Krekels bij artikelen over ons vak: waarom reageren we niet?

Krekels bij artikelen over ons vak: waarom reageren we niet?

Bijtgrage wolven krijgen massaal reacties. Code oranje en parende pandaberen ook. Maar populaire, vakinhoudelijke artikelen? Daar heerst de oorverdovende stilte van een Frans korenveld vol krekels. Als ervaren blogger en beginnend auteur op Frankwatching verwonder ik me al jaren over het uitblijven van reacties. Zoek je met me mee naar het waarom?

Waarom ik dit artikel schrijf

Ik ben dik 20 jaar copywriter en contentmarketeer. Ik bedenk, maak en meet voor allerlei merken webpagina’s, nieuwsbrieven en social posts. Vaak is ‘engagement’ een belangrijk doel van die content: een meetbare vorm van reactie van de ontvanger, die interesse aantoont.

Wat mij opvalt, is dat vakinhoudelijke content veel minder engagement krijgt dan luchtige en/of persoonlijke content. En dan bedoel ik over de volle breedte: organisatiewebsites, forums en socials. Dat was jou vast ook al opgevallen, dus tot zover niks nieuws.

Maar waarom krijgt jouw (en mijn) diepgaande en verhelderende artikel op platforms als Frankwatching wél duizenden vertoningen (en dus lezers), maar geen engagement? Waarom kijken we wel, maar reageren we niet? Dat weet ik niet. En daarom schrijf ik dit artikel.

Vakinhoudelijke meningen: het zijn net krekels in het korenveld. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet.

Het gaat mij in dit artikel om de comments, niet om de likes

Een duimpje of hartje is een vorm van engagement die íéts zegt over interesse: een mens (meestal) maakt namelijk bewust (meestal) de keuze om – als bewijs van interesse, compliment of ander positief gevoel – met vinger of muis een icoon aan te tikken.

Nadeel van een like: je hebt als creator geen idee waarom je ‘m krijgt. Met een handgeschreven (en dus niet zo’n suffe, door AI voorgekauwde) comment wel. Geef mij dus maar liever 5 comments dan 50 likes.

5 mogelijke verklaringen waarom we niet reageren

In de afgelopen jaren heb ik experimenten bedacht, data geanalyseerd en mensen gesproken. Die hebben een verzameling van factoren opgeleverd, waarvan ik vermoed dat ze een rol spelen in ons reageergedrag.

1. We hebben/nemen de tijd niet

Dat kattenfilmpje duurt 20 seconden. Die meme van Kamala Harris nog geen 3. Hoe verhoudt zich dat tot de 300 tot 600 seconden aandachtige leestijd die een artikel van je vraagt? En dan heb je nog niet eens gereageerd!

Een vakinhoudelijk artikel heeft argumenten en context nodig om ons te boeien, uit te dagen en te verleiden tot een inhoudelijke reactie die verder gaat dan ‘Oh, wat een goed artikel’ of ‘Dat hangt van de situatie af’.

Niet korter maken, wel korter laten ogen

Ik pleit er dus niet voor om artikelen in te korten tot nietszeggende samenvattingen met de lengte van een kattenfilmpje. Wel roep ik alle auteurs op om scanbaar te schrijven en de mogelijkheden van een online medium te benutten die je in een papieren magazine niet hebt.

2. We vinden het te veel gedoe

Inloggen, de huisregels respecteren, je comment bevestigen: op veel sites liggen er best wat technische drempels tussen het bedenken en publiceren van een reactie. Die drempels zijn o.a. bedoeld om neppe en onfatsoenlijke reacties te voorkomen, maar schrikken ook mensen af die wél een waardevolle reactie wilden geven.

Vergeet de CTA niet

Wat ook meetelt bij de factor ‘gedoe’: we worden door de auteur niet altijd aangemoedigd om te reageren. In andere woorden: de call-to-reaction ontbreekt. Natuurlijk zijn er experts die roepen dat als je content prikkelend genoeg is, de reacties vanzelf gaan stromen. In mijn ogen is dat de ideale wereld en/of het resultaat van lange tijd experimenteren en leren. In de meeste gevallen is mijn advies: als je iets wil, moet je erom vragen.

3. We durven onze mening niet te geven

  • Wie ben ik om iets van deze expert uit mijn vakgebied te vinden?
  • Wie zit er op mijn mening te wachten?
  • Straks kraam ik onzin uit en neemt niemand mij meer serieus!

Net als dikke spinnen, gammele keukentrappen en krappe liften is reageerfobie zó zonde! Want als auteur ben ik niet (alleen) geïnteresseerd in de mening van experts, maar (ook) in die van nieuwkomers, kritische gebruikers en buitenstaanders. Als jij in mijn vakgebied zit of wil zitten, ben ik nieuwsgierig naar jouw mening, tips, tegengas en vragen.

Ga voor de win-win

De eerste keer openbaar reageren is spannend, maar daarna wordt het makkelijker. Echt.

Wat ook fijn is: een comment schrijven is goed voor je eigen zichtbaarheid en de ontwikkeling van je schrijf- en communicatieskills. Reageren levert dus waarde op voor de zender en de ontvanger!

4. We reageren liever in de kroeg (en andere plekken)

Reageren op een forum waar alleen maar mensen komen met veel meer ervaring dan ik? Mooi niet! 

Ik weet dat er veel mensen zijn die hun mening (willen) delen, maar dan ergens anders. Op social media (daar val ik minder op), in een persoonlijk bericht (dan leest niemand mee), op het intranet (met collega’s discussiëren is veiliger) of aan de bar (daar praat ik net wat makkelijker) bijvoorbeeld.

Wees het voorbeeld

Ben jij iemand die wél makkelijk reageert? En heb je mensen om je heen die het wel willen, maar niet doen? Geef hun dan het goede voorbeeld. Of je nou hun collega, manager of stagiair bent: ik ben ervan overtuigd dat jouw voorbeeld meer effect heeft dan een ‘expert’ die veel verder van hen afstaat.

5. We zijn ons meer bewust van onze digitale voetafdruk

Stel dat je in een stoere bui tóch een comment hebt geplaatst. Superscherp en recht uit je hart. Hoe lang zit je daar dan ‘aan vast’? Kun je ‘m nog (laten) veranderen als je er straks compleet anders over denkt?

Hoewel je het in discussies over wolven misschien niet direct zou zeggen, lijken we meer na te denken over de (on)uitwisbaarheid van onze digitale aanwezigheid.

Hier is de CTA: geef jouw reactie

Hoe kijk jij aan tegen (het uitblijven van) reageren op vakinhoudelijke content? Wat is voor jou of volgens jou de reden om (niet) een comment te geven op een artikel waar jij iets van vindt?

Je raadt het al: deel hieronder jouw reactie 😉

Blog