Afkortingen op het web: liever niet

Afkortingen op het web maken het lezen en begrijpen van een tekst vaak moeilijker. Wat betekent bijvoorbeeld t.a.v.? Of een WOB-verzoek? Afkortingen die de lezer niet kent, leiden tot onduidelijkheid en irritatie bij de lezer. In dit artikel een aantal praktische tips om beter om te gaan met afkortingen op websites.

Accepteer cookies

Afkortingen vaak hobbels bij het lezen

In vroeger tijden, toen de computer nog niet bestond, waren afkortingen erg handig. Je kon sneller een brief typen, en je had minder inkt en papier voor je verhaal nodig. Met de komst van de computer is dit veranderd. We hebben genoeg ruimte, en inkt en papier zijn gratis in het digitale leven. Afkortingen worden desondanks nog veel gebruikt, als fossielen uit het papieren tijdperk. Neem bijvoorbeeld dit fragment uit de “Kamerbrief stand van zaken webrichtlijnen” van Donner:

“Tijdens het VAO van 22 maart 2011 over ICT-projecten bij de rijksoverheid heb ik u toegezegd dat de toepassing van de webrichtlijnen bij de rijksoverheid in het komende jaar op orde zou zijn.

Wat zou VAO betekenen? Nog een voorbeeld: de 1e alinea op de startpagina van de website van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:

“Het ministerie van BZK borgt de kernwaarden van de democratie. BZK staat voor een goed en slagvaardig openbaar bestuur en een overheid waar burgers op kunnen vertrouwen.”

In beide gevallen zijn de afkortingen niet uitgeschreven en kunnen ze dus problemen veroorzaken voor het tekstbegrip van de lezer. Beter was het geweest als beide afkortingen bij het 1e gebruik waren uitgeschreven.

3 soorten afkortingen

Er zijn 3 soorten afkortingen, elk met eigen regels voor het uitschrijven:

  • afkortingen voor gewone woorden en uitdrukkingen;
  • algemeen bekende afkortingen van namen en zelfstandig naamwoorden;
  • niet algemeen bekende afkortingen van namen.

Afkortingen voor gewone woorden en uitdrukkingen: altijd uitschrijven

Voor gewone woorden en uitdrukkingen bestaan afkortingen (bijvoorbeeld “t.a.v.”). Deze afkortingen maken de tekst lastig leesbaar. Gebruik ze dus niet. Voorbeelden:

  • Schrijf “bijvoorbeeld” en niet “bijv.”
  • Schrijf “van” en niet “d.d.”
  • Schrijf “naar aanleiding van” en niet “n.a.v.”

“Naar aanleiding van” is een voorbeeld van een zogeheten voorzetseluitdrukking. Dit soort uitdrukkingen kan onduidelijk zijn: betekent “t.b.v.” “ten bate van”, “ten behoeve van”, “ter beoordeling van”, “ten bedrage van” of “ter beschikking van”? Gebruik ze niet, ook al zijn ze uitgeschreven. Ze zijn eenvoudig door één woord te vervangen, bijvoorbeeld:

  • “Ten gevolge van” wordt “door”.
  • “Ten behoeve van ” wordt “voor”.

Algemeen bekende afkortingen van namen en zelfstandige naamwoorden: gewoon gebruiken

Afkortingen van algemeen bekende namen kun je uiteraard gewoon gebruiken. Sterker nog: ze zijn juist handig, doordat iedereen ze kent. Voorbeelden: KLM, VARA en HEMA. Ook algemeen bekende afkortingen van zelfstandige naamwoorden kun je gewoon gebruiken. Denk hierbij aan pc (personal computer), ICT (Informatie- en Communicatietechnologie) en PDF (Portable Document Format). Wees hier wel voorzichtig mee. Afkortingen die voor jou bekend zijn, zijn dat voor anderen misschien niet. Je kunt voor de zekerheid kijken op Woordenlijst.org. Maar ook al staat daar de afkorting, dan nog kan het beter zijn om deze uit te schrijven. Dus: bij twijfel, schrijf de afkorting uit.

Wees zelfs voorzichtig als jouw doelgroep de afkorting kent. Iedereen kan immers jouw site raadplegen. Een voorbeeld: niet elke lezer van een site voor ambtenaren weet wat WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) is. Schrijf dus een afkorting liever een keer te veel uit dan te weinig.

Niet algemeen bekende afkortingen van namen: uitschrijven bij het 1e gebruik

Schrijf niet algemeen bekende afkortingen van namen de 1e keer voluit en zet daarachter de afkorting tussen haakjes. Vervolgens kun je de afkorting in de tekst probleemloos gebruiken. Dus:

“Op de Verenigde Vergadering (VV) is dinsdag besloten (…). Al eerder was in de VV aangekaard dat (…).”

De omgekeerde vorm is iets minder gebruikelijk, maar kan ook:

“Op de VV (Verenigde Vergadering) is dinsdag besloten (…). Al eerder was in de VV aangekaard dat (…).”

Twijfel je of een afkorting bekend is? Schrijf de afkorting dan uit. Geef de voorkeur aan duidelijkheid en voorkom dat lezers de afkorting niet begrijpen.

Lezers gaan vaak “hoppend” door de tekst: hun ogen springen van plek naar plek. Iemand kan dus een voluit geschreven variant overslaan. Het kan daarom geen kwaad om de uitgeschreven versie nog een of meer keren in de tekst te gebruiken, zolang dit niet storend is bij het lezen. Het is aan jou om de frequentie te kiezen. Zo zorg je ervoor dat de tekst begrijpelijk én prettig leesbaar is. Het motto is ook hier: “Beter te vaak uitschrijven dan te weinig.”

Onbekende afkortingen in een titel: gewoon gebruiken

Een titel is bij voorkeur kort; dat leest makkelijker. Aan de andere kant moet de titel wel genoeg woorden bevatten om duidelijk te zijn. Wat doe je dan met afkortingen? Een afkorting in een titel mag, ook als de afkorting voor veel mensen niet bekend is. Schrijf de afkorting dan wel in een van de 1e alinea’s voluit. De titels hieronder zijn dus goed:

  • VWS moet bezuinigen
    Ook op het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) moet er de komende jaren flink bezuinigd worden. Dit blijkt uit de gisteren uitgelekte Miljoenennota.
  • Ook geen PGB voor kinderen met ass
    Door de nieuwe wetswijziging dreigen kinderen met het autistisch spectrum syndroom (ass) in de toekomst hun Persoonsgebonden Budget (PGB) kwijt te raken.

Vermijd het abbreviation-element

De ‘Webrichtlijnen versie 1’ schrijven het gebruik van het abbreviation-element voor als er onduidelijkheid zou kunnen zijn over de betekenis van de afkorting. Letterlijk staat er:

“Richtlijn 3.6 Gebruik het abbr (abbreviation) element voor afkortingen indien er onduidelijkheid zou kunnen ontstaan over de betekenis ervan, de afkorting een zeer belangrijke rol speelt in de tekst of wanneer de afkorting niet voorkomt in het Nederlands woordenboek.”

Een andere richtlijn van de Webrichtlijnen geeft iets vergelijkbaars aan:

“Richtlijn 22.1 Gebruik taal die de bezoeker begrijpt: beperk het gebruik van jargon, moeilijke termen en afkortingen.”

Met het toepassen van bovenstaande tips uit dit artikel zijn afkortingen niet meer onduidelijk. Dat betekent dat het abbreviation-element in de meeste gevallen niet nodig is. Hoogstwaarschijnlijk vervalt het abbreviation-element dan ook in de Webrichtlijnen versie 2.

Uitschrijven goed voor vindbaarheid in zoekmachines

Het uitschrijven van een afkorting is niet alleen goed voor de lezer, maar ook voor de vindbaarheid van jouw tekst in zoekmachines. De uitgeschreven afkorting verrijkt het woordgebruik van je tekst. Als je bijvoorbeeld een artikel schrijft over kinderen met ass helpt het Google om ook te schrijven “autistisch spectrum syndroom”, ook als je schrijft voor een doelgroep van artsen die precies weten wat “ass” is. Je site is dan vindbaar op “autistisch” en op “ass”.

Afkortingen in sms en Twitter

Anders dan in een webpagina is de ruimte in een sms-bericht en in een Twitterbericht beperkt (beide 140 tekens). Voor sms en Twitter gelden bovengenoemde regels niet: daar mogen alle soorten afkortingen gebruikt worden.

Tips op een rij

In dit artikel concluderen we dat afkortingen op websites meestal beter niet gebruikt kunnen worden. Onze tips nog een keer op een rijtje:

  • Gebruik geen afkortingen voor gewone woorden en uitdrukkingen als ze het lezen bemoeilijken
  • Gebruik wel algemeen bekende afkortingen van namen
  • Bij niet algemeen bekende afkortingen van namen: schrijf ze de eerste keer voluit en zet daarachter de afkorting tussen haakjes (of andersom)
  • Gebruik in titels gewoon afkortingen
  • Vermijd het gebruik van het abbreviation-element

Geraadpleegde literatuur

Blog