De menskant van ambassadeurschap: een onconventionele benadering bij VWS

‘Maar Ilse, ik ben helemaal geen ambassadeur’ zegt Orlando als ik ‘m voor het eerst benader voor dit artikel.
Ha, denk ik, je moest eens weten…
In deze serie interview ik mensen die zich dagelijks bezighouden met ambassadeurschap voor hun organisatie en bevraag hen over wat er precies voor nodig is. Zij navigeren op eigen houtje tussen wat (online) kan, mag en aanspreekt of faciliteren dat vanuit de bedrijfskant zo goed mogelijk voor hun collega’s. Eerder schreef ik over ambassadeurs binnen Ikea, NS, ’s Heeren Loo en Evides.
We ontmoeten elkaar begin december in de koffiecorner van het Ministerie van VWS, midden in Den Haag. Waar Orlando met gebarentaal een cappuccino voor mij en een latte voor zichzelf besteld bij de barista aan de andere kant van de toonbank.
Gebarentaal? Ja echt. Een mooi staaltje inclusiviteit wat hier plaatsvindt: de baristas zijn namelijk doof of slechthorend en op een iPad naast de kassa wordt getoond welk gebaar bij welke koffie hoort. Jij bestelt door het juiste gebaar te maken en de barista’s gaan voor je aan de slag. Zo simpel kan het zijn!
‘Daar zou je iets over moeten posten op LinkedIn’, zeg ik. ‘Ja, misschien wel, daar had ik eigenlijk nog niet zo over nagedacht’. Niet dat Orlando tips van mij nodig heeft op dat vlak.
We vinden een plekje in de drukte en praten eerst bij. We kennen en volgen elkaar al een aantal jaar via LinkedIn, maar van een echte ontmoeting kwam het nog niet eerder. Terwijl Orlando een vast gezicht in mijn tijdlijn is en opvalt door zijn persoonlijke, rake verhalen. Altijd geschreven vanuit het hart, oprecht en eerlijk. Geen doekjes erom, maar zeggen waar het op staat.
En dat spreekt aan: met ruim 12.000 volgers, inmiddels LinkedIn TopVoice en jurylid bij de Werf& Awards is hij inmiddels een bekend en vertrouwd gezicht binnen recruitmentland. Én geeft hij op geheel eigen wijze een gezicht aan het Ministerie van VWS, zelfs als zijn werkgever vaker niet dan wel de boventoon voert in zijn posts.
Hoe doet hij dat en wat is het effect wil ik weten. Het wordt een mooi en no-nonsense-gesprek, precies zoals de posts van Orlando op LinkedIn.
Van experiment tot succesformule
Het LinkedIn-balletje begon te rollen met een experiment.
Orlando werkte lange tijd in het Rotterdamse Sociaal Domein, waar hij mensen vanuit de bijstand in beweging en aan een betaalde baan hielp. Als matchmaker voor de mensen die klaar waren voor de arbeidsmarkt bedacht hij een format: ‘wat als ik m’n kandidaten voorstel aan m’n netwerk op LinkedIn met behulp van een video en hen vraag om hulp bij het vinden van een baan of stageplek?’
En met wat hulp uit zijn eigen netwerk pakte dat goed uit. Bijvoorbeeld voor Fares, een Syrische man die 2 jaar in Nederland was, de taal al goed sprak en graag ervaring wilde opdoen als grafisch vormgever. De vraag stellen op LinkedIn, is ‘m beantwoorden met behulp van je netwerk. En in dit geval werd Fares uitgenodigd op gesprek en kon hij 6 maanden stage lopen bij een Rotterdamse branding agency.
Het lukte dus daadwerkelijk om mensen op de juiste plek te krijgen vanwaar zij hun werkzame leven weer konden oppakken en dat smaakte naar meer. Als voetballiefhebber bedacht Orlando er zelfs een wekelijkse rubriek voor: Monday Matchday. Geïnspireerd op het voetbalprogramma Match of the Day op BBC.
Ik ontdekte de kracht van LinkedIn en netwerken en toen ben ik niet meer gestopt. En door te experimenteren, ging ik vanzelf meer posten over mijn eigen werk.
Ambassadeurschap, maar dan anders
Ik schrijf over dingen die ik meemaak, mijn brein is altijd aan. Maar ik zie mezelf niet als ambassadeur, omdat ik niet de hele dag met een VWS vlag rondloop. Dat vind ik helemaal niet leuk, nobody cares. Af en toe post ik erover, maar mensen weten me wel te vinden. Misschien ben ik uiteindelijk toch een soort uithangbord.
Orlando merkt de voordelen van zijn online zichtbaarheid, maar hij ziet het niet als ambassadeurschap. Niet zoals Rob Maas (Ikea) of Renee van de Maat (Evides), die hun organisaties actief vertegenwoordigen en die beide eerder werden geïnterviewd voor deze artikelreeks.
Dat is ook niet mijn ding. Ik zit midden in een politieke omgeving, dus ik kan niet zomaar alles zeggen. En daarbij, ik denk niet dat mensen erop zitten te wachten als het alleen maar over VWS gaat.
Toch merkt hij dat mensen nieuwsgierig zijn. ‘Ze willen weten wat hier gebeurt, wie hier werkt, en daar geef ik zicht op en misschien is dat óók een vorm van ambassadeurschap.’
Inclusief werven: een praktische aanpak
Orlando krijgt veel berichten van mensen die wel binnen de Rijksoverheid willen werken, maar niet binnen komen. ‘Zij zijn niet ‘the usual suspects’ om het maar zo te zeggen. Ik ben ook zichtbaar voor de mensen die op mij lijken, waardoor ze eerst naar mij toe komen. Blijkbaar is het nodig, maar ik had het liever anders gezien.’
Gevraagd om met hen mee te denken, maakt hij daar graag tijd voor en het is mooi om te horen hoe hij dat ogenschijnlijk simpel maar enorm slim aanpakt: ‘Ik nodig ze hier uit, laat het gebouw zien en ga met ze bij deze koffiecorner zitten. Dat doe ik expres, want veel collega’s lopen hier namelijk langs en door mijn zichtbaarheid ken ik veel mensen. Als ik dan hoor dat iemand geïnteresseerd is in een bepaald onderwerp of afdeling en er loopt een collega langs die daarover gaat, trek ik die aan z’n jasje: ‘vertel even wat je doet, pitch je werk’ en zo ontstaat er meteen een gesprek.’
Op die manier zorgt Orlando ervoor dat iemand die interesse heeft, direct in contact komt met iemand die het werk doet of met het onderwerp bezig is. ‘Zo maak ik die verbinding en probeer ik op een andere manier het verschil te maken voor mensen die hier willen werken. En ik vind dat niet zo bijzonder, maar blijkbaar is dat wel zo. Voor mij is dat normaal, zo hoort recruitment te zijn vind ik.’
Misschien noemt Orlando zichzelf geen ambassadeur, maar bovenstaand voorbeeld laat wel degelijk een hele duidelijk ambassadeursrol zien. Hij opent deuren voor mensen die anders niet of moeilijk binnen komen én laat zien dat recruitment ook informeel en toegankelijk kan zijn.
Zichtbaarheid werkt twee kanten op
Zichtbaarheid buiten betekent ook zichtbaarheid binnen en dat merkt Orlando dagelijks. Door zijn bereik op LinkedIn, en zijn open benadering, bouwde Orlando ook intern een stevige positie op. Managers weten hem nu te vinden als ze een vacature hebben. ‘Maar ik ga wel selectief om met welke vacatures ik via mijn persoonlijke account deel.’
Zijn collega’s reageren positief. Veel kennen hem via LinkedIn, wat bijzonder is in een organisatie waar zo’n 2700 mensen werken. Zij weten Orlando ook te vinden als ze intern door willen stromen. ‘Luister, je moet met die en die koffie gaan drinken, zeg ik dan. En als je niet durft, dan regel ik het wel voor je. Bijna niemand zegt nee. Dat hosselen zit in m’n natuur.’ Aldus Orlando.
Ondertussen raken ook sommige collega’s geïnspireerd om te posten, bijvoorbeeld over werkbezoeken die worden afgelegd. Ze merken dat online zichtbaarheid hen helpt hun doelgroepen te bereiken – soms zelfs beter dan traditionele communicatiekanalen. Het sneeuwbaleffect zorgt ervoor dat het ministerie online een steeds persoonlijker gezicht krijgt.
‘De collega’s maken de organisatie, niet het merk of een logo, niet hoeveel je verkoopt als dat van toepassing is. Het gebouw bestaat slechts uit stenen, terwijl het gaat om de toffe mensen die hier werken. Die hebben passie voor hun werk en passie voor de inhoud. Als ik dat hoor, dan wil ik graag helpen.’
Authenticiteit binnen een voorzichtige overheid
Binnen de (Rijks) overheid heerst een sterke focus op risicobeheersing, zeker op social media. De angst voor kritiek of misinterpretatie maakt het lastig om te bepalen wat je wel en niet online kunt delen. Toch helpt het als je weet waar je het voor doet, plezier hebt in schrijven en vooral deelt waar je zelf mee bezig bent.
‘Bij ons loert altijd het gevaar dat je gezeik krijgt op je post. Risico van het vak, maar het jammere is dat we als overheid bang zijn om fouten te maken. Terwijl: jouw nieuwe collega’s zitten in je netwerk.’ Aldus Orlando.
Juist door open en zichtbaar te zijn, trekt hij mensen aan die bij VWS passen. Met zijn persoonlijke en eerlijke aanpak heeft Orlando niet alleen zichzelf, maar ook zijn ministerie online een gezicht gegeven, en creëert zo kansen en nieuwe verbindingen.
Niet alleen werven, maar ervaren
Het recruitmentteam van VWS, dat bestaat uit zeven recruiters, twee ondersteuners, een specialist arbeidsmarktcommunicatie en een coördinator, werkt dagelijks aan het aantrekken van talent. Orlando draagt hier op zijn eigen, informele manier aan bij. Hoewel hij het online boegbeeld is, zit er geen vooropgezette strategie achter zijn posts. Hij wil vooral laten zien wat er binnen de organisatie gebeurt.
Als ik een post schrijf, maak ik er vaak een verhaal van, met een knipoog, een twist of een grap. Het liefst noem ik dan collega’s die ik een beetje voor het blok of op een ludieke manier in the picture kan zetten. Dat spreekt tot de verbeelding en dat werkt.
Orlando’s berichten zijn geen standaard vacatureposts, maar kleine verhalen met humor en een persoonlijke twist. Zo brengt hij de organisatie tot leven en maakt hij werken bij VWS tastbaar.
Dat doet hij niet alleen online. Samen met zijn collega’s organiseerde hij een uniek event waarin geïnteresseerden konden ervaren hoe beleid tot stand komt. De 120 (!) deelnemers kregen vooraf een artikel om zich in te lezen en werkten tijdens het event aan een minicasus, samen met beleidsmedewerkers van het ministerie. Geen droge uitleg, maar een interactieve manier om de praktijk te ontdekken.
Het resultaat? Een win-win: deelnemers kregen een realistisch beeld van werken bij VWS, terwijl medewerkers werden verrast door frisse ideeën van buitenaf. ‘Dat laatste was niet eens zozeer de intentie, maar wel een mooie bijvangst,’ aldus Orlando.
Het was de eerste keer dat VWS zo’n event organiseerde, maar de vele positieve reacties smaken naar meer. De impact van online zichtbaarheid en actieve betrokkenheid bij recruitment wordt hiermee steeds duidelijker – en Orlando laat heel duidelijk zien hoe je dat op een authentieke manier kunt doen.
Persoonlijke aanpak die werkt
Als ‘toch wel ambassadeur’, levert Orlando VWS ongevraagd veel free publicity op en als ik hem daarnaar vraag zegt hij: ‘Ik doe het, omdat ik het leuk vind en omdat ik zie dat het werkt. Het komt bijvoorbeeld terug in sollicitaties als kandidaten schrijven dat ze bij het evenement waren of refereren aan een LinkedIn-post van mij. Maar ik wil niet dat het alleen aan mij hangt, ik ben niet VWS, ik ben Orlando en ooit ga ik hier weer weg. Daarom vind ik het belangrijk om niet alleen maar over m’n werk te posten.’
Als je als organisatie structureel vacatures hebt, zijn er wat Orlando betreft twee opties:
Of je schreeuwt over het personeelstekort, of je kiest ervoor om jezelf zichtbaar te maken en gevonden te worden. Het is een groot verschil. De beste manier om je als organisatie te laten zien, is door je mensen zichtbaar te maken.
Orlando benadrukt het belang van commitment en waardering in dit proces: ‘Mijn manager vraagt ernaar, ziet het en toont belangstelling. Dat werkt motiverend.’ Door deze steun en zijn persoonlijke inzet vergroot Orlando de zichtbaarheid van VWS zonder dat het geforceerd voelt, en dat heeft zijn vruchten afgeworpen.
Meer dan een Personal Brand: het effect van zichtbaarheid
Het effect van alles wat Orlando online deelt, gaat verder dan alleen zijn eigen personal brand: ‘Omdat ik niet op het ‘standaard ambtenaarstype’ lijk, trek ik ook andere mensen aan. Sommigen zeggen letterlijk tegen me: ik heb er nooit over nagedacht om bij de Rijksoverheid te solliciteren, omdat ik geen mensen zie die op mij lijken.’ Dat is een gemiste kans.
Orlando’s aanpak levert hem zelf veel op, maar heeft tegelijkertijd ook voordelen voor VWS. ‘Ik word uitgenodigd voor podcasts, evenementen, zit in de Werf&-jury en het net genoemde evenement wordt genoemd in het nieuwe boek van Aaltje Vincent. En dat is meteen weer reclame voor VWS, niet omdat ik de vlag uithang, maar omdat ik laat zien wat we hier doen en wat voor mensen hier werken.’
Orlando doet het duidelijk anders en vergroot daarmee de aantrekkingskracht van zijn werkgever bij meer diverse doelgroepen.
Gewoon doen
Op z’n Rotterdams: ‘Ga het gewoon doen, joh!’
Orlando’s advies is duidelijk: ‘Heb een beetje gezonde schijt. De meeste mensen zijn bang voor de mening van anderen. Maar als je vandaag iets hebt gepost, zijn ze het morgen alweer vergeten. Dat geeft ruimte om te experimenteren.’ Hij benadrukt dat je vooral jezelf moet zijn: ‘Post als jezelf, als onderdeel van een organisatie. Je bent niet alleen een woordvoerder, want als je weggaat, moet je opnieuw gaan bouwen. Mensen volgen jou, niet je organisatie. Zo blijf je authentiek.’
En voor organisaties die met het ambassadeurschap van hun medewerkers aan de slag willen, heeft Orlando één hele belangrijke tip:
Alsjeblieft, zorg dat je niet gaat micromanagen, want dan gaat de lol er heel snel vanaf. Start met een klein groepje die echt willen en die het consistent aandurven. Geef ze de tools, middelen en de ruimte.
Orlando bewijst dat authentieke zichtbaarheid meer is dan een strategie. Het is een manier van zijn die deuren opent en echte verbindingen maakt. Een voorbeeld waarvan ik hoop dat er vele mogen volgen!