Loopbaan

Optimisme: wat is het, kun je het leren en wat levert het op?

0

Optimisme is een woord waar iedereen al snel een gevoel bij heeft. Ondanks de positieve betekenis, roept het woord bij veel mensen ook een allergische reactie op. Maar wat houdt optimisme nou écht in? Word je geboren als een optimist of is het iets wat je kunt leren? En wat heb je er eigenlijk aan?

Wat is optimisme?

Juul van den Boomen bespreekt in haar boek ‘Optimisme aan het werk‘ (affiliate) hoe je optimisme kunt vergroten bij jezelf en bij anderen én wat dat je kan opleveren. Maar laten we beginnen bij het begin: wat is optimisme eigenlijk?

Optimisme is een mindset die wordt gekarakteriseerd door hoop en vertrouwen in een goede toekomst en succes. Die mentale houding wordt gecombineerd met de wijze waarop we de werkelijkheid en de wereld om ons heen interpreteren. Namelijk vanuit een basisvertrouwen dat je zelf een positieve invloed kunt uitoefenen op de situatie en op hoe je reageert op die situatie en vanuit een geloof dat je meer goede dan slechte dingen zullen overkomen.

Word je ermee geboren of kun je het leren?

Voor sommige mensen lijkt het als vanzelf te gaan: overal de positieve kant van inzien, kansen benutten en een stralend humeur hebben. Deels zit dat ingebakken in onze aard. We krijgen bepaalde kenmerken met onze geboorte mee. De mate waarin we ingesteld zijn op optimisme of pessimisme – onze default instelling – erven we deels via onze genen.

Optimisten hebben een actiever beloningscentrum in hun brein en zijn daarnaast minder vatbaar voor het verbinden van (te) negatieve emoties aan tegenslagen. Uit onderzoek is zelfs gebleken dat we een ‘zelfvertrouwen-gen’ hebben. Dat bepaalt mede hoe optimistisch we zijn en hoe groot ons (zelf)vertrouwen is in onze eigen invloed op ons lot en ons leven.

Dit klinkt allemaal behoorlijk voorbestemd, maar gelukkig is de invloed die we zelf kunnen uitoefenen op ons optimisme groter dan we vaak beseffen. Niet alleen onze genen spelen een rol. Ook factoren in onze omgeving hebben invloed en daarnaast hebben onze ervaringen en de resultaten van die ervaringen een effect op hoe optimistisch of pessimistisch onze verwachtingen zijn.

Zo blijkt uit ander onderzoek dat leeftijd ook een factor is. Optimisme neemt in het algemeen toe tijdens onze jongere volwassen jaren, is redelijk stabiel als we tussen de 55 en 70 jaar zijn en neemt daarna weer af. Hier bovenop groeit de overtuiging dat optimisme ook beïnvloed wordt door sociale interacties en wordt het beschouwd als ‘sociaal besmettelijk’. Andere onderzoeken wijzen uit dat optimisme naast een natuurlijk en biologisch proces, ook een sterk cognitief proces is. En juist dat is waar de ruimte zit om optimisme verder te ontwikkelen.

3 cognitieve draaiknoppen

Of het nou om een structurele karaktertrek gaat of eerder om tijdelijke buien, de belangrijkste drie punten waarop optimisme en pessimisme op cognitief niveau van elkaar verschillen zijn:

1. Selectieve aandacht en informatieverwerking

Er is sprake van selectieve aandacht en informatieverwerking. Een optimist kiest de positieve en versterkende aspecten in zijn omgeving uit en richt daar zijn aandacht aan. Ook heeft een optimist de neiging om informatie die niet bij zijn positieve perspectief past te filteren of zelfs te negeren. De pessimist doet precies het tegenovergestelde. Hij besteedt in verhouding meer aandacht aan de negatieve aspecten en kanten van een situatie, waarbij hij voorbijgaat aan de positieve aspecten. Dit is aangetoond met wetenschappelijk onderzoek. Hierin werd door het volgen van de beweging van de ogen, aangetoond dat optimisten visueel minder aandacht geven aan vervelende of negatieve beeltenissen dan pessimisten. Misschien is hier sprake van onze unintentional bias: we zien alleen dat wat we belangrijk vinden.

2. Vertrouwen

Er is vertrouwen (of bij pessimisten een gebrek daaraan) in de eigen mogelijkheid om een positieve invloed uit te oefenen op belangrijke situaties, gebeurtenissen of relaties. Degenen die geloven dat de meeste gebeurtenissen in ons leven worden beheerst door externe factoren, gedragen zich als relatief passieve personen. Hebben we daarentegen een interne locus of control, dan geloven we juist wel dat het zin heeft om ons ergens voor in te zetten, omdat we daarmee onze toekomst positief kunnen beïnvloeden.

3. Persoonlijke ervaringen

De wijze waarop persoonlijke ervaringen geïnterpreteerd en geduid worden is ook een belangrijk punt. Dit noemen we onze attributiestijl. Dit kun je zien als een verklaringsstijl waarmee we onze houding bepalen tegenover de gebeurtenissen in de wereld en hier betekenis aan geven in termen van oorzaak en gevolg. Je kunt ook zeggen: wat voor verhaal maak je nu eigenlijk van de werkelijkheid?

Het toewijzen van mislukking of falen aan persoonlijke, permanente en allesomvattende factoren (bijvoorbeeld: ‘Ik ben een mislukking en maak overal en altijd fouten met alles wat ik aanpak’) leidt tot een pessimistische blik op de werkelijkheid, omdat al die factoren buiten iemands locus of control liggen. Het tegenovergestelde doen in het geval van teleurstellingen (‘Het was ook gewoon heel erg moeilijk, deze keer ging het niet zo goed en ik ben beter in andere dingen’) maakt het mogelijk om een volgende keer op betere resultaten te hopen en geeft het gevoel dat daar ook echt invloed op uitgeoefend kan worden.

optimistische vrouw

Optimisten kijken enerzijds met een positieve blik naar de toekomst en verwachten veel positiefs van die toekomst, maar geven anderzijds ook een overwegend positievere verklaring voor het verleden, het heden en de eigen invloed. Er zijn dus in feite drie ‘cognitieve draaiknoppen’, waarmee we onze blik op het leven en de werkelijkheid kunnen beïnvloeden.

  1. Op welke informatie richt jij je aandacht?
  2. Hoe groot is het vertrouwen in jouw eigen invloed?
  3. Welke verklaringsstijl over ervaringen en gebeurtenissen heb je en welk verhaal creëer je dus over jezelf?

Optimisme vergroten

Je kunt een verklaringsstijl ontwikkelen naar meer optimisme (zoek maar eens naar de 3 P’s van Martin Seligman). Als het gaat om de andere twee ‘cognitieve draaiknoppen’ kun je je richten op het versterken van een aantal andere activiteiten en vaardigheden. Dit zijn activiteiten die ons als mensen helpen om in een voortdurend complexer en onzekerder wordende wereld te overleven. Waarmee we door op onze aandacht en informatieverwerking te focussen, onze motivatie vergroten. En door daadwerkelijk te ondernemen, te experimenteren en te leren ons (zelf)vertrouwen te versterken.

Activiteiten die optimisme versterken zijn o.a.:

  • Dromen en verbeelden: visualiseren wat we belangrijk vinden en nastreven.
  • Focussen op waarde creëren: impactvolle veranderingen en echte vooruitgang leveren zelden slechts aan één persoon voordeel op. Succesvol zijn is vrijwel onmogelijk zonder waarde te leveren aan een groter verhaal. Dus: waarde creëren die herkend en erkend wordt.
  • Gaan voor dat wat werkt: een focus op mogelijkheden en oplossingen. Gericht op feitelijke effectiviteit. Overtuigingen zijn maar overtuigingen en van nature subjectief. Daarom is het essentieel om optimisme te onderbouwen met realisme, met feiten en kennis die al een bewezen effect hebben.
  • Verbinden en delen: door ideeën en idealen te delen vanuit verbinding worden ze groter. Briljante ideeën die niet gedeeld worden, zijn waardeloos. Daar wordt geen energie aan verbonden en dus ontstaat er geen beweging.
  • ‘Fantastisch falen’: proberen, experimenteren, leren en evalueren. Er is geen weg vooruit zonder vrijuit ideeën te onderzoeken en deze te testen.
  • Geduld hebben: groot dromen en kleine stappen zetten in de goede richting. Soms hebben zaken wat tijd nodig.

Wat levert optimist zijn op?

Maar dan rest nog één vraag: waarom zou je je optimisme eigenlijk willen vergroten? Optimisme kent veel voordelen, maar het allerbelangrijkste is misschien wel dat het een grote voorspeller is van succes, prestaties en zelfs van geluk (blijkt uit onderzoek). Het woord optimisme ligt dan ook niet voor niets heel dichtbij het woord ‘optimaliseren’: het beste maken van een situatie.

Met optimisme pak je ook een aantal andere bonuseffecten mee. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat optimisme psychisch en fysiek welzijn bevordert. Dat uit zich in zelfacceptatie en in positieve relaties met anderen. Ook op het vlak van gezondheid blijkt dat optimisten zich niet alleen gezonder voelen, maar vaak ook echt gezonder zijn. Dat is te verklaren doordat optimisme stress reduceert. En dan blijkt uit onderzoek ook dat je met een optimistische instelling ouder wordt.

Dit zijn een aantal van de vele voordelen van optimisme. Misschien vind je het na het lezen van dit artikel nog steeds een zweverig begrip en dat mag. Ik daag je toch uit om je focus dit jaar te leggen op dat, wat of wie er wél is, wat je wél hebt bereikt en waar je wél blij van wordt. Als we dat allemaal proberen, kan het zomaar eens een heel mooi jaar worden.

Optimisme aan het werk

boek optimisme aan het werk juul van den boomen

Ik moet eerlijk bekennen dat mijn beeld bij het woord optimisme voor het lezen van dit boek vooral een grote glimlach was. Als je maar blij kijkt, komt alles goed. Juul van den Boomen laat zien dat optimisme zoveel meer is. Ze belicht alle kanten van optimisme, op een praktische en wetenschappelijke manier. Dat haalt gelijk wat van de zweverigheidweg waar ik, voordat ik het boek opensloeg, toch een beetje bang voor was. Ik zie optimisme nu meer als een levenshouding. Een levenshouding die aandacht vraagt, waar je tijd in moet investeren en die je dan veel kan opleveren. Aanrader voor alle professionals die stappen willen zetten en vooruit willen, op een positieve manier.

 

Afbeelding header: Anna Shvets via Pexels