Deze 7 trends bepalen de digitale wereld in 2016
Gelukkig nieuwjaar allemaal! 2015 was weer een bewogen jaar voor de digitale wereld. Maar inmiddels ook al weer oud nieuws! Nu 2016 echt is aangebroken is de vraag: welke trends en technieken gaan de digitale wereld in het komende jaar bepalen? Een kort overzicht van wat 2016 in petto heeft, gebaseerd op berekend giswerk en een flinke schep onderbuikgevoel.
1. De ‘blockchain’: de disruptieve krachtpatser
De blockchain. Nooit van gehoord? Geen zorgen, je bent vast niet de enige. Maar onthou de term, want het wordt in 2016 een van de grote disruptieve thema’s. De blockchain is de technologie die de werking en vrije uitwisseling van de beruchte Bitcoin mogelijk maakt. Een techniek zo nieuw en abstract, dat maar weinig mensen echt kunnen doorgronden hoe het werkt. Maar ook zo veelbelovend dat menig kenner de blockchain een enorm disruptief vermogen toekent. Waar of niet: inmiddels worden banken al flink nerveus van de blockchain, juist vanwege haar potentie om tussenpersonen als banken, verzekeraars en notarissen volstrekt onnodig te maken.
Een soort reusachtig gedeeld kasboek
Dus, wat is die blockchain? Het is een peer-to-peer-transactiesysteem dat ervoor zorgt dat Bitcoin-gebruikers met een gerust hart bitcoins met elkaar kunnen uitwisselen. Maar de techniek zou volgens kenners nog veel meer toepassingen in haar mars hebben. In feite werkt de blockchain als een soort reusachtig gedeeld kasboek waarin staat genoteerd wat van wie is. Het bijzondere: het systeem is niet alleen volledig bestand tegen fraude (en dus betrouwbaar), het is voor iedereen toegankelijk. En juist dat maakt de blockchain in potentie zo disruptief: het werkt zonder enige tussenkomst van derden.
Hit of hype?
Er wordt hevig geinvesteerd en doorgesleuteld aan de blockchain (en andere cryptotechnieken) Ook wordt er druk gespeculeerd dat niet alleen sectoren als finance en verzekeringen op zijn kop zullen worden gezet, maar dat blockchain zelfs de potentie heeft om een hele nieuwe versie van het internet mogelijk gaat maken. Waarheid of aluminiumhoedjes praat? Hoe dan ook: de blockchain werkt, en grote spelers als Samsung experimenteren met innovatieve toepassingen. Of het nou een hit of een hype gaat blijken: de term blockchain ga je vaker horen komend jaar.
2. Virtual reality: de mainstream doorbraak (en niet alleen in gaming)
Al jaren een grote belofte, maar 2016 wordt dan echt het jaar waarin virtual reality (VR) haar ‘mainstream’ doorbraak zal maken. Dat VR grote potentie heeft voor de gaming industrie staat eigenlijk niet ter discussie. Maar toch bleef de grote omarming vooralsnog uit. Waarom wordt dat dit jaar anders? Omdat dit het jaar wordt waarin Sony, Samsung, Microsoft en Oculus consumentenproducten gaan lanceren waardoor VR betaalbaar wordt voor het grote publiek. En dus zal VR ‘vanzelfsprekend’ een nieuwe dimensie aan de toch al dynamische wereld van gaming bieden.
Zet zelf eens een Samsung Gear, Oculus Rift of de spotgoedkope Google Cardbox op je hoofd en je merkt meteen: met VR gaat er een wereld aan mogelijkheden open. Betekenisvolle interacties aan gaan met gebruikers: VR is er voor gemaakt. En het zijn juist de meer onverwachte toepassingen buiten de wereld van gaming – die in 2016 hoge ogen gooien. Verwacht komend jaar dus veel innovatieve toepassingen in bijvoorbeeld educatie, gezondheidszorg en toerisme.
3, ‘Insourcing’: aantrekken van design- & development-talent
Wat onderscheidt de meest succesvolle organisaties? Creativiteit en een manier van werken waardoor ze razendsnel in kunnen spelen op constant veranderende omstandigheden. Het afgelopen jaar is bij menig groot bedrijf dat kwartje gevallen. En dus wordt 2016 het jaar waarin organisaties alles op alles zetten om design- en development-talent in huis te halen. Waarom? In het moordende tempo waarin nieuwe digitale proposities uit de grond schieten is het moeilijker dan ooit om je als merk te onderscheiden. Design en development wordt bedrijfskritsch. En juist een creatieve en productieve werkcultuur, waarin creatief talent kan bloeien, valt door je concurrent niet makkelijk te kopiëren.
Design- en development-talent wordt strategische troefkaart
Het simpele gevolg is dat toegang tot design- en development-talent een van de belangrijkste strategische troefkaarten van 2016 wordt. Maar hoe overtuig je talent om voor jou te kiezen? Een duidelijke en aansprekende ambitie is onmisbaar. Daarnaast is een harde kern van kwalitatief sterke en ervaren specialisten noodzakelijk. Vanaf daar is innovatie vooral een organisatievraagstuk. Weg met de oude silostructuur en op naar ‘squads’, ‘tribes’ en zelfsturende teams. Geen ‘topdown commands’ maar ‘boardlevel support’. Geen grote meerjarenplannen maar ‘MVP-denken’. En vooral: het aantrekken van eigen designers en developers om een cultuur van creativiteit en daadkracht vorm te geven.
4. ‘Lifescience & health’: de booming sector
Welke industrien worden booming komend jaar? Bij afwezigheid van een glazen bol is er een andere manier om te voorspellen wat hot wordt in 2016: follow the money. Door te volgen welke branches de afgelopen periode de grote sommen venture capital wisten aan te trekken, krijg je een goed beeld van waar we komend jaar het vuurwerk mogen verwachten. En er zijn er maar weinig die meer investeren dan Google Ventures (GV), de investeringstak van Google (denk aan Uber, Slack en Nest).
In haar jaaroverzicht meldt GV dat komend jaar maar liefst 31 procent van haar 2,4 miljard dollar tellende kapitaal wordt geïnvesteerd in lifescience & health: initiatieven die gezondheid en levenskwaliteit verbeteren. In het portfolio van GV vinden we onder meer Impossible (maakt vlees en kaas op basis van planten), Foundation Medicine (ontwikkelt persoonlijke behandelingen voor kanker) en 23andme (DNA-herkomstanalyse voor consumenten). Andere groeiende aandachtsgebieden voor GV zijn kunstmatige intelligentie (13%) en consumentenproducten (24%). Een opvallende daler is mobile.
5. UX design wordt ‘atomic’ & ‘animated’
Vroeger was er zoiets als de heilige huisstijlgids: een strak document met kleuren, lettertypes en vele stijlregels die in elke uiting strikt en consistent moest worden toegepast. Dat werkte schitterend in een wereld van print en advertenties. Maar in het digitale tijdperk wordt je merkbeleving niet bepaald door ‘uitingen’ maar door ‘interacties’. Merkervaringen staan of vallen bij gebruiksvriendelijkheid. En gebruikers verwachten via allerlei verschillende devices toegang tot jouw dienst of product. Dan verliest een statisch huisstijldocument al snel haar praktische waarde.
Van pagina’s naar systemen
De vraag voor 2016 is: hoe kunnen UX’ers ook in het steeds meer complexe web een ultieme gebruikservaring bieden? Niet lang geleden was het web nog een verzameling aan elkaar gelinkte wepagina’s. Maar inmiddels maken we allemaal gebruik van complexe webapplicaties die we ook nog eens op allerlei verschillende apparaten en schermgroottes willen gebruiken. De taak van de UXdesigner ontwikkelt zich van het ontwerpen van pagina’s naar het ontwerpen van systemen.
Atomic design is in opkomst
Logisch dus dat de term ‘atomic design’ sterk in opkomst is onder UX-ontwerpers. Atomic design richt zich niet op het ontwerpen van pagina’s, maar probeert designers een basis te geven om gebruikers ongeacht schermgrootte of volgorde van gebruik een prettige en herkenbare gebruikservaring voor te schotelen. De inspiratie voor ‘atomic design’ komt uit de scheikunde: de logica is dat elk goed design een systeem is dat uiteen gebroken moet kunnen worden tot ‘atomen’, die samen weer grotere onderdelen van de gebruikservaring vormen.
Animatie: de rijzende ster van UX
De andere rijzende ster in de wereld van UX is animatie: kleine interacties die interfaces tot leven wekken, gebruikers de weg wijzen en een onderscheidende ervaring bieden. Juist in steeds meer complexe applicaties, helpen animaties de gebruiker om transities en interacties intuïtief te laten begrijpen. En ook dit soort kleine animaties leveren een bijdrage aan de totale som van klantinteracties die een merkbeleving bepalen.
UX design in 2016 vraagt om design op atoomniveau en levendige, geanimeerde interacties. Maar die zijn lastig te vatten in een klassieke huisstijlgids. Dus vervangen grote merken komend jaar hun statische huisstijlgids massaal voor ‘levende’ design libraries: stukjes huisstijl-lego (in code) waarin de merkidentiteit, qua ratio, toepassing en beweging wordt toegelicht en bruikbaar gemaakt.
6. Autonomous tech: Slimme producten van ‘connected’ naar ‘autonoom’
Slimme tandenborstels, smart babyfoons en zelfs de connected Barbie: de eerste generatie Internet of Things-producten wordt in rap tempo gemeengoed. Bij de huidige generatie ‘connected products’ gaat het niet blijven: experts verwachten de komende jaren een waanzinnige groei van het aantal aan het internet aangesloten apparaten (Cisco voorspelt 50 miljard aangesloten apparaten in 2020!). Maar tegen die tijd zullen onze huidige ‘smart’ apparaten behoorlijk dom lijken.
Neem nou die Hello Barbie: uitgerust met een microfoon en een netwerkkaart waardoor ze een simpel gesprek voert met een spelend kind. Als het kind tegen de Barbie praat, worden de opgenomen woorden verzonden naar een server dat een antwoord terugstuurt dat Barbie vervolgens uitspreekt. Knap, dat zeker. Maar hoe zeer je ook geneigd bent de pop ‘smart’ te noemen: feitelijk wordt het denkwerk niet verricht in de pop, maar op een server. En dus heeft Hello Barbie maar weinig noten op haar zang als er geen internetverbinding voor handen is.
Internet of Things: 50 miljard aangesloten apparaten
Als alle voorspelde 50 miljard apparaten voor elke handeling of beslissing volledig afhankelijk zijn van hun internetconnectie (zoals Hello Barbie), wordt bandbreedte al snel een bottleneck. Maar in 2016 begint ‘The Age of Autonomy’: het tijdperk waarin connected apparaten zich ontwikkelen van relatief zwakke processors met een internetverbinding naar autonome, zelfstandige machines. Apparaten die zich bewust zijn van hun omgeving, de processingkracht hebben om complexe programma’s te kunnen draaien, echte beslissingen kunnen nemen en ook werken zonder internetverbinding. En dat kan ook: processing kracht en geheugen wordt immers in rap tempo sneller, kleiner en goedkoper.
Eigenlijk lijkt de ontwikkeling die het Internet of Things nu gaat doormaken (het denkwerk wordt niet alleen door de server verricht maar ook door de ‘client’) sterk op de ontwikkeling van het ‘gewone’ internet. Waren webbrowsers niet lang geleden nog zwakke processors die eenvoudige tekstbestanden konden vertalen naar webpagina’s, inmiddels draaien moderne browsers volledige webapplicaties en games. Ook zonder volledig afhankelijk te zijn van nieuwe calls naar de server. Het heeft het web een stuk efficienter gemaakt en zal ook het ‘Internet of Things’ tot ongekende toepassingen brengen.
7: De Publieke zaak: de overheid wordt wakker
De overheid en digital: dat leidt toch gegarandeerd tot falende miljoenen projecten? Absoluut. Maar toch wordt 2016 het jaar dat de overheid kiest voor digitale innovatie en nieuwe techniek weet te benutten om maatschappelijke doelen te realiseren. Onderwijs, de toegankelijkheid van overheidsorganen en transparantie in regelgeving en bestuur: digital heeft een ongekende maatschappelijke potentie. Dus ja, misschien is dit wel meer een persoonlijke wens dan een gefundeerde voorspelling. Maar toch: wie oplet, ziet wel degelijk lichtpuntjes.
- Het belang wordt onderkend: Wie de noodzaak niet ziet, verandert niet. De noodzaak van een digitale transformatie inzien is de eerste stap. Die stap heeft de gemeente Amsterdam inmiddels gezet door in 2014 een CTO aan te nemen.
- Het is onvermijdelijk: Een jongere generatie (tegen de dertig, opgegroeid met digital) bereikt ook binnen de overheid de invloedrijke plekken. Dit leidt onvermijdelijk tot een versnelde omarming van innovatie.
- De publieke zaak wordt deels privaat: Digitale oplossingen maken het goedkoper en haalbaarder om grote publieke vraagstukken aan te pakken. En daarmee wordt het aanpakken van publieke vraagstukken sexyer. De laatste tijd zie je steeds meer interessante initiatieven tussen private spelers en de overheid om gezanmelijk maatschappelijke ambities te realiseren. Een mooi voorbeeld is Up Next: een samenwerking tussen het Witte Huis en het bureau HugeInc, bedoeld om jongeren beter te betrekken bij onderwijsprogramma’s van de overheid.
- Het kan: De Engelse overheidswebsite Gov.uk won al in 2013 een prestigieuze Design Award en staat zowel qua design als snelheid van ontwikkeling bekend als een heel succesvol project.
- Er kan nog zo veel meer: Estland is de absolute koploper als het gaat om digitale innovatie bij de overheid. En dat bewijst dat het niet hoeft te blijven bij een goede website. In Estland stemmen burgers online, worden belastingaangiftes verwerkt (en terugbetaald) binnen enkele dagen en heeft bijna 100 procent van de bevolking een digitale persoonlijke identiteitscode die burgers toegang geeft tot alle overheidszaken.
Juist voor ambitieuze designers en developers is de overheid in potentie de ultieme werkplek om echt impact te maken. Maar het vraagt om een flinke verandering in mindset binnen het publieke orgaan. Niet moet de overheid een duidelijke visie hebben om talent aan te trekken, ook moet het op een andere manier samen werken (lees: weg met grote aanbestedingen!) met private marktspelers. Hoe dan ook: digitale innovatie heeft de potentie de overheid radicaal effectiever, toegankelijker en succesvoller te maken. Laat 2016 een jaar worden waarin de overheid de digitale ommezwaai definitief inzet!