Verdieping

Second Life was ideaal voor de luien van geest

0

Niets ontslaat ons van de plicht om af en toe eens terug te komen op investeringen of verwachtingen uit het verleden. Second Life bijvoorbeeld. Deze virtuele wereld werd in 2006 erg omhooggeschreven, vooral door betrokkenen die er een belang bij hadden. Ontwikkelaars en vormgevers bijvoorbeeld.

De gemeente Den Haag kocht een eiland op Second Life. Wethouder Frits Huffnagel, verantwoordelijk voor de voorlichting en de externe betrekkingen, kondigde het met trots aan. Het zal zo’n anderhalf jaar geleden zijn geweest. Het persbericht vermeldde de aanschaf van ‘een virtueel stuk grond op Second Life, de kleurrijke, driedimensionale wereld op internet’.

sl_1En de strandtent op dat eiland zou de centrale virtuele ontmoetingsplaats moeten worden, voor iedereen die zich verbonden voelt met de stad Den Haag. Ter geruststelling – wij zijn niet de enigen hier die gek zijn – werd ook nog gemeld dat de gemeente zich bevindt in het gezelschap van onder meer ABN Amro, de TU Delft en de Zweedse ambassade. Voor het experiment werd dertigduizend euro begroot.

abnslEn inderdaad, ook ABN Amro deed mee. Om te experimenteren, om te leren, het was een ‘mooie aanvulling in de communicatie- en distributiemix’. Vier mensen werden op het project gezet, er werden ook wat eilanden gekocht, en vol verwachting klopten alle harten. Daarnaast mochten programmeurs aan de slag, wat vormgevers, en ongetwijfeld mochten wat overbetaalden meedenken aan de creatie. Het is niet de gewoonte van de bank om hierover uitspraken te doen, zo werd vorige week nog bevestigd. Het eiland is nog geopend, in januari 2009, maar veel gebeurt er niet. Eigenlijk niets.

Onderzoek toonde aan dat bedrijven die zichzelf presenteerden op Second Life het idee hadden dat ze daarmee een innovatief imago verwierven. Dat ze zouden kunnen meegolven op de deining van de voordelen voor de pioniers; ergens hadden ze gelezen over het ‘first mover advantage’, dat een strategische voorsprong zou opleveren.

We hebben het dus over innovatie, over de plicht van iedere ondernemer om je te verplaatsen in de wensen van je klant. Dat je je probeert in te beelden hoe hij je benadert of juist zou willen kunnen benaderen.

Het mooie van nieuwe technologieën is dikwijls dat er dingen mogelijk zijn die tot dat moment niet konden. En de uitdaging van iedere innovator is juist om op zoek te gaan naar dat gebied, naar de plaats waar iets kan gebeuren wat daarvoor nog nooit gebeurd was. Het aardige van een winkel, een gemeente of een bank op het internet is dat je je kunt ontdoen van het juk van de drie dimensies van de ruimte: lengte, breedte en hoogte. Op het internet kun je eindeloos lagen over en door elkaar heen leggen, je kunt verbanden maken die daarvoor ondenkbaar waren.

the_blarney_stoneEn wat doen we? We gaan alles weer proppen binnen een muur, een plafond en een vloer, en we noemen het een virtuele wereld. Second Life kreeg alle aandacht omdat iedereen het begreep. Eindelijk een nieuwe technologie die de taal van de oude wereld sprak. Het ging over gebouwen, eilanden, water, bruggen, cafés, een winkel met een toonbank, een munteenheid en een voordeur: dát werd tenminste gesnapt door de luien van geest.

Gretig lieten ze zich vangen binnen de beperkingen van de nieuwe omgeving en besloten ze vruchtbaar geld te mobiliseren en te verplaatsen naar een omgeving die de bezoekers alleen maar beperkingen opleverde die vergelijkbaar waren met de bestaande.

Merkwaardig toch.

De directeur van de gevangenis zet alle poorten open en de gedetineerden lopen massaal via de achterdeur weer naar binnen. ‘Wat zijn we toch lekker innovatief bezig’, zeggen ze tegen elkaar, ze naaien voor elkaar de nieuwe streepjespakken en tegelijkertijd leggen ze om elkanders enkels grote loden ballen aan hele zware kettingen.

Second Life bestaat dan misschien nog wel maar is niet meer. Dat is nog niet zo erg, veel spijtiger is het dat de serieuze wereld van de grote mensen er zo oprecht ingetuind is. Toch moeilijk, innoveren.

Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.