Schrijf een sterke speech met hulp van een oude Griek

Het zweet staat in je handen. Jij moet een speech houden. Je belangrijkste houvast is de tekst die je hebt voorbereid. Hoe beter die is, hoe steviger je staat. 3 belangrijke tips om een strakke speech te schrijven.
Actieve zinnen maken (weg met ‘zullen worden gedaan’), kort en krachtig communiceren (schrijven is schrappen), goed inspelen op de doelgroep en de situatie. Stuk voor stuk zijn dat onmisbare technieken waarmee je jouw speech sterker maakt. Maar in dit artikel leg ik de focus op drie andere manieren om een stevige basis te leggen voor een speechtekst. Een bron voor dit artikel is onder andere het boek Jij moet speechen: wat nu? (affiliate) van Martina Langeveld-Huigen.
Ethos, logos, pathos. Die drie termen komen uit de koker van de legendarische Griekse filosoof Aristoteles. Ze gaan over geloofwaardigheid, logica en gevoel. Als je goed scoort op dit trio, dan is de kans groot dat je het publiek aan jouw kant krijgt. Zelfs als de toeschouwers zeer uiteenlopende types zijn: introvert, extravert, sceptisch, meegaand, gevoelsmensen of structuurliefhebbers.
Ethos: creëer geloofwaardigheid
Waarom zou iemand mij geloven? Stel jezelf die vraag voordat je begint aan het schrijven van je speech. Meestal houd jij een verhaal over een onderwerp waar jij veel van weet. Hoe komt dat: heb je veel over het thema gelezen, heb je een opleiding afgerond, heb je behoorlijk wat werkervaring op dit vlak? Jazeker! Stel vast waarom jij de juiste spreker bent, bouw daarmee je zelfvertrouwen op. Dan sta je steviger in je schoenen op het podium. En ja, door die zelfzekerheid durf je zelfs te bluffen als dat een keertje nodig is tijdens de speech.
Grappig, integer, charismatisch? Bewijs het maar!
Aristoteles zegt dat je jouw toeschouwers moet overtuigen van je geloofwaardigheid: ethos. Natuurlijk zit hem dat in kennis en ervaring. (Daarover later meer.) Maar je kunt ook je publiek inpakken met jouw humor, integriteit of charisma. Stel dat je een komisch talent hebt, dan is het zinloos om dat de zaal te vertellen (‘Ik ben grappig’): je moet het bewijzen. Krijg je ze aan het lachen, dan ben je in één klap geloofwaardig op het vlak van humor.
Of je integer bent, is lastiger te bewijzen. Maar ook daar helpt het enorm dat je voorbeelden geeft van keuzes die je hebt gemaakt in het verleden of zelfs op de dag van de speech. Of schets een situatie waaruit blijkt dat jij een bedrijf adequaat advies gaf over dit thema. Charisma? Tja dat kun je niet opeisen. Dat moet je gegund krijgen. Pas wanneer jij heerlijk schaamteloos en authentiek jezelf durft te zijn op het podium, kom je daarvoor in aanmerking.
Weg met arrogante kwasten
Jouw ethos groeit als jij bewijs van jouw kennis, ervaring en talenten slim weet te verwerken in je speech. En dan niet zo plat dat je elke minuut benoemt hoe geweldig je bent omdat je o zo veel jaar ervaring hebt. Op arrogante kwasten zit niemand te wachten, zéker niet in Nederland. (Stel dat je voor een groep Amerikanen staat, dan verwachten die vaak wat meer borstklopperij van een spreker. Maar dan nog: die stijl moet maar net bij je passen…)
Simpel uitleggen maakt indruk
O ja, stap vooral niet in de valkuil om interessant te doen door moeilijke woorden en jargon te gebruiken in je speech. Je maakt pas echt indruk op je publiek als je ingewikkelde zaken doodsimpel kunt uitleggen. Als jij de vertaling kan maken van moeilijke vaktaal naar eenvoudige spreektaal (bijvoorbeeld B1), dan bewijs je niet alleen dat je de materie goed beheerst maar óók dat je het publiek goed kent. Toehoorders waarderen het enorm als je je inleeft in hun situatie of de boodschap verpakt in woorden die passen bij hun kennisniveau.
Anekdotes en voorbeelden delen
Je ethos kun je laten zien door bijvoorbeeld een anekdote uit jouw werk te vertellen. Op die manier snapt het publiek dat je ervaring hebt en goed advies kan geven over een bepaald thema. Show, don’t tell. Zeg niet dat je ergens goed in bent, maar bewijs het door een voorbeeld, verhaal, actualiteit of verrassend inzicht te delen.
Feiten en cijfers
Zoek ook interessante cijfers, onderzoeken of feiten op. Veel sprekers openen hun speech met een opvallende statistiek (een ‘factoid’). ‘Je wist vast niet dat 3.000 Nederlandse bedrijven jaarlijks al weken aan tijd besparen door AI te gebruiken.’
Tip: zo’n onderzoeksresultaat kun je ook verpakken in een vraag die je stelt aan je publiek. Dan heb je ook meteen een leuke interactie. Goed om te weten: de meeste mensen vinden een meerkeuzevraag leuker om te beantwoorden dan een benaderingsvraag.
Wakkerschudden met lompe mening
Maar je kunt ook indruk maken met een stevige mening die mensen niet zien aankomen. Daar mag je best wat extreem in gaan zitten. Columnisten, cabaretiers en sprekers maken graag gebruik van overdrijving. Nuanceren kan altijd later in je verhaal. Maar schudt de zaal vooral wakker met een lompe uitspraak of een ongenuanceerde mening:
- ‘SEO is dood’
- ‘Deze manieren van marketing hoef je nooit meer te gebruiken’
- ‘Stop met zoeken: dit is de allerbeste manier om binnen een week nieuwe klanten aan te trekken’
Vervolgens is het wel essentieel dat je die harde mening onderbouwt met geloofwaardige argumenten of door voorbeelden te geven.
Logos: structuur die je snapt
Dan komen we bij punt 2 uit de hoge hoed van Aristoteles: logos. Vertel een duidelijk verhaal met een strakke structuur die goed te volgen is. Die aanpak vergroot de kans dat je toehoorders meegaan in je beredenering of verhaal.
Noem bijvoorbeeld eerst je conclusie, vertel daarna dat je drie argumenten zal geven, behandel deze argumenten stuk voor stuk (steeds met een duidelijk rustpunt ertussen) en sluit af met een mini-samenvatting, wederom gevolgd door je conclusie. Helemaal aan het einde kun je nog een call-to-action toevoegen. Bijvoorbeeld: ‘Zijn er nog vragen?’ of ‘Kan ik jouw bedrijf helpen met dit onderwerp, loop dan zo even langs’.
Pathos: raak de gevoelige snaar
Emoties blijven langer hangen dan woorden of feiten. Zorg daarom dat je speech een gezonde dosis pathos (gevoel) in zich heeft. Een film of een lied dat jou emotioneel raakt, blijft je soms heel je leven bij. Zo werkt het ook met een toespraak. Jij als spreker wil een onvergetelijke indruk maken met jouw inhoud. Dat lukt pas zodra je het publiek iets laat voelen.
Gevoel is iets menselijks. Vertel daarom échte, geloofwaardige verhalen over mensen die iets bijzonders meemaken en daarbij emoties voelen. Of vertel een betekenisvolle ervaring die jij zelf hebt meegemaakt. Beschrijf daarbij in ieder geval wat jij voelde op die belangrijke momenten. De personen in de zaal zullen de emoties herkennen of zich inleven in de mensen uit jouw verhaal.
Extreme emoties zoeken
Gaat je speech over een product? Zoek dan naar een verhaal over mensen die hun probleem hebben opgelost dankzij jouw product. Ga binnen zo’n voorbeeld op zoek naar extreme emoties: woede, angst, frustratie, blijdschap, verdriet, enthousiasme… Die gevoelens horen meestal bij de grootste worsteling, het dieptepunt, de overwinning, het grote inzicht (soms zelfs leven of dood). Je pathos-verhaal is pas compleet als die grote emoties erin zitten.
Enthousiasme: een must
Vind je het lastig om grote emoties te koppelen aan jouw boodschap? Zorg dan in ieder geval dat je zelf enthousiast voor de groep staat. Want iemand die overduidelijk gelooft in de boodschap en graag een positief gevoel overbrengt, heeft eerder de gun-factor dan iemand die met een uitgestreken snuit z’n standaard-riedel afdraait op de automatische piloot.
Ethos, logos en pathos zijn slechts drie van de vele tips die samenkomen in het boek. Martine Langeveld-Huigen schrijft op een aansprekende manier, geeft veel voorbeelden en handvatten waarmee je als beginner of gevorderde een speech kan versterken.
Stappenplan met praktische tips
Lekker dat er een boek is dat elke aarzelende spreker bij de hand neemt in vijf overzichtelijke stappen en met een bulk aan praktische tips. En nee, Jij moet speechen: wat nu? (affiliate) is niet zo’n boek dat alleen over zakelijke toespraken gaat. Er staan ook standaard-structuren in voor een afscheidsrede of een feestspeech. Proost!