Praatjesmakers in meerstromenland

0

Mijmeren en memoreren. Dat past iemand die behoort tot “een sector van de culturele elites die het tot laat in de vorige eeuw nog voor het zeggen hadden, en nu niet meer”. Abram de Swaan is zo iemand. De emeritus universiteitshoogleraar Sociale wetenschap en winnaar van de P.C. Hooftprijs 2008 voor essays bekende het zelf…

… ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties.

Het signaal is ruis geworden
1khz_signal.jpgDe grote wijsheid in De Swaans rede is dat boodschappen die ertoe doen, tegenwoordig steeds meer opgaan in multimediale “cries for attention”. Met name op het web buitelen ze over elkaar heen. De jubileumrede heet dan ook toepasselijk “Het signaal is ruis geworden. Het kunstwerk in het tijdperk van zijn onbeperkte beschikbaarheid”. In dat verband is de rol van lokale contacten niet uitgespeeld: ze helpen om te filteren uit de mediamassa die op ons af komt.

Marshall McLuhan had dus ongelijk door de wereld als een dorp af te schilderen, zegt De Swaan. Uiteindelijk, zo voorspelt hij, komen er gewoon weer nieuwe gidsen, poortwachters en smaakmakers. Dan wijkt de ruis voor de signalen.

Balans van onbalansen
U begrijpt het al: precies dat golfbeweging-idee geef ik weinig kans. Door internet is de vervlechting van individualisering, segmentering, globalisering en wisselende contacten definitief tot norm geworden. De nieuwe dynamische socialisering laat zich het best karakteriseren als balans van onbalansen, waar het en-en regeert. Een waarheid als een koe met grote consequenties.

VERtoog, geen BEtoog
drukpersEerst nog even terug naar De Swaan. Die noemt zijn rede een betoog, maar wat is nou eigenlijk de portee? Hij mijmert, memoreert en that’s it — best begrijpelijk ter gelegenheid van de verjaardag van een respectabel fonds. Een betoog is het signaal/ruis-verhaal zeker niet, hooguit een vertoog: een tamelijk zwaarmoedige verhandeling, die een ouwelijke indruk maakt. Geen onvertogen woord in dit vertoog, geen onjuistheid, en bovenal prima voorbeelden. Het echte punt wordt echter niet geraakt en zeker niet gemaakt.

Dat punt heet simpelweg en-en. Als we één les kunnen leren uit de de laatste van de drie mediarevoluties (zetletters/drukpers [1], (elektronische) massamedia [2] en de mediamassa/webmedia van vandaag [3]), dan is het wel dat of-of sinds kort niet meer bestaat. Overigens, aan het begin van De Swaans zeggenschapseeuw kon men VER- en BEtoog nog goed uit elkaar houden: “Men kan, al sprekende met iemand, iets betoogen, maar zoolang men een vertoog houdt, heeft men alleen het woord”. Gelardeerd met wat deftig- en puntigheid is zoiets natuurlijk meer dan genoeg voor een verjaardagsspeech.

Wat nou virtueel?
surround.jpg En-en dus, inderdaad: individueel en sociaal, etaleren en communiceren bijvoorbeeld gaan als nooit tevoren hand in hand. Duidelijker dan ooit hebben we tegenwoordig te maken met uiteinden van een set continua die elkaar aanvullen. Voor virtueel en reëel geldt dat net zo. In de loop der mediarevoluties is onze beleving van wat echt is en wat niet, steeds verder ineengeschoven. Vroeger kropen we in de wereld van een boek, met een zaklamp onder de dekens. Nu is het een film in onze ambient home cinema met surround sound, World of Warcraft op de computer, of het virtuele poppenhuis Habbo Hotel. Met een TomTom in onze auto zijn we meer dan ooit echt onderweg. Zo’n meebewegend stratenboek hoort er vandaag de dag gewoon bij. Wat nou virtueel?

Havenzangers 2.0
Dank zij de derde mediarevolutie, die erop neerkomt dat iedereen beeld, tekst en geluid kan recombineren, waardoor traditionele massamedia opgaan in een nieuwe mediamassa, zodat opvallen ultiemer dan ooit de uitdaging is, is er tegenwoordig maar weinig meer of-of. Terwijl we zo gewend zijn om te denken in en te doen op basis van “heldere” categorieën die elkaar uitsluiten, zien we alleen nog maar een aaneenschakeling van verschuivingen in nadruk langs verschillende vectoren. Een balans van onbalansen is het: ben je net een beetje leuk weg uit de haven, gaat het anker al weer uit.

Garage Cinema and the Future of Media Technology
We zien dit gedemonstreerd in de honderden miljoenen webmediakanalen die Berkeley-onderzoeker Marc Davis in 1997 al voorspelde ter gelegenheid van het halve-eeuwfeest van de Association for Computing Machinery. Het geldt ook voor de opeenvolging van tech-, web- en tainment-gedreven economische disruptie(tje)s, overal waar sociale structuren (markten) in het geding zijn. Dat had een emeritus universiteitshoogleraar Sociale wetendschap naar mijn smaak toch minimaal mogen opmerken.

Internet revolteert tegen goede smaak
ruis.jpg In het huidige web-meerstromenland kwaken mediocere spraakmakers om het hardst door elkaar en is de tijd van gidsen, poortwachters en smaakmakers van het kaliber Abram De Swaan voorgoed voorbij. Tot laat in de vorige eeuw hadden zij het voor het zeggen met hun vertogen, maar nu niet meer. Internet heeft de mores en praktijken van weleer om zeep geholpen. Een koppenmaker van NRC Handelsblad verwoordde dit een paar weken geleden omstandig als “Opkomst van internet versterkt de culturele revolte tegen het dictaat van de goede smaak”. Dit tekstgedrocht, dat de lezer vergeleken met de oorspronkelijke signaal/ruis-titel overigens volledig op het verkeerde been zet, stond boven de artikelpublicatie van De Swaans signaal/ruis-rede.

Web-tamtam bepaalt breinpositie
Zonder de publicatie in de NRC, zonder de aandacht die Steeph van Sargasso daar weer aan besteedde, en zonder een alerte e-mail van Sander Duivestein was De Swaans vertoog me ongetwijfeld compleet ontgaan. Misschien tenzij ik ooit was aangelopen tegen het boekje met de rede, dat Bert Bakker voor tien euro aan de man tracht te brengen. Maar wanneer kom ik nou nog in een boekhandel om er naar iets actueels, iets oorspronkelijks of iets controversieels te zoeken?

Gemiste kans
nrc.gif Met name voor het signaal/ruis-stuk was onopgemerkt blijven bijzonder ongepast geweest, omdat de auteur in de ondertitel verwijst naar “het tijdperk van de onbeperkte beschikbaarheid”. Maar gelukkig ontrukte Sargasso-Steeph de NRC-versie aan de vergetelheid door te linken naar twee JPGs met daarin de tekst van het artikel. Linken naar JPGs is een contemporain trucje uit Walter Benjamins “Zeitalter der technischen Reproduzierbarkeit”, dat inderdaad resulteert in onbeperkte beschikbaarheid. De beide links zijn momenteel dood, maar gelukkig staat de artikeltekst van De Swaans ruis/signaal-stuk inmiddels gewoon op de NRC-site. Je mocht alleen verdorie willen dat zo’n kwaliteitskrant het debat had gefaciliteerd. Niet alleen een gemiste kans wat mij betreft, maar gewoon extreem dom.

Me the Media
Het echte verhaal van de internet-revolte der praatjesmakers, spraakmakers, smaakmakers, poortwachters, gidsen, verlichte zielen, verwarde geesten en autisten in het nieuwe meerstromenland staat trouwens in volle glorie beschreven in het laatste VINT-boek “Me the Media. Verleden, heden en toekomst van de derde mediarevolutie”. Daarom: draal vooral niet en go MeTheMedia.com.