Innovatie

Wat is desinformatie en hoe gaan we contentvervuiling tegen?

0

Het is een schijnbaar simpele vraag: wat is desinformatie nu eigenlijk? We kijken in dit artikel uitsluitend naar de officiële interpretaties van het thema. Zelf houden we er andere interpretaties op na.

Definitie

De Europese Commissie definieert desinformatie als volgt:

“Desinformatie wordt opgevat als aantoonbaar foute of misleidende informatie die wordt gecreëerd, gepresenteerd en verspreid voor economisch gewin of om het publiek opzettelijk te bedriegen, en die schade in het publieke domein kan veroorzaken. Schade in het publieke domein bestaat onder meer uit bedreigingen voor democratische politieke en beleidsvormingsprocessen en voor openbare goederen zoals de bescherming van de gezondheid van de EU-burgers, het milieu of de veiligheid. Fouten in verslaggeving, satire en parodie of duidelijk aantoonbaar partijdig nieuws en commentaar zijn geen desinformatie.” – (Bestrijding van online desinformatie, 2.1)

In deze definitie bevinden zich een aantal aannames:

  • Het gaat om informatie die na controle fout of misleidend blijkt te zijn en die meer is dan alleen een journalistieke fout, humor of partijdig.
  • Er bestaan mensen of groepen die deze informatie creëren, presenteren en verspreiden.
  • Deze mensen of groepen hebben een doel: geld of bedrog.
  • De informatie kan schade veroorzaken aan onze democratie, onszelf en het milieu.

Definitie desinformatie

Waarom iets aan desinformatie doen

Desinformatie betreft vaak legaal gedrag. Door te stellen dat desinformatie schade kan veroorzaken, wordt het begrijpelijk dat er niettemin iets aan desinformatie gedaan dient te worden. De mogelijke schade betreft domeinen waar de overheid verantwoordelijk voor is: democratische processen en het publieke domein. Het is daarom logisch dat het de overheid is die op moet treden.

Daar waar de Europese Commissie spreekt over schade als optionele uitkomst, is de Nederlandse overheid scherper. Zij stelt dat het doel van desinformatie als volgt is: “om schade toe te brengen aan het publieke debat, democratische processen, de open kenniseconomie of volksgezondheid.” (Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie).

Dit is echter niet het enige doel: “Daarnaast wordt desinformatie verspreid vanwege economische belangen. Het kan gebruikt worden om producten te verkopen, of om geld te verdienen aan het verkopen van advertenties die naast desinformatie berichten staan (clickbait). Ook kan desinformatie worden gebruikt om concurrenten of hun producten in een kwaad daglicht te plaatsen. Tot slot kan het verspreiden van desinformatie zelf een product zijn, bijvoorbeeld het verkopen van een zogeheten botnetwerk, dat kan worden gebruikt voor het verspreiden van desinformatie.”

Misleidende informatie

Omdat desinformatie wordt gepresenteerd als iets wat schadelijk kan zijn voor onze democratie, valt dit type informatie buiten het raamwerk van onze democratie. Het gaat expliciet niet om grensgevallen zoals fouten van journalisten, humor en partijdigheid. Het gaat om informatie die niet valt onder onze vrijheid van meningsuiting, hetzij omdat de uiting strafbaar is, hetzij omdat de gevolgen van de uiting leiden tot strafbare en/of onrechtmatige feiten. Zo gepresenteerd kan er opgetreden worden tegen desinformatie, zonder afbreuk te doen aan onze grondrechten.

Vijanden

Vanwege het schadelijke karakter van desinformatie voor onze democratie zijn de mensen die desinformatie creëren, presenteren en verspreiden per definitie vijanden van de democratie. Deze vijanden hebben mazen in onze wetten gevonden. Zij presenteren foute of misleidende informatie als ‘waar’.

Gelukkig bestaan er manieren om ons te verdedigen tegen de foute of misleidende informatie. Omdat de informatie aantoonbaar onjuist is, hoeven we de informatie alleen maar te checken om deze te ontmaskeren als desinformatie. Hoewel het de overheid is die verantwoordelijk is voor het bestrijden van desinformatie, heeft zij besloten geen ‘ministerie van waarheid’ op te richten of een “reality czar” aan te stellen.

Behalve als het gaat om de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de maatschappelijke en/of economische stabiliteit laat de overheid het factchecken over aan journalisten en andere specialisten. En vindt het belangrijk dat gewone burgers over minimale vaardigheden beschikken om zelf desinformatie van informatie te kunnen onderscheiden. Zo kunnen ze het publieke debat ongehinderd voeren. Ter ondersteuning van de bestrijding van desinformatie door derden stelt de overheid genereus middelen ter beschikking.

Reclame

Het idee dat informatie grote effecten teweeg kan brengen, is niet nieuw. Lang voor desinformatie bestond er al politieke massamarketing. Voor het eerst uitgevoerd door reclamebureau Ted Bates ten behoeve van Dwight Eisenhower in de aanloop van de presidentiële verkiezingen in 1952. Het boek De verborgen verleiders van journalist Vance Packard (1957) zorgde ervoor dat het beeld van reclamemensen als almachtige manipulatoren gemeengoed werd.

Met de komst van digitale advertenties werd de mythe alleen maar groter. Facebook en Google worden in staat geacht mensen te sturen als nooit tevoren, zoals bijvoorbeeld werd verondersteld in het schandaal rond Cambridge Analytica. Desinformatie doet niet meer dan voortborduren op een bestaande mythe.

Toch was het verrassend dat het juist een vertegenwoordiger van Big Tech was die de mythe ter discussie stelde. Mark Zuckerberg vond de aanname dat fake news op Facebook de presidentiële verkiezingen van 2016 zou hebben beïnvloed “een nogal gek idee”. Hij legt uit: “Kiezers maken hun beslissingen op basis van hun geleefde ervaring. De verantwoordelijkheid leggen bij digitale manipulatie toont volgens hem “een diepgaand gebrek aan empathie” voor de boodschap die de mensen afgaven die op Trump stemden.

Een jaar later trok Facebook deze keutel weer in na het aantreffen van duizenden verkiezingsposts en reclames door Russische agenten op het eigen platform. Facebook beloofde onmiddellijk beterschap. Volgens journalist Joseph Bernstein is de ommezwaai van Facebook logisch: “De zakelijke basispropositie van Facebook maakte ontkenning onmogelijk. Het bedrijf van Zuckerberg profiteert door adverteerders ervan te overtuigen dat het zijn publiek kan standaardiseren ten behoeve van commerciële overtuiging. Hoe kan het tegelijkertijd beweren dat mensen niet overtuigd worden door de inhoud ervan?”

Digitale vervuiling

De basisaanname van desinformatie is niet nieuw, informatie kan massa’s manipuleren. Het is wel betrekkelijk nieuw dat tegen een bepaald type informatie van overheidswege opgetreden dient te worden. Wat nodig was om een dergelijke nieuwe koers te rechtvaardigen, was een goed verhaal. Het goede verhaal kwam er rond het eind van de jaren 10: er is sprake van digitale vervuiling.

Een typerend citaat uit 2019 vat het bondig samen: “De samenleving heeft een manier gevonden hoe om te gaan met afval van de industriële revolutie. We moeten nu hetzelfde doen met het internet.” Het verhaal stelt de tot dan toe schone informatiestromen verontreinigd worden door drek. En dus spreekt bijvoorbeeld de UNESCO van desinformatie als “informatievervuiling”, evenals de Raad van Europa, de OECD en talloze academici.

Procesketen

Het voordeel van desinformatie beschouwen als vervuiling is dat er een procesketen kan worden beschreven waarop interventies geplaatst kunnen worden. Met betrekking tot vervuilers ziet de keten er zo uit. Om te beginnen bestaan er partijen die een ander belang  (‘missie’) hebben dan het algemene belang, bijvoorbeeld winstmaximalisatie. Deze partijen stoten vervuilende stoffen uit (‘emissie’). Die zich in de buitenwereld verspreiden (‘transmissie’) en op meerdere plekken terecht komen (‘remissie’).

Het gevolg hiervan is dat mensen in contact komen met de vervuilende stoffen, bijvoorbeeld door deze in te ademen (‘inmissie’). De laatste stap is dat mensen gevolgen gaan verbinden aan het feit dat zij in aanraking komen met de vervuilende stoffen (‘(c)ommissie’). Voor desinformatie ziet de keten als volgt uit: er bestaan partijen die desinformatie vervaardigen om een bepaald doel te bereiken. De desinformatie wordt verspreid en komt terecht op social media en in nieuwsuitingen. Mensen consumeren de desinformatie en reageren er op.

Diagram - DROG infographics

Een bijkomend voordeel van het gebruik van een bestaand model is dat alles klaar ligt om op te treden. Alle instrumenten die normaal tegen vervuilers kunnen worden ingezet, kunnen ook nu worden ingezet. Mogelijk dient er alleen hier en daar een kleine aanpassing te worden gedaan. Het feit dat er niet te veel moeite gedaan hoeft te worden om desinformatie te duiden. Of om instrumenten te ontwikkelen om het te bestrijden, geeft iedereen aan de kant van de democratie slagkracht. Het gaat hier om de overheden en de organisaties die op willen treden tegen desinformatie.

Het standaardmodel desinformatie

Als we nu alle elementen bij elkaar voegen – definitie, aannames en metafoor – kunnen we het desinformatie-standaardmodel beschrijven:

MissieEen vijandige organisatie creëert “aantoonbaar foute of misleidende informatie voor economisch gewin of om het publiek opzettelijk te bedriegen”
EmissieTroll farms en spin doctors presenteren “aantoonbaar foute of misleidende informatie”
Transmissie Eigen media kanalen en ‘useful idiots’ verspreiden “aantoonbaar foute of misleidende informatie”
RemissieSociale media echo bubbels zorgen ervoor dat “aantoonbaar foute of misleidende informatie” blijft hangen
Inmissie Er worden gepersonaliseerde boodschappen gestuurd naar individuen om deze de “aantoonbaar foute of misleidende informatie” te laten consumeren
(C)ommissieEr wordt mogelijk schade in het publieke domein veroorzaakt. “Schade in het publieke domein bestaat onder meer uit bedreigingen voor democratische politieke en beleidsvormingsprocessen en voor openbare goederen zoals de bescherming van de gezondheid van de EU-burgers, het milieu of de veiligheid.”

Vervolg

Dit is het eerste artikel van een serie van vier over desinformatie. Ons doel is om helderheid te brengen in een veld dat alles behalve overzichtelijk is. In ons volgende artikel gaan we helderheid scheppen in de wirwar van interventies die door allerhande partijen worden ingezet om desinformatie te bestrijden.