Communicatie

Digitalisering is de blinde vlek van politieke partijen

0

Column – Met de verkiezingen voor de deur doet zich een uitgelezen kans voor om te kijken of de politieke partijen de wereld van vandaag begrijpen. En of ze weten hoe ze naar de invloed van digitalisering moeten kijken. Een steeds groter deel van ons leven wordt namelijk online bepaald. Om daar grip op te houden, is controle over de online wereld dus vereist. Maar is de politiek zich dat ook bewust? Of zien zij de online wereld als een parallel universum met eigen regels, of eigenlijk geen regels? Want dat is het gevoel dat ik soms krijg, als politici zich over de digitale ontwikkelingen uitlaten en ik zie hoe de digitalisering onze maatschappij (ongewenst?) verandert.

Tot een eigen oordeel komen

Ik heb de stoute schoenen aangetrokken. Ik heb de verkiezingsprogramma’s van vijf grotere partijen doorgenomen, om een indruk te krijgen van hoe zij over de invloed van de digitalisering op onze samenleving denken. En hoe zij daarmee om willen gaan.

Achteraf had ik dat misschien beter niet kunnen doen, want die inspanning heeft mij bepaald geen prettig gevoel over onze toekomst gegeven. Mijn vertrouwen in de overheid heeft er vooralsnog geen oppepper van gekregen. Er zijn grote verschillen in de visie op het belang van de digitalisering voor onze samenleving, als een partij daar al een visie over heeft.

Ik kan me niet losmaken van het beeld dat er, zeker bij de gevestigde partijen, nog veel te weinig begrip is voor die invloed. Gezien de soms uiterst beperkte, of zelfs ontbrekende, aandacht in de verkiezingsprogramma’s voor dit thema. Afhankelijk van de te vormen coalitie, hou ik mijn hart vast voor de ontwikkelingen in onze samenleving in de komende regeerperiode.

Waarom wordt digitalisering niet expliciet genoemd?

Dat beeld werd nog eens bevestigd tijdens een recente bijeenkomst in Bergeijk. De minister van Economische Zaken gaf daar een korte introductie op het beleid van haar ministerie en haar partij. Het beeld dat ze schetste deed mij de wenkbrauwen flink fronsen. Er werd niks gezegd over de rol van de digitalisering in onze samenleving.

Op mijn vraag waarom ze de digitalisering niet expliciet noemde, was het antwoord tekenend voor het gebrek aan visie en inzicht van het kabinet. “Digitalisering heeft de aandacht van alle ministeries en ze werken er allemaal hard aan”, was de reactie die ik kreeg. In feite het politieke synoniem voor “ik heb geen idee”. Toen ik haar vertelde dat zo’n versnipperde aanpak juist fnuikend is en van weinig integrale visie getuigt, keek ze of ze water zag branden.

Heb je plannen om je te verdiepen in wat de politieke partij van jouw voorkeur denkt te moeten doen met digitalisering? Dan beschrijf ik hierna wat naar mijn mening op dit moment de eerste prioriteiten van een nieuwe regering zouden moeten zijn. Zie die punten als een checklist om zelf tot een oordeel te komen. In eerdere columns heb ik enkele aspecten al aangestipt. En in mijn boek ‘2024 – NL op weg naar de onlinewereld’ heb ik uitgebreid de pijnpunten van onze digitaliserende samenleving beschreven, met daarbij de mogelijke en gewenste aanpak om tot oplossingen te komen. Misschien kunnen politieke partijen daar hun voordeel mee doen.

De vereiste prioriteiten

Afhankelijk van de coalitievorming en hoe serieus partijen een thema als digitalisering nemen, is het de vraag of grotere pijnpunten die met digitalisering samenhangen wel de aandacht gaan krijgen die ze inmiddels nodig hebben. Om de betekenis van de verkiezingsprogramma’s in het juiste perspectief te kunnen beoordelen, is de manier waarop partijen met deze punten denken om te gaan bepalend. Voor zowel hun inzicht, geloofwaardigheid en verwachtingen voor de ontwikkeling van onze samenleving. Ik noem een paar punten die naar mijn mening bepalend worden voor onze samenleving in de toekomst. En waarover ik van politieke partijen een visie verwacht.

Een Ministerie van Digitale Zaken

Het benoemen van een Staatssecretaris voor Digitale Zaken en nog een ander, totaal niet gerelateerd thema, toont aan dat digitalisering tot op heden geen serieus thema was. Maar wel om een papieren schijnvertoning vroeg.

Voor wie enigszins begrijpt welke invloed de digitalisering op onze samenleving en economie inmiddels heeft, is het geen discussie meer dat zo’n ministerie een absolute noodzaak is. Het moet zorgen voor een integrale aanpak en uniforme presentatie van verschillende faciliteiten aan burgers, die daar makkelijk mee om moeten kunnen gaan.

Partijen die dit niet zien, horen niet in een nieuwe regering thuis. We hebben als land te veel te beschermen en te regelen om de digitalisering niet als volwaardig thema te zien. Anno 2024 is een maatschappij zonder digitalisering ondenkbaar!

De ‘privacy-verering’ is een sta-in-de-weg!

De hele digitalisering, en daarmee grote delen van onze samenleving, draait om de beschikbaarheid en het gebruik van (persoonlijke) data. Pogingen om het gebruik van data tegen te houden, of zelfs te verbieden, zijn dan ook kansloos en zinloos. Dat privacy daarbij als excuus gebruikt wordt is niet alleen onnodig, maar ook nutteloos.

Om op een zinnige manier om te gaan met de digitalisering, is het belangrijk te zien welke voordelen het gebruik van data kan bieden. Dat de Autoriteit Persoonsgegevens (APG) zich stort op wat zij noemen “de bescherming van de privacy”, is dan wel vereist vanuit de letterlijke wetgeving, maar de overheid moet zich ook realiseren wat haar eenzijdige visie voor negatieve gevolgen heeft voor veel activiteiten en instanties. Kent niet iedereen de bloedirritante cookie pop-ups die in de praktijk juist tegengesteld werken? Of bijvoorbeeld verenigingen waarvan extra inspanningen worden gevraagd?

De online wereld vraagt om een andere kijk op privacy. Een waarbij we niet mogen vergeten dat de meeste burgers ook nog eens geheel vrijwillig zelf hun hele hebben en houden online plaatsen. Daar komt bij dat weinig kritisch naar cookies kijken en de meesten die klakkeloos accepteren.

Het proberen te voorkomen dat partijen gegevens verzamelen is geen zinvolle aanpak. Er moeten regels komen voor wie welke gegevens mag gebruiken. Zodat burgers weten wie welke gegevens heeft en waarvoor. En… er moet gehandhaafd worden! Alleen zo kunnen we misbruik van persoonsgegevens, selectieve informatievoorziening en het creëren van bubbels voorkomen.

De manier waarop dat tot nu gebeurt is ondoordacht en contraproductief. Belangrijk is dat er dit keer wordt uitgegaan van het gedrag van de mens. Welke partij begrijpt dit?

Bescherming van de burgers bij digitalisering

Het is een taak van de overheid om haar burgers te beschermen, ook online. Maar hoe doe je dat? Hoeveel burgers zijn bereid naar adviezen te luisteren en er wat mee te doen? De gevolgen zijn bekend: oplichting, hacken, doxing, phishing. Dat kan het gevolg zijn van dingen als het klikken op een ‘vals’ linkje in een e-mail, het reageren op een vraag om persoonlijke (bank)gegevens, het stelen of ontfutselen van wachtwoorden, het blokkeren van bestanden of het plaatsen van malware. Vooral cruciale diensten, zoals bankieren, medische zaken of overheidsdiensten, vragen online om optimale bescherming.

En als het geen onveiligheid is, dan is het wel online pestgedrag of (anonieme) aantasting van je persoon. Die anonimiteit is de grote vloek van de online wereld. Een kenmerk dat social media dankbaar gebruiken om onderbuikgevoelens, fake news of complottheorieën vrijelijk de ruimte te bieden.

risico social media en digitalisering: online pesten, fake news, complottheorieën

Een digitale identiteit is online net zo belangrijk als een identiteitsbewijs in de fysieke wereld voor veel zaken vereist is. Tegelijk is een verplichte invoering van multifactor-authenticatie (of iets vergelijkbaars) voor cruciale diensten vereist. Hier kan de overheid veel actiever in worden. Ze kunnen beginnen met zelf het goede voorbeeld te geven en eisen te stellen.

Hier zou het concept van een ‘burgerplatform’ een oplossing kunnen bieden. Dat is een binnen internet afgesloten en extra beveiligde omgeving, op basis van een digitale identiteit.

Initiatieven vanuit Europa, zoals de cookiewet, de PSD2-wet of de eIDAS, nemen naar mijn mening een verkeerde insteek. Ze blijken in de praktijk contraproductief, omdat ze onvoldoende uitgaan van het gedrag van de burger.

De overheid moet zelf een actieve rol oppakken. Te beginnen met het veiliger online regelen van cruciale diensten voor burgers en hun effectiever informeren en adviseren.

Online onveiligheid

Wie heeft niet al eens te maken gehad met cybercriminaliteit? En dan bedoel ik niet alleen burgers, maar ook bedrijven. Denk aan de inzet van trollen vanuit andere landen, zoals Rusland, China, Iran of India. Zij maken niet alleen burgers tot slachtoffer, juist hun aanvallen op bedrijven kunnen ook erg bedreigend zijn. Zo zijn Schiphol, de havens van Rotterdam, Universiteiten, banken, Rijkswaterstaat, infrastructuren en bedrijfsgeheimen steeds vaker doelwit.

Als daar wat fout gaat, kan de maatschappij pijnlijk ontwricht worden. De schade kan enorm zijn. Hoe goed zijn systemen en infrastructuren eigenlijk beveiligd? Wie controleert dat? Moeten er geen harde sancties worden opgelegd als organisaties hierin nalatig zijn? Welke partij ziet dit en durft hier met een duidelijke aanpak te komen?

Blijven we het normaal vinden dat ieder (commercieel) initiatief online zonder restricties actief kan worden, terwijl in de fysieke wereld voor van alles een vergunning nodig is? Zijn we bereid de eventueel nadelige gevolgen daarvan te accepteren? Of moet er toch meer gereguleerd worden?

Daarnaast hebben algoritmes een groeiende rol in het gebruik van de digitale mogelijkheden. Bedrijven krijgen hierdoor veel macht. Kunnen zij daar verantwoord mee omgaan? Wie heeft inzicht in de werking en waarvoor ze gebruikt worden? Hoe wil de overheid dat regelen? Wetgeving en handhaving blijven online ver achter bij de ontwikkelingen, waardoor de deur voor criminelen en digitale terroristen wijd openstaat.

We kunnen nog altijd veel leren van wat er in de fysieke wereld wel, maar vooral niet is toegestaan. Zijn er online vaker regels of vergunningen nodig? Welke partijen willen daar wat aan doen?

Social media

De vrijplaats voor allerhande irrelevante, foute, beledigende, misleidende of kwetsende uitingen, behoeft speciale aandacht. Het is onvermijdelijk dat burgers tegen kwaadwilligheid beschermd moeten worden. Dat social media ertoe leiden dat ook de democratische waarden ondermijnd worden, is het gevolg van politieke onmacht om steviger op te treden tegen dit soort uitingen. Social media leiden tot eenzijdigheid, oppervlakkigheid en vervolgens tot een stimulering van individualisering en polarisatie.

Ze vormen een uitlaatklep voor woede en frustratie en dat betekent doorgaans weinig genuanceerdheid. Zelden is hier sprake van opbouwende initiatieven! Mensen ventileren meningen, zonder eerst na te denken en met weinig inhoudelijke discussie. Dit kan het beeld van de actuele werkelijkheid behoorlijk vervormen, met alle gevolgen van dien.

Daaronder valt zeker ook het verspreiden van fake news. Bronvermelding lijkt minder belangrijk te zijn, net als factchecking ondergeschikt lijkt aan snelheid. Er moet nagedacht worden over hoe de kwaliteit van nieuws beoordeeld kan worden!

AI vormt een nieuwe uitdaging. Wat hiermee mogelijk wordt, kunnen we nog nauwelijks overzien. Wel is duidelijk dat er vanaf het begin duidelijkheid moet komen over door wie en wanneer AI wordt toegepast. We moeten makkelijk kunnen herkennen of iets echt is of via AI tot stand is gekomen.

Een geheel ander aspect bij social media is de vraag van wie de content is en van wie de contacten? Op dit moment is de exploitant de eigenaar. Je hebt zelf niets te zeggen over je eigen bijdragen. De exploitanten, zoals Facebook of X, kunnen met die gegevens doen wat ze willen. Vinden we dat acceptabel?

Een actieve rol van de overheid om de negatieve kanten van social media te belichten is het minste wat ze kunnen doen. Waarbij bepaalde media misschien niet langer ongestraft hun discutabele rol mogen blijven spelen. Is hier geen betere wetgeving vereist?

Heeft digitalisering de aandacht?

Als je politici in de media hoort praten, krijg je misschien de indruk dat de digitalisering hun aandacht heeft. Maar helaas. De ervaringen van politici met de digitalisering rijken meestal niet verder dan het gebruik van social media. Dat ze, met wat ze daarop doen, grote hoeveelheden bagger over zich afroepen nemen ze op de koop toe. Alles voor publiciteit!

Dat gaat zelfs zo ver dat in de Tweede Kamer nog discussies plaatsvinden over de aanpak van het misbruik van persoonsgegevens. Terwijl politieke partijen beschikbare persoonsgegevens ongegeneerd inzetten ten behoeve van hun partijpromotie.

Het bestuderen van enkele verkiezingsprogramma’s hebben mij mede tegen die achtergrond gemengde gevoelens opgeleverd. Op een aantal, naar mijn mening, belangrijke kanten van de digitalisering wordt helemaal niet ingegaan. Wat die programma’s uiteindelijk waard zijn moet verder bij de coalitievorming blijken. Wel is duidelijk dat er over dit thema grote verschillen tussen partijen bestaan. Het belang van de digitalisering wordt nog onvoldoende herkend. Frappant is dat de nieuwe partijen wél aandacht hebben voor de digitalisering, maar de ‘oudere’ partijen vrijwel niet.

Wat hoe dan ook veel aandacht behoeft, is een integrale aanpak van de digitalisering. Omdat die alle haarvaten van de samenleving raakt. Dus is een Ministerie van Digitale Zaken als centraal punt een voorwaarde voor een effectieve omgang met de digitalisering. Dit punt bepaalt hoe serieus partijen het bereid zijn te nemen.