Innovatie

Digitalisering brengt nieuwe wereldorde. Is Nederland hier klaar voor?

0

Column – “Nederland is een digibetocratie!” Heeft Arjen Lubach hier een punt? Hij gaf in zijn programma Zondag met Lubach als toelichting op deze kwalificatie: “We worden bestuurd door mensen die geen reet snappen van computers en digitale veiligheid.” Daar kan ik mij wel in vinden. Al denk ik dat de situatie nog minder rooskleurig is dan hij hiermee suggereert.

Techbedrijven, in feite datacompanies, hebben inmiddels een vaste plek veroverd in de menselijke behoeften voor communicatie en entertainment. Daarom begeven ze zich nu op het vlak van de financiën, met name de betaaldiensten. Als volgende is de mobiliteit aan de beurt, een terrein dat veel aantrekkelijke data over mensen en hun mobiliteitsbehoeftes oplevert. Daarna hoeven we niet lang meer te wachten of de status van onze gezondheid is aan de beurt. De data over onze gezondheid maakt ons nóg afhankelijker van de datacompanies.

Accepteer cookies

Wie gaat straks ons leven bepalen? Hebben we zelf nog genoeg invloed of worden het de datacompanies die de macht grijpen? Of, is er nog kans op een goed functionerende overheid, die begrijpt wat digitalisering is en welke invloed die heeft? En die regulerend en beschermend voor ons kan optreden?

Waarom een digibetocratie?

Er zijn veel ontwikkelingen die direct dan wel indirect een gevolg zijn van de digitalisering. Door een gebrek aan begrip en kennis van die materie, kunnen die ontwikkelingen plaatsvinden. Door gebrek aan kennis en affiniteit is er geen sprake van een – samenhangend – beleid, dit wordt met de dag meer voelbaar. Denk daarbij onder andere aan deze zaken.

Digitalisering & coronacrisis

Alleen de coronacrisis al heeft het ontbreken van begrip voor de digitalisering pijnlijk duidelijk gemaakt. Een onsamenhangend aantal online initiatieven, zoals: corona-app, coronadashboard, corona-informatiesite, een aparte website voor afspraken, en dergelijke. Daarbij komt dat de vaccinaties door de GGD’s gedaan moesten worden, waarbij tientallen verschillende systemen gebruikt worden. En dan ook nog recent de wekelijkse storingen bij de GGD en het RIVM om van alles rond de coronapandemie digitaal te registreren en te regelen.

Gebrek aan inlevingsvermogen voor online gedrag

Wie ergert zich niet aan de cookieberichten die gebruikers dwingen of verleiden cookies te accepteren en daarmee hun privacy te grabbel gooien? Die berichten zijn een gevolg van een wet door de overheden opgesteld, zonder enig inlevingsvermogen voor het online gedrag van gebruikers. Daar komt de PSD2-wet nu nog bij.

Onveilige online activiteiten

De onmacht – of is het onwil? – om bedrijven te dwingen hun online activiteiten veilig te laten verlopen en burgers niet tot slachtoffers te maken. Zoals van de manier waarop ze e-mails versturen met linkjes erin, tot het gebruiken van de juiste beveiligingssoftware voor hun systemen.

Online anonimiteit

Door de online anonimiteit intact te houden wordt de ondermijning van de samenleving gefaciliteerd. En is internet een vrijplaats geworden voor veel te veel criminele activiteiten in de vorm van onder andere nepnieuws, haatmails, fraude, cybercriminaliteit, hacken, phishing, identiteitsfraude en veel meer.

De huidige privacywet

De huidige privacywet is voor de online wereld meer een belemmering dan een bescherming. Van opsporen van cybercriminelen tot het onderling afstemmen van behandelingen van patiënten door behandelaren en nog veel meer, het wordt hierdoor belemmerd.

Wetten zonder rekening te houden met automatisering

Er worden wetten aangenomen zonder kennis van en rekening te houden met de mogelijkheden van automatisering. Daarmee worden de gevolgen voor de uitvoering en handhaving genegeerd. Denk onder andere aan mislukte automatiseringsprojecten bij de Belastingdienst, het UWV of het CBR, waar vervolgens de burgers het slachtoffer van worden. Bovendien heeft onderzoek uitgewezen dat tientallen overheidssites onveilig zijn en dus ook burgers schade kunnen berokkenen.

Volksvertegenwoordigers & social media

Onze volksvertegenwoordigers weten niet goed raad met het gebruik van social media. Slechts een beperkt aantal van hen gebruikt zelf actief social media om met kiezers te communiceren. Het enige doel dat zij daarbij lijken te hebben, is het aanwezig zijn met een eigen account om zichzelf te profileren. Van een relatie met de kiezer langs deze weg is geen sprake.

Digitale armoede

De aanwezige digitale armoede van zo’n 3 miljoen burgers krijgt nauwelijks serieuze aandacht.

digitalisering

Wel de juiste prioriteiten stellen

Het begint met onze parlementaire democratie zelf, die al behoorlijk over haar datum is. Het systeem dat ooit, zo’n 150 jaar geleden, werd bedacht, past niet meer in de huidige tijd. Daarvoor is er te veel veranderd in de loop der jaren. Kijk naar de toekomst en alle veranderingen die plaatsvinden, zoals de individualisering, de migratie en de digitalisering. Dan zijn de eisen die we aan de politiek en de bewindslieden moeten stellen andere dan men nu nog steeds hanteert.

We leven in een land dat het economisch goed doet én dat op bepaalde gebieden van de digitalisering een leidende positie heeft. Denk aan de rol van bedrijven als ASML, NXP of Booking.com. Of op het gebied van cybersecurity, of onze Fintech systemen, zoals door Adyen. De digitale knowhow van Nederlandse bedrijven is bepaald niet slecht en verdient alle ondersteuning die ze nodig hebben om een rol op het wereldtoneel te spelen. Voor een klein land zeker iets om trots op te zijn. Aan het bedrijfsleven ligt het niet als het om digitalisering gaat.

De andere kant van de digitale medaille

Maar er zit ook een andere kant aan de digitale medaille. De overheid maakte een miljardenfonds vrij, waarmee zij investeringen in de ontwikkeling en productie van onder andere digitale producten extra wil stimuleren. Dat is prima, maar ze vergeet vooralsnog wel om de vereiste aandacht aan de samenleving te besteden. De digitalisering van de samenleving gaat niet vanzelf en zeker niet vlekkeloos. Burgers worden daarbij veel te veel aan hun lot overgelaten. De invloed van de digitalisering op bijna alle gebieden van onze samenleving, en daarmee op de burgers, zou ons grote zorgen moeten baren. Op dat gebied draait veel om de rol van de overheid en die schiet hier schromelijk tekort.

De overheid heeft nauwelijks nog controle over wat er in de digitale samenleving gebeurt. Zij begrijpt ook te weinig van hoe zaken die in de fysieke wereld tot uitbarstingen leiden, online worden voorbereid. Zoals demonstraties of rellen. Ze heeft ook geen grip op belangengroepen die zich online groeperen, hun mening vormen en zich eventueel tegen de overheid keren. Denk hierbij aan Black Lives Matter, klimaatkinderen, verplegend personeel, de boeren, de gele hesjes, en vele andere. Zelf probeert ze burgers te bereiken met een veelheid aan websites en berichten. Daardoor zien burgers door de bomen het bos niet meer. De inbreng van de overheid en de aan haar gerelateerde instanties is versnipperd, onduidelijk, ad hoc en ook nog eens niet altijd veilig genoeg.

De digitalisering en de samenleving wachten niet op de overheid. Daardoor is er op verschillende terreinen sprake van een groeiende ontwrichting.

Wat kan de overheid daaraan doen?

De grote vraag is dan ook wat de overheid kan doen om weer grip te krijgen op de digitale ontwikkelingen om een verdere ondermijning van de samenleving te voorkomen.

Om de mening van Arjen Lubach te logenstraffen, zullen de politici, en daarmee dus ook de overheid, stappen moeten zetten om zich de invloed van de digitalisering eigen te maken. Er is serieuze aandacht nodig voor de digitalisering. Dit zijn taken die de overheid tot nu toe heeft laten liggen.

Serieus werk aan de volgende punten is een start.

  • Kennis van en ervaring met digitalisering binnen de regering en de volksvertegenwoordiging brengen.
  • Iedere burger een digitale identiteit geven.
  • Met begrijpelijke stappen en voorlichting zorgen voor meer digitale veiligheid van de burgers.
  • Het opzetten van een Ministerie van Digitale Zaken is onvermijdelijk als we de digitalisering van de samenleving serieus willen nemen.
  • Het inrichten van een burgerplatform om de burgers beter te beschermen, cruciale diensten veilig te faciliteren en betaalsystemen overzichtelijk te presenteren.
  • Met een andere kijk op privacy enerzijds de burgers beter beschermen en anderzijds de kwaadwillenden niet langer faciliteren.
  • Het opzetten van een burgervriendelijke en veilige berichtendienst, waarmee álle burgers op ieder moment en overal direct bereikt kunnen worden (als onderdeel van het burgerplatform).
  • Zorgen voor de beschikbaarheid van een online infrastructuur voor alle burgers, eventueel gratis.
  • De verantwoordelijkheid voor de inhoud van berichten neerleggen bij de exploitanten van platforms en hosting partijen.
  • De macht van datacompanies beperken; stimuleren van Europese aanpak en wetgeving daarvoor.
  • Er is op vele terreinen een aangepaste wet- en regelgeving vereist die recht doet aan de kenmerken van de digitalisering.
  • Dit alles kan alleen bereikt worden met een slagvaardiger overheid. Het politieke systeem moet aangepast worden aan de vereisten van de huidige snelle en digitale tijd.

Veel meer werk aan de winkel

Dit zijn dan wel de belangrijkste punten, maar er is nog veel meer werk aan de winkel voor de overheid. Nu is de tijd aangebroken om ook te kijken naar wat er nodig is om de digitaliserende samenleving en haar burgers een veilige en stabiele basis te geven. Naast veel aandacht voor de techniek en de verschillende digitale ontwikkelingen.

Met het beschikbaar maken van het burgerplatform zouden veel van de genoemde punten snel en goed opgepakt kunnen worden. Tegelijkertijd zou het de burgers beter wegwijs maken in de digitale samenleving.

2024 wordt een ijkpunt!

Dat in de publiciteit de opsporingsacties van de politie de laatste tijd nogal eens veel aandacht trekken is verdiend. Alleen moet daardoor niet de indruk ontstaan dat Nederland de digitale wereld onder controle heeft of begint te krijgen. Integendeel, door het achterblijven van de overheid belanden de burgers inderdaad in Lubachs digibetocratie!

Het is hoog tijd dat de overheid aandacht heeft voor haar burgers en wat de digitalisering met hen doet. Elke dag ervaren de burgers de negatieve gevolgen van die digitalisering. Op verschillende terreinen is de samenleving daardoor al ontwricht.

Met de digitalisering ontstaat er een nieuwe wereldorde. Een waarbij landsgrenzen een andere betekenis hebben en die mede daardoor om een specifieke, daarbij passende aanpak vraagt. De gevolgen voor de burgers en de samenleving lijken de overheid nog niet bereikt te hebben.

In het boek 2024, Nederland 40 jaar na George Orwell’s 1984 (affiliate) reik ik mogelijkheden aan over hoe zowel burgers als overheid de digitaliserende samenleving in de greep kunnen krijgen. De beschreven aanpak biedt ook kansen om de ontstane kloof tussen overheid en burgers te dichten en veel van het bestaande wantrouwen weg te nemen.

2024 zal het jaar worden waarin duidelijk wordt of de samenleving in staat is om met de digitalisering om te gaan en er een einde lijkt te kunnen komen aan Nederland als digibetocratie.