Innovatie

Moet content niet net zo responsive zijn als design?

0

In het oerwoud aan ‘web-enabled’ devices bieden afzonderlijke mobiele sites geen uitkomst. Responsive design is dé oplossing, bleek in 2011. Maar wat je hierover leest en hoort, gaat over techniek en meestal over mobiel. Maar mensen komen toch op je mobiele, responsive of ‘gewone’ site voor de inhoud? Content is king, and context is the kingdom, toch?

Dat betekent dat de content mee moet veranderen als de context verandert en dat betekent ook dat content ook responsive moet zijn. Maar welke informatie verdwijnt, verschuift of verschijnt op kleinere of grotere schermen? Met andere woorden: hoe creëer je responsive content?

Responsive design de oplossing voor oerwoud van devices

De wereld van online communicatie – en daarmee Frankwatching – stond in 2011 bol van responsive design. Immers, er komen steeds meer en steeds uiteenlopender ‘web-enabled devices’: apparaten waarmee mensen het web gebruiken. Mobiele websites blijken niet altijd het meest kosteneffectieve antwoord, of qua contentbeheer het meest praktisch, want “There is no mobile web”, aldus Stephen Hay.

Responsive design gaat vaak over techniek en meestal over mobiel

De oplossing is responsive design. Maar veel wat je over responsive design kunt horen en lezen, is technisch van aard en primair gericht op mobiel. Dat is op zich niet vreemd, zeker gezien het adagium ‘mobile first’ van Luke Wroblewski. Anderzijds:

“Responsive design is not about ‘designing for mobile.’ But it’s not about ‘designing for the desktop,’ either. Rather, it’s about adopting a more flexible, device-agnostic approach to designing for the web.” – Ethan Marcotte, de godfather van responsive design, mei 2010

Mensen komen op je mobiele/responsive site voor de content

Een flexibele aanpak van design voor het web, zonder dat je je richt op één of enkele devices. Dat klinkt goed maar het gaat inderdaad vooral over techniek. Maar mensen komen niet op je (mobiele) site voor design of techniek maar om antwoord op een vraag te krijgen of een bepaalde taak uit te voeren. En dat doe je nu eenmaal op basis van (de juiste) content. Gelukkig is er Mark Mitchell:

“Responsive design is design for content: a multi-resolution, standards-compliant cradle for the hierarchy of written word and rich media.” Mark Mitchell, Senior Designer and Developer bij Headshift in Londen, mei 2011

Hoewel, ‘gelukkig’. Ook Mitchell heeft het nog steeds over techniek: multiresolutie, ‘standards-compliant’ en hiërarchie. Dat is ook wat Shelly Wilson, contentstrateeg bij Design By Front in Belfast, constateerde op het Content Strategy Forum, afgelopen september: “Ook al hebben ze het over design vanuit de content, ze praten over content in termen van dimensies. Het gaat over de verhouding ten opzichte van fysieke oppervlakte. Het gaat niet over betekenis, het gaat niet over relaties.” En dat is wat mij betreft een rake constatering.

Wat doet de koning als zijn koninkrijk verandert?

De uitspraak “Content is king and context is the kingdom” is inmiddels vrij bekend, hoewel niemand volgens mij weet wie ‘m voor het eerst gebruikte. Ik denk wel dat deze uitspraak klopt. En met dat als uitgangspunt, is responsive design dus vooral gericht op het koninkrijk. Maar een belangrijker vraag is wat mij betreft, wat de koning (content) doet als zijn koninkrijk (context) verandert? En een koning die stug vasthoudt aan wat hij kent, komt vroeg of laat ten val. Dus stelt Bryan McCarthy wat mij betreft een zeer terechte vraag:

“Just like design, shouldn’t content be responsive?”Bryan McCarthy, contentstrateeg, redacteur en schrijver, november 2011

Hoe doe je dat, responsive content creëren?

“Responsive content vult responsive design. Net als de vormgeving, is het flexibel — het dijt uit op basis van de schermresolutie en het medium om bij context van de gebruiker te passen”, schrijft Hans Sprecher, een filosoof annex productmanager en webdeveloper in Bend, Oregon. Dat is een goed begin: content wordt langer of korter als er meer of minder screen real estate beschikbaar is.

Tegelijkertijd vraag ik me samen met mijn collega Floor van Riet, die hierover onlangs op Frankwatching schreef, af wat je dan wanneer moet laten zien. “Wanneer verdwijnt of verschijnt een contentblok of functionaliteit? En waarom schuift het ene contentblok naar boven en het andere blok naar beneden?” Met andere woorden: welke invloed heeft responsive design op titels en tussenkoppen, leads, (brood)tekst en links, fotografie en video? Ik kijk hiervoor naar 3 niveaus van aanpakken en doe dat, in zekere zin, in omgekeerde volgorde:

  1. Operationeel: hoe creëer je goed leesbare content voor mobiel?
  2. Tactisch: hoe structureer en ‘choreografeer’ je content als de weergave ervan wijzigt?
  3. Strategisch: hoe pas je content aan op basis van doelgroep, taken en context?

Content creëren voor mobiel: kort is te lang

“Kort is te lang voor mobiel’, vindt de onvolprezen usability- en contentexpert Jakob Nielsen. Uit zijn onderzoek blijkt dat “begripsscores […] 48% van het desktopniveau waren bij iPhone-formaat schermen”. Het is dus ongeveer 2 keer zo moeilijk om ingewikkelde content te begrijpen als je die op een klein scherm leest. Nielsen adviseert dan ook:

“… one issue is the main usability guideline for mobile content: when writing for mobile users, focus their attention on the essential content. […] We’ve known for 14 years that it’s best to be concise when writing for the Web. Mobile simply reinforces this point and stretches it to the limit. Short is too long for mobile. Ultra-short rules the day.” –  Jakob Nielsen, augustus 2011

Dat betekent dus dat je, waar ik vorig jaar oktober over schreef – ‘7 praktische tips voor scanbare én vindbare webtekst’ – voor mobiel twee keer zo scherp kunt stellen.

Content snoeien voor mobiel; maar is dat voor desktop nog wel relevant?

Schrijven is schrappen, weten tekstschrijvers en journalisten al eeuwen. En voor mobiel geldt dus ‘korter dan kort’. Soms is dat ingewikkeld, want welke informatie laat je weg zonder dat je de kern van je verhaal geweld aandoet? Maar andere keren is het relatief gemakkelijk, vindt Matthew Carleton, ‘zo’n designer-developer-type’ uit Halifax, Canada: “Als het voor mobiele bezoekers niet nodig is, waarom voor desktopgebruikers dan wel?”

Jeremy Keith, webdeveloper en auteur uit Brighton, Engeland, voegt daaraan toe: “Er is een algemene overeenstemming dat je met ‘mobiele’ gebruikers niet moet spotten; geef hen de content die ze willen zo snel mogelijk, want ze hebben haast. Maar dat uitgangspunt klopt niet helemaal. Waarom denken we dat de ‘desktopgebruiker’ wel bereid is te wachten op de onnodige rotzooi die we ‘m toewerpen?”

Met mini-IA knip je een onderwerp op in hapklare brokken

Jakob Nielsen heeft nog een tip om content voor mobiel gebruik geschikt te maken: opknippen in hapklare brokken. Maar “Het is bijna nooit goed om het op te knippen in een lineaire opeenvolging van pagina’s. Als de enige navigatie een link is met ‘ga verder’ of ‘volgende pagina’, dan is het doorgaans beter om het allemaal op één pagina te zetten en te vertrouwen op scrollen”.

Daarom adviseert Nielsen om met “een miniatuur-informatiearchitectuur behandeling van een enkel onderwerp op te delen in eenheden die op elkaar aansluiten via simpele navigatie” en noemt vervolgens 3 manieren om je content op via mini-IA te presenteren:

  1. Eén lange pagina is de eenvoudigste keuze, maar die maakt het gebruikers moeilijker om individuele subonderwerpen te openen. En je loopt er het risico mee dat je lezer vermoeid raakt bij het doorploeteren van de pagina (“en velen zullen opgeven voordat ze het bittere einde bereiken”, aldus Nielsen).
  2. Met mini-IA kun je de informatie in de juiste stukken opdelen. Zo bied je direct toegang tot belangrijke subonderwerpen en krijgen gebruikers een beter beeld van wat je wilt vertellen dan wanneer ze eindeloos zouden moeten scrollen.
  3. Door ‘distributed information’ kun je content van verschillende (hoofd)thema’s mixen of splitsen (Nielsen gebruikt in zijn artikel ter illustratie twee fitness-apps).

Bepalen welke content wat wanneer moet doen: ‘contentchoreografie’

Content creëren (en snoeien) voor mobiel en mini-IA zijn zinvol om mee aan de slag te gaan, maar het is behoorlijk instrumenteel. Op tactisch niveau wil je toch ook bepalen welke content wat wanneer moet doen? Trent Walton schreef hierover op zijn persoonlijke blog:

“The concept of permanently placing content on a web page for a single browsing width or resolution is becoming a thing of the past. […] with proper planning, we can begin to choreograph content proportional to screen size, serving the best possible experience at any width.” – Trent Walton, oprichter en mede-eigenaar van het Texaanse bureau Paravel, juli 2011

Content choreograferen?

Wat is contentchoreografie dan? Jeannine Bartlett, Chief Solutions Architect bij Earley & Associates in Stow, bij Boston, VS, definieert ‘contentchoreografie’ als het ‘plannen, samenstellen, organiseren en publiceren van content en creatieve middelen voor dynamische presentatie en search door taxonomie en metadata’. Nicklas Persson, een zelfstandige webdesigner/-developer, schrijver en spreker, gaat hierin een stap verder (en wat mij betreft in de goede richting): “We ontwerpen content die beweegt, van vorm verandert en transformeert in zijn verschillende stadia, of het nu gaat om desktops, mobiele telefoons of iets geheel anders”.

Met contentchoreografie kun je dus antwoord geven op de vragen die Floor zich stelde in zijn artikel over wanneer je welke content moet laten zien, wanneer content verdwijnt en waarheen. Maar het beantwoordt nog steeds niet vragen over waarom je bepaalde content verschuift en waarom het ene contentblok boven of onder het andere moet verschijnen. Want die vragen zijn niet operationeel en ook niet tactisch, maar strategisch van aard.

Contentstrategie is de grondslag voor responsive content

Om te bepalen waarom je wat doet met welke content en wanneer, is de strategische component van responsive content van groot belang. “Onderzoek, gebruikersbehoeften en contentstrategie liggen ten grondslag aan welke aanpak het beste is voor je doelgroep”, haal ik Mark Mitchell nog maar eens aan. Mijn collega Boudewijn Bugter zette hier op Frankwatching in 2008 al uiteen op welke vragen je contentstrategie antwoord geeft:

  • Welke content verwachten je bezoekers?
  • Welke content bied je aan?
  • Hoeveel content is dat?
  • In welke vorm bied je wat aan?

Drie-eenheid van responsive design/content: doelgroep, context, device

Die vorm gaat natuurlijk over tekst versus beeld versus video, maar ook over whitepaper versus videoblog versus tweet, over website versus themablog versus Facebook. En in het licht van responsive content dus ook over welke informatie voor welke bezoeker in welke situatie op welk apparaat van belang is. Oftewel de drie-eenheid van responsive design en responsive content: doelgroep, context, device.

Conclusie: content moet net zo responsive zijn als design

Al met al is mijn conclusie dat content net zo responsive moet zijn als design. Dat kan ook niet anders in een oerwoud van ‘web-enabled’ devices. Want mensen (blijven) komen op je mobiele, responsive of ‘gewone’ site voor de content, en content is king, toch? Maar blijf je op het niveau van ‘kort is te lang’, mini-informatiearchitectuur en contentchoreografie, dan mis je het waarom van responsive content. En daarvoor is contentstrategie is de grondslag.

Een volgende keer ga ik graag dieper in op hoe je creatie/curatie en management van responsive content aanpakt. In de tussentijd lees je hier, hier en hier op Frankwatching meer over contentstrategie.