Waarom hebben PSV en anderen nog geen social media beleid?

Voetballer Khalid Sinouh twittert de hele tijd, minstens tien tweets per dag. Een gemiddelde tweet bevat weinig nieuwswaarde; ‘onderweg naar training’, ‘training in stadion zus’, ‘laatste corner’. Op 11 september ging z’n tweet wel ergens over. Hij gaf zijn mening over de herdenkingsceremonie, want hij ‘werd moe van die 9/11 propaganda’. PSV maakte vervolgens bekend zich niet verantwoordelijk te voelen voor de uitspraak en gaf aan Sinouh erop te zullen aanspreken. Weer een voorbeeld van een persoonlijke uitglijder van een medewerker die daarmee ook zijn werkgever schaadt. Het roept bij mij de vraag op waarom organisaties (nog steeds) geen beleid maken.

Waarom maken organisaties geen beleid?

Zou het zijn vanwege het feit dat organisaties hun medewerkers niet willen belemmeren in hun vrijheid van meningsuiting? Is het de onwetendheid van de werkgever over de kansen en bedreigingen van social media die hen weerhoudt van beleid maken? Onderkennen organisaties de impact van persoonlijke uitingen van hun medewerkers via social media? Je zou toch verwachten dat de volgende twee voorbeelden allang geïnspireerd hadden om een gedragsbeleid te maken:

  • Districtchef van de politie Zuidwest-Drenthe werd direct op non-actief gesteld nadat zij een  insinuerend twitterbericht had gestuurd. Toen er in een flat in Meppel twee doden waren  gevonden, twitterde ze onder haar privénaam “dat het vast ging om huiselijk geweld”, terwijl  bleek dat de slachtoffers waren omgekomen door koolmonoxidevergiftiging. Zie: Uitzending op NOS journaal.
  • De TROS stopte per direct de samenwerking met Cornald Maas voor het Nationaal  Songfestival en het Eurovisiesongfestival, omdat hij had getwitterd; “grappige  exportproducten heeft Nederland: Sieneke, Joran van der Sloot en de PVV”. Voor de TROS was de  inhoud van de tweet onacceptabel. Maas was ”hogelijk verbaasd”. Zie het bericht op NU online.

Weinig regie bij PSV

Terug naar de case van PSV. De organisatie PSV heeft gereageerd, dus dan is het toch goed? Persoonlijk vraag ik me af of achter die reactie echt beleid zit. Ik denk eerder dat het een charmeoffensief was. In eerste instantie roept de reactie van PSV veel sympathie bij mij op. Echter, als vervolgens de speler in kwestie zich niets aantrekt van zijn werkgever door te twitteren dat hij zijn mening zal blijven geven, ongeacht of iemand het ermee eens is of niet, wordt het optreden van PSV in mijn ogen niets meer waard. Laten we eerlijk zijn: werkgever roept werknemer publiekelijk op het matje en werknemer lapt het – ook weer publiekelijk – aan zijn laars. Het getuigt van weinig regie bij PSV.

Was niet reageren dan het verstandigst geweest? Ik vraag me inderdaad af of de tweet van Sinouh überhaupt was opgevallen, tussen al zijn andere luchtige tweets, als PSV niet had gereageerd. Dezelfde vraag geldt voor de situatie waar Lacoste zich onlangs in bevond. Zou het iemand zijn opgevallen dat terrorist Anders Breivik Lacoste kleding draagt? Heeft Lacoste, door de oproep aan de rechtbank om Breivik te verbieden deze merkkleding te dragen, zichzelf juist geen reputatieschade aangebracht? We zullen het niet meer weten.

Wat belangrijk is, is dat organisaties van tevoren nadenken over de impact van bepaalde keuzes op de reputatie van organisatie. Een onderdeel daarin is wat mij betreft ook het social mediabeleid of de social media gedragscode. Beleid zorgt er in ieder geval voor dat een organisatie ‘in control’ is en blijft. Maar hoe doe je dat dan?

Privépersonen vs. corporate personalities

Social media wordt veel gebruikt door privépersonen. Het is echter is een ultiem instrument om juist de corporate boodschap te laden door de werknemers in te zetten. Vaak is de CEO het boegbeeld van een organisatie, terwijl organisaties ook hun medewerkers meer op de voorgrond kunnen zetten. Een term om deze personen te omschrijven is Corporate Personalities. Dit zijn medewerkers die positief bijdragen aan de reputatie van het bedrijf door hun externe profilering, bijvoorbeeld via social media. Een organisatie zou een keuze kunnen maken tussen: mijn medewerkers zijn corporate personalities of mijn medewerkers zijn actief op social media als privépersoon. Ongeacht welke keuze de werknemer maakt, er dienen voor beide scenario’s richtlijnen opgesteld te worden.

Richtlijnen voor corporate personalities

Social media zouden onderdeel uit moeten maken van de corporate identiteitsmix van de organisatie. Dit wil zeggen dat medewerkers weten hoe ze social media kunnen inzetten om de missie van hun bedrijf  waar te maken en de visie uit te dragen. Een organisatie staat ergens voor. Medewerkers kunnen via social media aan de buitenwereld duidelijk maken waartoe zij op aarde zijn. Een voorbeeld: een stichting komt op voor kinderen in de Derde Wereld. Juist vrijwilligers die zich daar ter plekke hard maken voor deze kinderen kunnen de projecten letterlijk dichterbij de mensen in Nederland brengen via social media. Door te laten zien wat de situatie daar nu is en hoe de stichting de toekomst voor zich ziet, krijgen wij hier in Nederland een beter beeld van nut en noodzaak van de stichting. De vrijwilligers zijn vaak gepassioneerde mensen die op deze manier anderen kunnen inspireren zich ook in te zetten voor die kinderen.

Voor deze vrijwilligers geldt wel dat zij goed moeten weten hoe zij zich op het net moeten gedragen. Hun gedrag moet in lijn zijn met de waarden van de stichting. Daarom zouden de social mediarichtlijnen gebaseerd moeten zijn op de kernwaarden van een organisatie. Heeft een organisatie de kernwaarde ‘openheid’ dan zouden medewerkers zich ook op social media transparant en eerlijk moeten opstellen. Enkele voorbeelden van richtlijnen zijn: doe je niet voor als iemand anders. Gebruik je eigen naam. Maak duidelijk wie je bent.

Richtlijnen voor werknemers die als privépersoon actief zijn op social media

Foto Ryan BabelToch zijn er ook genoeg organisaties waarbij de inzet van social media moeilijker is te managen. Kijk maar naar de voetbalwereld. Er zijn legio voorbeelden van voetballers en clubs met een twitterverbod in het buitenland, omdat de voetballers zich in het verleden niet konden gedragen naar de normen en waarden van de club. Een voorbeeld is de Nederlandse voetballer Ryan Babel, die op het matje werd geroepen toen hij een foto plaatste van een scheidsrechter in het shirt van een rivaliserende club. Is zo’n verbod terecht? Ik denk dat ook voetballers zich moeten realiseren dat zij onderdeel uit maken van hun clubmerk. Als zij zich als persoon niet netjes gedragen, heeft dat ook zijn weerslag op hun voetbalclub. Clubs zouden dan ook algemene richtlijnen kunnen opstellen voor hun voetballers, zoals:

  • Gedraag je conform de integriteitsnormen van de club
  • Gedraag je sociaal
  • Onthoud: je praat met de buitenwereld, het zijn geen privégesprekken die je voert.
  • Realiseer je dat jouw gedrag impact heeft op je club en je fans

Houden voetballers zich niet aan deze algemene richtlijnen, dan zou een club daar naar kunnen handelen. Zonder beleid en concrete richtlijnen verliest een club de regie en vergroot daarmee de kans op reputatieschade. En datzelfde geldt voor alle andere organisaties.

Blog