Online marketing

De brand roast van GeenStijl: geen doelgroep, geen grenzen en geen… stijl

0

Hij is weer terug, de brand roast! Het heeft even geduurd, want na eerdere roasts, wilden bedrijven als G-Star en Red Bull geen medewerking verlenen. Tesla was zelfs bang voor fluctuaties in hun aandelenkoers. Maar we hebben er weer een gevonden die zo sportief is om mee te doen! Het concept? Op Amerikaanse wijze ‘roasten’ we een merk, maar wel onderbouwd met deskresearch en onderzoeksresultaten die we uit onze vernieuwde tool ProBAR 3.0 halen. In een roast kan het er ruig aan toegaan, waarbij de Roastee volgens gebruik het laatste woord krijgt.

Na de NS, Blokker, McDonald’s, Coolblue en Kruidvat doken we dit keer in het merk GeenStijl. Geen wie? Die reactie krijgen we wel vaker, dus voor jullie idee: GeenStijl is een Nederlands nieuws- en opiniewebsite, die bekend staat om zijn controversiële inhoud en scherpe commentaren die werd opgericht in 2003. Bij de mensen die het kennen dan. 😉 Ze bestaan 20 jaar, dus tijd voor een (afscheids-)feestje.

Het merk bereikt dagelijks ruim 400.000 mensen en dat mag fors genoemd worden. In hun stijl, ongefilterd en recht voor zijn raap, vertellen we wat we van het merk vinden en of we nog kansen zien.

De brand roast
Voor wie niet bekend is met het fenomeen van een roast, bekijk even dit filmpje. Tijdens een roast wordt een Amerikaanse celebrity uitvoerig en op zeer grove wijze beledigd door andere, meestal bevriende, celebrities. Humor voert de boventoon en als de persoon in kwestie door iedereen beledigd is, krijgt de celebrity het laatste woord. De kans om genadeloos terug te slaan. Wij laten dit concept nu los op merken: de brand roast.

Over GeenStijl

Toen wij GeenStijl in een kort gesprek vroegen waarom zichzelf beschrijven als ‘Tendentieus, ongefundeerd & nodeloos kwetsend’, vertelden zij ons dat het hun missie is om het vrije woord te verdedigen en hypocrisie aan te pakken. GeenStijl wordt geprezen om de onafhankelijkheid en kritische blik op de Nederlandse politiek en samenleving (hebben wij ook van horen zeggen). Ze zijn niet bang om taboes te doorbreken en onderwerpen aan te kaarten die andere media liever vermijden. Hierbij wordt er niet gelet op politiek-correct zijn en worden er actuele gebeurtenissen besproken. De naam zegt het al: stijl hebben ze niet. Dus wat dan wel? Wij doken voor jullie in de wereld van GeenStijl.

Wordt GeenStijl wel zo ontvangen zoals zij zichzelf graag zien? Want is GeenStijl niet gewoon iets van vroeger? Iets nostalgisch, of beter gezegd, vergane glorie? Wij deden deskresearch, spraken met ‘reaguurders’ en deden een imago-onderzoek om te kijken hoe Nederland naar GeenStijl kijkt.

Dit onderzoek is uitgevoerd in april 2023 met onze onderzoekstool ProBAR 3.0 onder 203 Nederlanders boven de 18 jaar. Zij hebben vragen beantwoord over de merkbekendheid van GeenStijl en de associaties die respondenten bij het merk hebben, maar ook over de merkwaarden van GeenStijl, de attitude en resonantie van het merk met als basis de Keller piramide. Verder hebben de respondenten vragen beantwoord over of ze GeenStijl zouden steunen of missen bij afwezigheid, en wat de ideale gebruiker van het platform is. Het veldwerk werd in samenwerking verricht met Validators.

De ontwikkeling van het platform

Een stukje terug in de tijd. GeenStijl was voorheen onderdeel van de Telegraaf Media Groep (TMG), waar het zorgde voor 2% van de totale inkomsten! Na de verkoop van TMG aan het Vlaamse Mediahuis in 2018 werd GeenStijl, los van Dumpert, verkocht. Het Vlaamse Mediahuis wilde zich graag concentreren op professionele journalistiek met een bepaalde ethiek en hebben geconcludeerd dat GeenStijl daar niet mee matcht, onder andere door de oproep van GeenStijl om seksistische complimentjes te plaatsen.

Post op GeenStijl.

Even later kwam er een actie vanuit de vrouwelijke journalistiek om de website te boycotten (iets wat ze in 2006 ook al was overkomen) vanwege seksuele/racistische/ongepaste berichtgeving. Dit hebben de bloggers van GeenStijl weggezet als het inperken van persvrijheid en wat wij zouden omschrijven als ‘wokisme’, maar wij weten uit eigen onderzoek dat de merkenwereld zich niet wil associëren met dingen waar de massa het niet mee eens is.

Althans, zo lang de camera loopt. Voor de bühne willen we allemaal deugen. Dan kan je je als GeenStijl willen afzetten tegen het wokisme, de zittende macht en de linkse wolk, maar dan moet je ook niet raar opkijken als de zittende zakelijke macht je direct laat vallen. Kortom, als je hypocrisie aan de kaak stelt, kost je dat serieus geld: de hypocriete sponsors verdwijnen. Karakter als je dan trouw blijft aan je missie.

Het businessmodel

Door het vermeende seksistische karakter van de website hebben grote sponsors zich teruggetrokken. Ze zouden niet geassocieerd willen worden met de aanstootgevende inhoud van GeenStijl, zo meldt het Parool. Hierdoor hebben ze een nieuwe manier moeten bedenken om wat geld binnen te krijgen en GeenStijl vrij en onafhankelijk te houden.

We wilden natuurlijk weten of mensen dit zien en GeenStijl steunwaardig vinden, zie figuur 1. Nederland ziet het in ieder geval niet zo: op de vraag of onze respondenten GeenStijl zouden kunnen zien als goed doel kwam ook een score onder het gemiddelde uit (3.4 op 7).

Je kunt ook premium lid worden. Dat kost maar liefst €4.99 per maand of €49.99 per jaar. En wat krijg je ervoor terug? Tja, dat kroontje voor je naam, zo’n Teddybeer die je op de kermis hebt verdiend. Zelfs de gebruikers van GeenStijl staan niet te springen om het platform te steunen, maar snappen ergens wel waarom je het zou moeten doen. Zoals iedereen voor duurzaamheid is, zolang het geen euro extra kost.

Figuur 5. Steun voor GeenStijl van gebruikers en niet-gebruikers.

Figuur 1. Steun voor GeenStijl van gebruikers en niet-gebruikers.

Positionering

Bij GeenStijl wisselen nieuwsfeiten, schandelijke onthullingen en journalistiek onderzoek elkaar af met luchtige onderwerpen en prettig gestoorde onzin. Het merk presenteert zichzelf als ‘tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’. Benieuwd of daar een markt voor is.

Hoe zit het merk van GeenStijl in elkaar? Aan de hand van theorie (met als basis customer based brand equity van Keller) en ons eigen ProBAR-onderzoek (N=203) zullen we het merk analyseren en op de pijnbank leggen, want best is het niet.

De merkwaarden die GeenStijl zelf passend vindt bij hun merk zijn:

  • actueel
  • grappig
  • heeft zelfspot
  • kritisch
  • onafhankelijk
  • provocerend
  • recht voor zijn raap
  • vooruitstrevend

Het maken van keuzes is blijkbaar niet aan GeenStijl besteed, want dit zijn er nogal wat. Er zit ook flink wat spanning tussen deze waarden. Kijkend naar sommige feeds, dan verwordt kritisch en onafhankelijk tot een persoonlijke vete. Zoals die met Kane en Dinand Woesthoff: hij werd door onder andere GeenStijl bekritiseerd om het maken van reclame voor de tabaksindustrie. Dit speelde een jaar nadat zijn vrouw was overleden aan borstkanker en hij hier een mega hit over schreef (waarvan de opbrengsten gedoneerd werden aan het KWF). GeenStijl is met een niet-aflatend fanatisme doorgegaan met het bashen van Dinand, met het risico dat het niet meer gaat om de inhoud maar om de manier waarop. Daarmee ondergraaft GeenStijl haar eigen waarden. We komen hierop terug. Laten we eerst kijken wat uit het imago-onderzoek komt.

Imago-onderzoek

Gebruikers van GeenStijl vinden merkwaarden als actueel, zelfspot, provocerend en recht voor z’n raap het meest passend bij GeenStijl, zie figuur 2. Niet-gebruikers zijn het alleen eens met ‘provocerend’ en ‘recht voor z’n raap’. Zij denken vooral aan ‘opdringerig’, ‘hard’ en ‘ongefilterd’, terwijl gebruikers het meer zien als een ‘tegengeluid’ en ‘eerlijk’.

Het lijkt erop dat gebruikers dezelfde blinddoek op hebben als de mensen van GeenStijl zelf: ze denken dat ze zelfspot hebben, grappig en onafhankelijk zijn. Je kunt ook zeggen: niet-gebruikers weten heel goed, waarom ze niet op het platform van GeenStijl komen.

Figuur 1. Scores op merkwaarden tussen gebruikers (N=112) en niet-gebruikers (N=91)

Figuur 2. Scores op merkwaarden tussen gebruikers (N=112) en niet-gebruikers (N=91).

Primaire merkelementen

Het eerste waar elk merk mee communiceert is de merknaam. Als we kijken naar GeenStijl en de wetenschappelijke criteria van Keller (2013) zien we dat de merknaam slechter kan:

  • makkelijk te onthouden (check!) ✔️
  • betekenisvolle associaties opwekken (check) ✔️
  • positief gevoel opwekken (faal) ✖️

De naam bestaat uit voor iedereen bekende en makkelijke woorden, wat helpt om het te onthouden. Vervolgens zien we ook dat de naam een betekenis heeft. Het refereert naar het ontbreken van stijl of goede manieren. Na dit onderzoek is niet alleen duidelijk dat er geen stijl of manieren zijn, maar dat het bedrijf beter gewoon ‘Geen Bedrijf’ kan heten.

Verder is stijl een woord met veel betekenissen: manier van schrijven, van vormgeven, van kleden, van bouwen, van schilderen, en ga zo maar door. Andere associaties kunnen dus makkelijk optreden. Maar goed, een merknaam is slechts de start voor het bouwen van een sterk merkimago, te beginnen bij merkbekendheid en sterkte associaties. Hoe staat GeenStijl ervoor?

Merk-associaties

Veel respondenten (maar liefst 29%) hebben helemaal geen associatie met GeenStijl. De sterkste associatie is dus Geen! GeenStijl, geen associaties. Ook de mensen die GeenStijl wel kennen hebben maar weinig associaties. En de associaties die ze wél hebben zijn grotendeels negatief. Daarbij hebben we onderscheid gemaakt tussen gebruikers en niet-gebruikers. De niet-gebruiker vindt van GeenStijl: niks (42%) of iets negatiefs (22% negatief symbolisch en 19% negatief functioneel).

Associaties bij het merk GeenStijl.

Figuur 3a en 3b. Associaties van gebruikers (links: N=112) en niet-gebruikers (rechts: N=91).

Mensen hebben geen associaties met GeenStijl. Nou ja, erg weinig. Daarnaast is het grootste deel dus negatief. En het ontbreken van andere sterke associaties geeft aan dat het merk gefragmenteerd is: iedereen vindt er wat anders van.

Vanaf twee associaties begint een merk, blijkt uit empirisch onderzoek onder meer dan 100 merken: de eerste twee associaties gaan over het product en de categorie waartoe een merk behoort. Ons brein categoriseert merken en deelt het in producten en diensten en de categorie: wat is het en waar vergelijk ik het mee. Om een merk te zijn is een minimum van drie associaties nodig, zodat er ook associaties aan het merk gekoppeld zijn die gaan over de doelgroep (wie koopt het), het gebruiksmoment (zomer bij Corona) of de prijs (goedkoop, luxe).

Als je dus kijkt naar het aantal associaties dat mensen hebben bij GeenStijl, is het geen merk. Hier zouden we kunnen stoppen, want dit is een brand roast en veel merk is er niet om te roasten. Maar afijn, we zijn er nou toch. 😉

De Keller-piramide

Laten we even kijken naar de overige scores in de Keller piramide om te kijken hoe slecht GeenStijl er nou echt voor staat.

Keller piramide voor gebruikers en niet-gebruikers.

Figuur 4a en 4b. Keller piramide voor gebruikers (links) en niet-gebruikers (rechts).

De linker piramide, laat zien hoe goed GeenStijl het doet onder gebruikers. Best goede scores, maar niet voor gebruikers: daar hoop je iets te zien dat er positief uitspringt. Dat het aantal associaties zo laag is, is wel schokkend. Er blijft blijkbaar weinig hangen in het brein na een bezoek. Ook bekendheid en resonantie zijn aan de lage kant en zouden gezien het feit dat mensen het platform kennen écht hoger moeten zijn. De rechter piramide laat antwoorden van niet-gebruikers zien. Er is geen enkel groen cijfer te zien. Kortom: onvoldoende. Je kunt ook zeggen: richting niet-gebruikers is het merk GeenStijl goed gepositioneerd, want ze weten precies waarom ze er niet zijn.

We zien dat GeenStijl geen merkfundament heeft (bekendheid of associaties), of een productanker: het is een donut merk, een lege huls waarvoor de liefde ontbreekt. Je krijgt het beeld van een eenzaam strijdertje dat, hoe hard het ook schreeuwt, niet wordt opgemerkt of erkend.

Het logo

Logo van GeenStijl.

Net als het logo: dat roze kroontje valt ons gelijk op. Eigenlijk heel schattig, alsof het merk gerund wordt door semi-assertieve mensen die hun eigen coming out organiseren. Dat komt goed uit, want roze is een kleur die vaak wordt geassocieerd met dingen als vrouwelijkheid, vrolijk, zoet of jeugdig, naïef.

Onderzoek wijst uit dat mannen roze liever vermijden (Koller, 2008). Deze pink-bias zorgt ervoor dat roze producten bij mannen alleen succesvol zijn als ze in privé worden geconsumeerd. Dat zou kunnen werken, want de boze witte mannen die GeenStijl bezoeken doen dat vast vanuit hun schimmige werkkamertjes, verstoken van publiek. In het openbaar maken mannen zich zorgen dat anderen hieruit conclusies over hun seksuele oriëntatie trekken (Mileti et al., 2022).

Je zou denken dat GeenStijl de hele gender beweging vooruit is geweest. Want GeenStijl heeft gekozen voor een roze logo. Het laat echter geen grote indruk achter: slechts 1% van de associaties door respondenten zijn gerelateerd aan de roze kroon. Dat komt dan wellicht doordat verreweg het grootste deel van de GeenStijl bezoekers man is. Al hebben de boze mannen op het forum zich dus niet weg laten jagen.

Het roze logo past dus eigenlijk niet bij GeenStijl en doet dan ook niks voor ze. Misschien werkt het zelfs meer in hun nadeel en doet het mensen denken aan Dumpert (het groene kroontje). En Dumpert vinden ze wel grappig, vanwege de filmpjes. Pas als ze zich realiseren dat het Dumpert niet is, verandert de stemming.

Doelgroep

Dat GeenStijl rechts georiënteerd en tegen de bestaande orde is, schuiven ze niet onder stoelen of banken. De niet-politiek correcte, stangende en humoristische wijze van journalistiek trok vroeger veel mensen aan, zelfs linksgeoriënteerde mensen.

Door hun provocerende manier van journalistiek bedrijven bracht GeenStijl mensen aan het denken, en dit werd zeer gewaardeerd aan het platform. De poll van GeenStijl vlak voor de Provinciale Staten verkiezingen laat zien wat voor opvattingen de gemiddelde GeenStijl bezoeker heeft. De meerderheid gaf aan om op de PVV, BBB of JA21 te gaan stemmen, do we need to say more?

De reaguurders

Als wij een eerste analyse doen van de reaguurders, zoals de mensen die op het platform reageren genoemd worden, zien we inderdaad heel veel boosheid. ‘Vroeger was alles beter’ is iets dat we vaak tegenkomen. Zou dat komen door de vele mensen die afscheid hebben genomen van GeenStijl? Rutger Castricum, inmiddels een gewaardeerde programmamaker die tot inkeer is gekomen, wordt bijvoorbeeld een aantal keer genoemd in ons onderzoek. Ook Joost Eerdmans en Annabel Nanninga, voormalig FVD en nu JA21 politici, waren eerst onderdeel van GeenStijl maar hebben ook het zinkende schip verlaten.

Vroeger was alles beter.

Het oude GeenStijl werd zeer gewaardeerd, zelfs door links georiënteerden. Maar van alles wat nog een beetje klasse had bij GeenStijl, de frisse blik en entertainende content, is weinig meer over, in de ogen van het Nederlandse publiek.

Terug naar de reaguurders, want deze zijn best bijzonder. Hun comments maken het platform nog provocerender, extremer en kwetsender. Met heroïsche namen als AirborneDivision, Rest in Privacy en John McClane doen ze alsof zij de beschermers zijn van het vrije woord. Maar door de anonimiteit wordt veel aangedikt en verzonnen en verdwijnt het journalistieke aspect. Aan de andere kant kan je je afvragen of er überhaupt goede argumentatie op het platform te vinden is, want sommige namen (Psycho Daddy, klamme.vla en ikpislauwbier) laten het eerder lijken alsof we in de talent show van een gesticht zijn beland. Hier win je geen veldslagen mee.

In het onderzoek zien we dat de huidige gebruikers van GeenStijl grotendeels hoogopgeleid zijn en een hoog inkomen hebben. Misschien om dezelfde reden dat hoogopgeleiden graag reality tv kijken, voor verbazing of puur entertainment.

Ook zijn mannen over het algemeen positiever over GeenStijl dan vrouwen. De leeftijdsgroep 35-54 jaar kent GeenStijl het beste, maar is wel het meest negatief. Ze vinden er wat van. 😉 Ook vindt deze groep GeenStijl aanzienlijk meer provocerend in vergelijking met de andere groepen. De jongste groep, 18 tot 34 jaar, is wat minder bekend met het merk, maar is wel positiever. Zij typeren het platform en de content die GeenStijl maakt vaker als grappig. Enig moreel kompas kun je de jeugd van tegenwoordig ook al niet verwijten.

Concurrentie?

Waar de klassieke actualiteitensites als NU.nl, NOS.nl, RTLNieuws.nl en AD.nl vaak genoemd werden toen we respondenten vroegen naar welke merken er bij hen opkwamen als ze aan opinie- en actualiteitenwebsites dachten, werd GeenStijl maar in 1% van de gevallen genoemd.

Figuur 5. Associaties van nieuwswebsites (N=203).

Figuur 5. Associaties van nieuwswebsites (N=203).

Pak dus de loep er maar bij. GeenStijl is zo klein dat je het merk met het blote oog bijna niet ziet.

In het nieuws

Met 400.000 dagelijkse bezoekers, toch vreemd dat GeenStijl niet opkomt als het om opinie en actualiteit gaat. Een van de belangrijkste kritiekpunten op GeenStijl is dat ze soms onnodig kwetsende taal gebruiken om hun punten te maken. Sommige mensen beschouwen de website als opruiend en polariserend, omdat het vaak bericht over controversiële onderwerpen zoals immigratie, feminisme en politieke correctheid. Niet geheel verrassend is provocerend een van de merkwaarden die ook vaak spontaan genoemd werd door respondenten. Dit is niet per se negatief: GeenStijl biedt ook een tegengeluid. Ze durven kritisch te zijn en komen voor hun mening uit. Echter is de manier waarop soms nogal stijlloos: het is vaak achterbaks en ronduit onbeschoft.

Een ander punt van kritiek is dat GeenStijl soms twijfelachtige informatie verspreidt of feiten verdraait om hun standpunten te ondersteunen. Dit kan leiden tot desinformatie en verkeerde voorstelling van zaken. Mede hierom wordt GeenStijl omschreven als ‘niet betrouwbaar’, hebben ze volgens respondenten van ons onderzoek ‘geen respect’ en verspreiden ze ‘fake news’.

GeenStijl is door de jaren heen ook in andere media negatief naar voren gekomen met koppen als:

  • “Zijn weblog GeenStijl en zijn ‘reaguurders’ strafbaar in hun recente uitingen jegens vrouwen? Ja, zeggen advocaten” – NRC 10 mei 2017
  • “De TROS overweegt serieus juridische stappen tegen website GeenStijl. De omroep neemt hierover maandag, na overleg met een advocaat, een besluit, zo meldt een woordvoerder van de TROS.” – AD 18 juni 2011
  • “Deelraadslid doet aangifte tegen GeenStijl” – Parool 25 juni 2008

Hoewel GeenStijl dus relatief vaak in het nieuws komt, is bij hun zelfs het spreekwoord ‘slechte publiciteit bestaat niet’ niet van toepassing: het heeft niet de gewenste bekendheid opgeleverd.

Het vrije woord

GeenStijl omschrijft zichzelf graag als ‘de laatste verdediger van het vrije woord’. Uit ons onderzoek is echter gebleken dat dit iets is wat alleen zij en hun abonnees zien. Letterlijk genomen zijn ze natuurlijk wel de laatste verdediger van het vrije woord, met nadruk op de laatste. Alle anderen die onder naam van GeenStijl het vrije woord verdedigden, hebben het fort verlaten, denk aan de eerdergenoemde Rutger Castricum, Joost Eerdmans en Annabel Nanninga. En ook Dumpert, de mediawebsite die eerst onderdeel was van GeenStijl, heeft zich losgemaakt van het voormalige bastion van het vrije woord.

Wat is wel positief aan GeenStijl? Ze bieden een tegengeluid, iets wat toch wel gewaardeerd wordt. De mensen die positief zijn over GeenStijl, zijn ook wel heel erg positief. Potentiële PoDs (Point of Differences, hoe een merk zich kan onderscheiden van de concurrentie) kunnen bijvoorbeeld provocerend (met de focus op het zijn van gedurfd en bieden van een tegengeluid), anders zijn dan de rest, of grappig en recht voor z’n raap. Als de focus van GeenStijl hierop ligt, en ze tegelijkertijd misschien dingen wat minder stijlloos aanpakken, kan het merk nog gered worden.

Figuur 7. Symbolische attitude over GeenStijl van gebruikers en niet-gebruikers.

Figuur 6. Symbolische attitude over GeenStijl van gebruikers en niet-gebruikers.

Op de vraag ‘Wat zou je missen als GeenStijl er niet meer is?’ werden antwoorden gegeven van ‘Ik zou ze missen als kiespijn’ tot ‘Alle nieuws en belangrijke dingen in de hele wereld’. Erg uitlopend dus.

Er zijn dus mensen die GeenStijl wel leuk vinden, gek genoeg. Wie zou die ideale gebruiker dan zijn? Dit vroegen wij ook in onze enquête. We kregen gevarieerde antwoorden terug:

  • ‘Mensen die de humor ervan in kunnen zien.’
  • ‘Iemand met een vrije geest.’
  • ‘Mensen die niks te doen hebben.’
  • ‘Iemand die makkelijk beïnvloedbaar is en die boos is op de maatschappij.’

En wellicht het meest positief getypeerd: ‘Degene die van kritische journalistiek houdt’. GeenStijl laat in ieder geval iets anders zien dan de mainstream media, en kan met een kritische blik naar bepaalde onderwerpen kijken. De manier waarop ze het nu aanpakken, doet ons echter denken aan de anti-alcohol reclame: GeenStijl, maakt meer kapot dan je lief is.

Nu is er nog een klein Gallisch dorpje aan GeenStijl supporters, de abonnees. En die vinden het wel degelijk belangrijk dat GeenStijl blijft bestaan. Precies: in de rol van de voorvechter van het vrije woord.

Concluderend

Nu we alle uithoeken van GeenStijl hebben gezien, maken we de balans op. Het merk dat ooit uit idealisme begon (misstanden aan de kaak stellen), is door rancune en gebrek aan objectiviteit, robbertjes aan het uitvechten met non-figuren op non-onderwerpen. GeenStijl verwart humor met cynisme en ook dat holt goeie journalistiek uit, omdat we niet meer weten welk deel de grap is. Misstanden aan de kaak stellen kan best met humor, maar met cynisme verwar je de ‘lezer’. En rancuneuze betweterige reacties leiden af van de inhoud, waarvan er genoeg op het platform te vinden zijn dankzij de reaguurders, daar waar GeenStijl juist soeverein zou moeten vertrouwen op haar journalistieke kwaliteiten.

GeenStijl verwart humor met cynisme.

Als verdediger van het vrije woord moet je onbevangen zijn, zoals Pim Fortuyn dat kon en zoals Hans Teeuwen een keer de meiden van Halal van repliek diende. Zelfs de smakeloze grappen waarmee Johan Derksen precaire zaken aanpakt, worden gepikt. Al gaat er vaak wel een relletje overheen, waarbij hij gecanceld wordt. Wel zien mensen hem achter de schermen als verdediger van het vrije woord. Dit moet bij GeenStijl, als dit het gewenste imago is, ook scherper.

Het is niet duidelijk voor wie GeenStijl er is, welke grenzen er zijn (als die er überhaupt zijn), maar ook het format en wie ervoor zou moeten betalen is niet duidelijk. Het merk is compleet gefragmenteerd. Geen wonder dat het merk geen indruk achterlaat.

Te overwegen valt om een goed doel te worden. Maar dan moet het ‘product’ wel volledig consistent en zuiver zijn. In dat geval moet GeenStijl dus nog even aan de bak. Het merk moet dus een keuze maken tussen onafhankelijke journalistiek en lekker rellen, want de combinatie doet hen geen goed.

Kortom: als GeenStijl geen duidelijke positie kiest en consistent wordt dan is GEEN het laatste wat van het merk over blijft. Dus bedankt voor de afgelopen 20 jaren.

Reactie GeenStijl:

Nou, nou, nou, wat hebben we hier? Een stel Amsterdamse marketingjongens die GeenStijl roasten, met fancy termen en onderzoekjes. En dan nog wel een onderzoek door (even opzoeken wie dit zijn) 37 graden, bekend van branding lichaamstemperatuur. Laten we beginnen met 37 graden bedanken, want een onderzoek optuigen voor het mooiste blog van Nederland kost aardig wat tijd. Tijd is schaars dus we zien het als liefde <3. Bovendien is GeenStijl een uitstekend onderwerp om voor je bedrijfje een beetje aandacht te genereren. Laten we de onderzoeksresultaten eens onderwerpen aan wat wij in goed Nederlands een close read noemen. 

Het onderzoek staat bol van loze en platgeslagen termen als “Keller piramide” (wie?), positionering (www.geenstijl.nl) en ProBAR (zijn wij ook). Het begint al met lekker Amsterdams hokjesdenken. GeenStijl moet volgens het bureau kiezen. “Wat willen we zijn”. We zijn klaarblijkelijk te veel voor hokjesdenkers vol vooroordelen die met voorbeelden van controverses van eeuwen geleden komen. Over Joost Eerdmans, die in 2006 een paar columns heeft geschreven (en dus nooit op ons nestje heeft gezeten) en een aantal advocaten die iets vonden in 2017. Is er voor het “onderzoek” naar de Nederlandse Spoorwegen ook gekeken naar de NS uit 2006 (wat hebben ze lekkere ruime rookcoupés zeg!)? Zo werkt dat blijkbaar bij 36 graden, spreken over een diepgaand onderzoek en vervolgens GeenStijl analyseren met een tunnelvisie waar The Boring Company jaloers op zou zijn.

Wat dat betreft is het “onderzoek” bijzonder nuttig, het laat namelijk zien dat mensen blijven hangen in het verleden. Inmiddels duiden wij van GeenStijl het nieuws alweer 20 jaar en in tegenstelling tot 35 graden, zijn we volledig onafhankelijk, doen we aan de lopende band WOO-verzoeken en leggen we hypocrisie bloot waar andere media hun handen niet aan durven branden. Natuurlijk trappen we af en toe wat lol (wij vinden ons werk wél leuk) en eerlijk gezegd zouden wij dat media als de NRC of de Volkskrant ook van harte gunnen, maar dat zijn plekken geworden waar humor inmiddels verboden is, puur en alleen omdat een steeds groter deel van Nederland ervoor kiest gekwetst te zijn. 

GeenStijl laat zich niet in een hokje plaatsen en in tegenstelling tot meneer de onderzoeker, staat GeenStijl niet stil. In de afgelopen vier maanden zien we een groei van ruim 50.000 fans op TikTok en meer dan 35.000 op Instagram. Ook onze satirische nieuwspodcast staat (bijna) wekelijks in de top 50 (we wachten even totdat meneer boomer de onderzoeker heeft gegoogeld wat TikTok en podcasting is). Enkel en alleen door het plaatsen van eigen content. Creativiteit en humor wordt hier beloond en dat is de reden dat veel adverteerders wél voor GeenStijl kiezen. In onze branded content zijn we recht voor zijn raap en beschrijven we de producten van de adverteerder inderdaad, met humor. Ja, reclame zou eigenlijk altijd leuk moeten zijn; dat vinden reclamemakers zelf ook, maar die worden steeds vaker geketend door deugmerken, die alleen maar bezig zijn met een groene LHBTQOLED4K-boodschap. Voor ons is iedereen, met of zonder letter, gelijk. 

Goed om te zien dat uit het onderzoek heel duidelijk naar voren komt dat de bezoekers van GeenStijl de website enorm waarderen en liefde hebben voor het merk. Je ziet vaker dat media met een mening en gevoel voor humor voor- en tegenstanders hebben. Wij kunnen in ieder geval meegeven dat we erg veel lol hebben met de dingen die we doen. Lees GeenStijl eens een week, in plaats van achter de kudde aan te lopen in het vormen van je mening. En laat ons vervolgens weten wat je van het mooiste roze blog van Nederland vindt. Met andere bescheiden woorden: wij proberen de mensheid zelf te laten nadenken (iets wat de algoritmes van de socials achterwege laten); we houden juist heel erg van de discussie. Reaguurder is niet voor niets een woord van GeenStijl (bekend van de Dikke van Dale). We passen vast wel ergens in een marketinghokje en verder blijven we gewoon doen wat we sinds vijf jaar onafhankelijkheid aan het doen zijn. Duiding geven aan dingen die krom zijn of aandacht nodig hebben en mensen zelf laten nadenken. 

En die zogenaamde associaties met GeenStijl, of eigenlijk het gebrek daaraan? We weten dat we niet door iedereen geliefd zijn, en dat is juist onze kracht. We willen geen grijze muis zijn die iedereen tevreden houdt, we zijn tegendraads, provocerend en brengen dat humor en eigen stijl dat maakt ons uniek. 

Dus Jorge, Boemer met een graad of 33, dank voor jullie roast en inzichten! Gaan we lekker niets mee doen! Wij gaan door met het fabriceren van 14 roasts per dag boordevol, wat ons betreft, humor. Noot voor de niet-lezers: iedere dag week zit er vast eentje tussen die een glimlach op je gezicht tovert. 

Ben of ken je zelf een marketeer, of heb je humor? Word nu lid van GeenStijl Premium!