de middelbare school-herhaling: een lijdend voorwerp is het zinsdeel waarop de werking van het werkwoord rechtstreeks betrekking heeft.

In dit voorbeeld werkt het als volgt: in de actieve zin is ‘een artikel’ het lijdend voorwerp, omdat het werkwoord ‘leggen’ hierop slaat. In de passieve zin is ‘een artikel’ het onderwerp.

Kijk uit voor ‘worden’, ‘zijn’ en voltooid deelwoorden

Vooral voor online teksten streven we vaak naar korte zinnen. Zoals Marlous ten Berge schrijft in haar artikel over hoe mensen online lezen: ‘schrijven is schrappen’. We hebben het al druk genoeg, waardoor we teksten online vaak scannen in plaats van lezen. Daarom is het belangrijk om kort en bondig te blijven. Toegankelijke en beknopte taal helpt daarbij.

Een tekst hoeft natuurlijk niet altijd kort en bondig te zijn. Dit hangt ook af van het doel van je tekst en het onderwerp. Maar het vermijden van overbodige (te) lange zinnen en woorden is natuurlijk altijd mooi meegenomen. Zoals in het voorbeeld met Elsemieke, valt het je waarschijnlijk wel op dat de actieve zin korter is:

  • Elsemieke legt de laatste hand aan een artikel.
  • Aan het artikel van Elsemieke wordt de laatste hand gelegd.

Passieve zinnen bevatten vaak het woord ‘worden’ of ‘zijn’ en een voltooid deelwoord. In dit voorbeeld gaat het dus om ‘wordt’ + ‘gelegd’. Naast dat dit taalgebruik de zin langer maakt, wordt om nog een reden de passieve vorm afgeraden. In passieve zinnen mis je namelijk vaak de persoon die een handeling uitvoert.

  • Aan het artikel wordt de laatste hand gelegd.

Wie legt de laatste hand aan het artikel? ‘Elsemieke’ is hier verdwenen. Dit maakt de zin onpersoonlijk en/of afstandelijk.

Passieve zinnen actief maken

Om een passieve zin actief te maken, kan het dan ook goed helpen om jezelf af te vragen: ‘door wie?’ Het antwoord op de vraag is het onderwerp dat je kunt gebruiken voor je actieve zin. OnzeTaal deelt ook een mooi voorbeeld, waarin je dit verschil goed terugziet:

  • Ik neem binnen 3 werkdagen contact met je op.
  • Er wordt binnen 3 dagen contact opgenomen.

Welke zin spreekt jou meer aan? Terwijl het maar zo’n klein verschil is. Af en toe een passieve of lijdende zin in je tekst gebruiken is natuurlijk geen probleem. Soms leest het ook gewoon heel lekker als afwisseling. Of past het bij je schrijfstijl. Maar als je de tekst vlot en kort wil houden, zou ik aanraden om het waar mogelijk te schrappen.

Ik betrap mezelf ook regelmatig op het gebruik van passieve zinnen. Als je lekker aan het schrijven bent, denk je daar minder ‘actief’ over na. Pas bij de eindredactie kom je erachter dat het een stuk actiever kan. Lees je tekst altijd na!

Nog 2 voorbeelden:

  • De telefoons zullen gebruikt kunnen blijven worden.
  • Wij kunnen de telefoons blijven gebruiken.
  • De boeken worden beschikbaar gesteld.
  • De boeken zijn beschikbaar.

Wollig taalgebruik

Naast onnodig passief taalgebruik, zien we op de redactie ook vaak wollig of onnodig taalgebruik langskomen. Zinnen die een stuk korter kunnen, zonder iets aan de betekenis van de zin te veranderen. Of onnodige moeilijke woorden, terwijl het bekend is dat je ‘dom lijkt als je moeilijke woorden gebruikt’. Het gebruik van moeilijke woorden laat je in ieder geval niet slimmer lijken.

Deels trends, deels populair taalgebruik, maar ook deels gewoon eigen voorkeur of schrijfstijl van de auteur: we hebben met de redactie een paar voorbeelden van wollig taalgebruik verzameld.

  • om die reden > daarom
  • maakt gebruik van > gebruikt
  • als consument zijnde > als consument
  • een tweetal vragen > twee vragen
  • talloze opties > veel opties
  • veelal > vaak
  • aan voortdurende veranderingen onderhevig > verandert continu
  • gemakkelijk > makkelijk
  • gehele > hele
  • door gebruik te maken van > met
  • … stelt gebruikers in staat om > door … kunnen gebruikers
  • met als doel > om
  • verkrijg > krijg
  • maken gebruik van > gebruiken

Bonustip

Een tip die ik tijdens mijn studie heb gehoord en inmiddels al aan veel mensen heb doorgegeven, deel ik graag: gebruik nooit de woorden ‘zeer’ of ‘erg’ als je het over iets positiefs hebt. Schrijf bijvoorbeeld nooit:

  • Ik heb zeer veel zin in het weekend.
  • Ik heb erg veel zin in het weekend.

Onbewust registreren onze hersenen deze woorden namelijk als negatief. Om je zin sterker over te laten komen, kun je dus beter minder woorden gebruiken:

  • Ik heb veel zin in het weekend.

Extra kracht toevoegen aan deze zin? Gebruik dan het woordje ‘heel’ of plaats een !

  • Ik heb heel veel zin in het weekend!

Redactie-frustraties

Als ik aan mijn redactiecollega’s vraag van welk taalgebruik ze kriebels krijgen, is het antwoord (naast passief en wollig taalgebruik) duidelijk:

  • anno
  • medio
  • … is niet meer weg te denken.
  • De ontwikkelingen rondom … gaan ontzettend hard.
  • Door de digitale transformatie …

We kunnen niet garanderen dat je bovenstaande voorbeelden nooit tegenkomt op Frankwatching.com, maar ze worden tijdens de eindredactie in ieder geval vaker verwijderd dan dat het blijft staan. Deel het gerust als je hier ergens een taalergernis tegenkomt.

Wat is jouw taal-frustratie? Deel ‘m in de reacties hieronder!