Een ISO-standaard voor duidelijke taal: dit kun je ermee

Een ISO-standaard voor duidelijke taal: dit kun je ermee

In 2023 verscheen de eerste ISO-standaard op het gebied van duidelijke taal: ISO 24495-1:2023. De Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO) is een onafhankelijke instantie die sinds 1947 internationale standaards publiceert op alle denkbare gebieden, van landbouw tot nucleaire energie. Nu is er voor het eerst een standaard voor duidelijke taal: in totaal 14 pagina’s met richtlijnen. Wat kun je ermee in de dagelijkse praktijk?

Raakvlak met B1: effectief communiceren

Net als B1 helpt de ISO-standaard je om effectief met je doelgroep te communiceren. En net als B1 is de ISO-standaard niet gericht op laaggeletterden. Daarover zegt de standaard: “Duidelijke taal moet niet verward worden met makkelijke taal. Duidelijke taal is bedoeld voor een algemeen publiek, terwijl makkelijke taal bedoeld is voor mensen die moeite hebben met lezen.” (De standaard is op dit moment alleen in het Engels verkrijgbaar, dus de vertaling is van ons.)

Het belangrijkste verschil met B1: de ISO-standaard is veel breder

B1 gaat vooral over begrijpelijke woorden en zinnen. De ISO-standaard kijkt breder naar duidelijke taal. Dat blijkt al meteen uit de vier principes waaruit de standaard bestaat:

  • Relevantie: lezers krijgen de informatie die ze nodig hebben.
  • Vindbaarheid: lezers kunnen makkelijk vinden wat ze nodig hebben.
  • Begrijpelijkheid: lezers kunnen de informatie die ze vinden, makkelijk begrijpen.
  • Toepasbaarheid: lezers kunnen de informatie makkelijk gebruiken.

De ISO-standaard beschrijft bijvoorbeeld de stappen die je in het ideale geval neemt voordat je gaat schrijven. (Kort samengevat: verdiep je in de doelgroep en de context.) Ook geeft de standaard richtlijnen voor het evalueren van je tekst, tijdens het schrijven maar ook na publicatie.

De kracht van de ISO-standaard: gebaseerd op onderzoek

Er is veel kritiek op ‘B1’, bijvoorbeeld op het feit dat het begrip afkomstig is uit het onderwijs in vreemde talen en geen wetenschappelijke basis heeft. Die kritiek geldt niet voor ISO 24495-1:

  • De richtlijnen in de standaard zijn gebaseerd op inzichten uit recent wetenschappelijk onderzoek. Die wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt overigens: de standaard verwijst naar een bibliografie die grotendeels bestaat uit richtlijnen en stijlgidsen in verschillende talen.
  • De richtlijnen zijn tot stand gekomen op basis van internationale consensus tussen vakinhoudelijke experts.

Wat kun je in de praktijk met ISO 24495-1?

Denk je nu: die ISO-standaard moet ik zo snel mogelijk hebben? Wacht nog even met het uitgeven van die 119 euro! De richtlijnen in de standaard zijn namelijk erg algemeen, om niet te zeggen vaag.

Tip: als je niet wil wachten op de Nederlandse vertaling, ben je goedkoper uit als je de standaard online buiten Nederland koopt. Op bijvoorbeeld sabs.co.za betaal je omgerekend iets meer dan 30 euro.

Verwacht geen concrete tips met aansprekende voorbeelden. Een van de richtlijnen in de standaard is bijvoorbeeld: “Vermijd zinsstructuren die je op verschillende manieren kunt interpreteren” (5.3.3-a2). Je mag in dit geval zelf bedenken welke zinsstructuren je beter wel of niet kunt gebruiken.

Deze richtlijn is ook in een ander opzicht een gemiste kans: de nadruk ligt op wat niet gewenst is in plaats van wat wel gewenst is. In de geest van Jeanine Mies’ Magneetwoorden zouden we deze richtlijn formuleren als “Gebruik zinsstructuren die je maar op één manier kunt interpreteren”.

Het ontbreken van concrete tips en voorbeelden is op zich begrijpelijk: de invulling van een richtlijn kan verschillen per taal en past nu eenmaal niet bij een internationale ISO-standaard. Maar dat maakt toepassing er niet makkelijker op.

Fun fact: ISO 24495 gaat tegen de eigen richtlijnen in om passieve zinnen te vermijden en lezers aan te spreken omdat internationale ISO-standaarden nu eenmaal een onpersoonlijke stijl gebruiken.

Een complete maar algemene checklist

Net als B1 is de ISO-standaard weinig concreet; de vertaling naar schrijfadviezen en communicatierichtlijnen ontbreekt. Wij zien de standaard daarom vooral als een waardevolle checklist. We gebruiken hem bijvoorbeeld om met klanten schrijftrainingen op maat samen te stellen: welke onderdelen uit de ISO-standaard willen zij behandeld zien?

Niet onbelangrijk: ISO 24995-1 is het eerste deel van een reeks. De voorbereidingen voor deel 2 zijn gestart: ISO 24995-2. Deze standaard (Legal Writing and Drafting) richt zich op juridische taal en zal veel meer gericht zijn op concrete toepassing.

Tot die tijd moeten we het doen met deel 1. Veel schrijvers zijn op dit moment waarschijnlijk meer geholpen met een adviesboek of een training. Maar eerlijk is eerlijk: dat geldt ook voor B1. Dankzij de bredere opzet en de wetenschappelijke onderbouwing is ISO 24995-1 wat ons betreft een waardevol alternatief.

Blog