4 socialmedia-trends voor gemeenten in 2026: groeiende kloof, algoritmes & meer
Gemeenten zijn geen commerciële bedrijven. Dat klinkt als een open deur, maar het is precies waarom socialmedia-trends bij gemeenten heel anders landen dan in de marketingwereld. In de commerciële wereld is het normaal om van kwartaal naar kwartaal te bewegen. Nieuwe tools, nieuwe features, nieuwe experimenten; het ritme van innovatie ligt er zo hoog dat het bijna onderdeel is van de cultuur. Gemeenten daarentegen bewegen in een totaal ander landschap.
Communicatie zit vast aan structuur, formatie, mandaat, kaders, juridische toetsing en politieke sensitiviteit. Je kunt niet zomaar ergens opspringen omdat het een trend is.
Toch verandert de wereld waarin gemeenten communiceren razendsnel. Inwoners zoeken eerder op Instagram hoe iets werkt dan op de gemeentelijke website. Op TikTok leggen creators uit hoe je energietoeslag aanvraagt, of stimuleren ze mensen om de natuur in te gaan, vaak met meer impact dan een gemeentelijke campagne. AI stuurt ondertussen ongemerkt mee wat mensen überhaupt te zien krijgen.
De vraag is daarom niet of gemeenten moeten inhaken op trends, maar hoe ze ze moeten lezen. Wat is realistisch? Wat is haalbaar? En wat past bij het team en de cultuur die je hebt? Niet alles wat technisch kan, kan in de praktijk. En precies daarom hebben gemeenten een eigen manier nodig om trends te duiden. In dit artikel kijk ik niet naar hype, maar naar realiteit. Naar trends die al gaande zijn en in 2026 doorzetten, en vooral naar wat gemeenten daarmee kunnen in hun eigen tempo. Geen must-do’s, maar houvast.
Trend 1. De kloof tussen gemeenten wordt groter
De grootste trend is misschien wel dat het verschil tussen gemeenten blijft groeien. Dat verschil gaat niet over ambitie, maar over schaal, structuur en cultuur. Simpelweg: hoeveel mensen, rollen en ruimte er beschikbaar zijn om het werk te doen.
Groot
Bij grote gemeenten hebben ze hun draai te pakken en zie je dat social media langzaam professionaliseert tot een soort mini-omroep. Er zijn makers in het veld, een videoteam, webcare, redacteuren en analisten. Als iets moet worden uitgelegd, staat er iemand klaar met een microfoon. Als een verhaal verteld moet worden, is er iemand die dat filmt. Deze organisaties gaan steeds meer lijken op high-performance omgevingen waar contentproductie vanzelfsprekend onderdeel is van beleid. Je kunt trends oppakken omdat de rollen en het ritme er al zijn.
Middelgroot
Middelgrote gemeenten bevinden zich precies tussen wal en schip. Ze zijn te groot voor twee alleskunners, maar te klein voor een volledig contentteam. Er zit energie in teams en de wil om te vernieuwen is er, maar de structuur ontbreekt vaak. Social hangt aan een paar gedreven adviseurs die ook aan tien andere projecten werken. Video blijft iets voor losse momenten. Frisse formats komen niet verder dan een brainstorm. Experimenten stranden zodra de waan van de dag toeslaat. Je ziet dat ze willen, maar je voelt ook hoe knellend het midden kan zijn: altijd net niet genoeg capaciteit om echt door te pakken.
Klein
En dan zijn er de kleinere gemeenten. Die voelen vaak een beetje als een voetbalkantine: warm, vertrouwd, iedereen kent elkaar en de koffie smaakt al vijftien jaar hetzelfde. Ideaal voor korte lijnen en gezelligheid, maar minder geschikt voor innovatie. Zodra je begint over nieuwe workflows, makers of platform-first formats, hoor je al snel: “Leuk idee, maar wie gaat dat doen?” of “Dat is toch iets voor communicatie?”. Social is daar nog te vaak een doorgeefluik. Content komt soms echt op als poepen: opeens moet het eruit omdat er weer een spoedje is. Niet uit strategie, maar uit reflex. Makers ontbreken en vernieuwen voelt daardoor onbereikbaar.
Trends landen dus nooit op dezelfde manier. Niet omdat sommige gemeenten niet willen, maar omdat schaal en cultuur bepalen wat realistisch is om op te pakken. Dat is geen tekortkoming. Dat is de context waarin je werkt.
Trend 2. Oude trends worden eindelijk realiteit
De trends waar we al jaren over praten, landen nu echt in de praktijk. Short-form en podcasts vinden hun weg naar steeds meer gemeenten. Niet via dure producties, maar via herkenbare medewerkers die laten zien hoe de stad werkt. Het werkt omdat het echt is, niet omdat het perfect is.
Influencers worden belangrijker, maar bij gemeenten ziet dat er anders uit dan in de commerciële wereld. De ‘influencers’ zijn hier vaak medewerkers met lokaal vertrouwen. Ze hebben de inhoud, maar niet altijd de vaardigheden om het te maken. Met een contentspecialist naast zich, iemand die filmt, stuurt en het verhaal vormgeeft, worden ze ineens krachtige storytellers.
Daarnaast ontstaat er een tweede beweging buiten de organisatie. Op TikTok delen gewone mensen uit eigen motivatie content over gemeentelijke thema’s: afval en ophaaldagen, parkeerregels, duurzaamheid, energietoeslag. Precies de onderwerpen waar gemeenten eigenaar van zijn, maar die nu worden uitgelegd door onafhankelijke creators, vaak duidelijker en met meer bereik dan officiële kanalen ooit halen.
Voorbeeld:
De gemeente communiceert dus indirect al via TikTok, zonder zelf te posten. Dit vertelt vooral wat over hoe bepaalde doelgroepen hun informatie zoeken en wie ze vertrouwen. Het loont om te onderzoeken welke makers jouw thema’s al oppakken en hoe je daar slim op kunt aanhaken.
Trend 3. Social wordt steeds meer een gesprek, maar alleen als je het kunt dragen
Inwoners verwachten steeds vaker directe en menselijke interactie op social. Vooral jongeren nemen dat gedrag mee van commerciële platforms waar snelle, luchtige reacties normaal zijn. Het voelt alsof er echt iemand achter het account zit. Gemeenten kunnen dat tempo meestal niet bijbenen. Niet uit onwil, maar omdat processen draaien op zorgvuldigheid, afstemming en mandaten. Tegen de tijd dat een reactie intern rond is, is het alweer kerst.
Ondertussen zoeken inwoners juist snelle online interactie. Even een bericht sturen, kort contact, direct antwoord. Voor vragen over parkeren of meldingen in de openbare ruimte voelt een DM of comment voor hen logischer en menselijker dan een formulier of telefoonmenu. Daar zie je de spanning ontstaan. In andere sectoren helpen moderne chatflows en AI-assistenten al bij eenvoudige vragen, terwijl gemeenten vaak nog werken met dunne webcare en verouderde bots die vooral frustreren. Het verschil tussen verwachting en realiteit wordt daardoor steeds zichtbaarder.
Daarom is de trend niet dat gemeenten meer moeten reageren. De trend is dat inwoners ander gedrag laten zien, en dat gemeenten moeten kiezen of zij dat kunnen en willen faciliteren.
Trend 4. Het algoritme neemt over en creative wordt je targeting
Ondanks alle commotie over het Meta-verbod op politieke en maatschappelijke advertenties kunnen gemeenten nog steeds campagnes draaien. Maar het speelveld verandert. Je moet voorzichtiger framen, en de advertentie-impact loopt terug. Mensen zijn advertentiemoe, zeker bij complexe onderwerpen zoals de energietransitie. Veel video’s worden weg-gescrold voordat de boodschap landt.
Tegelijkertijd bepaalt het algoritme – zowel organisch als betaald – steeds meer wie jouw content te zien krijgt. Het leest wat je laat zien en matcht dat automatisch met mensen die daarop reageren. Laat je een ecoloog zien, dan bereik je vooral natuurliefhebbers. Laat je jongerenwerk zien, dan bereik je jongeren. Je kiest dus minder je doelgroep, en veel meer je inhoud.
Daardoor wordt je creative in feite je targeting. Paid blijft belangrijk, maar werkt het best naast sterke organische content. Wat organisch goed aanslaat, presteert betaald meestal ook sterk. En wat organisch niet werkt, gaat via advertenties zelden ineens wel overtuigen, hoeveel budget je er ook tegenaan gooit.
Groeien in je eigen tempo
De rode draad van alle trends is de minst spectaculaire maar de meest bepalende: volwassenwording. Social media is niet iets voor erbij, maar een manier van werken. Niet in één keer, niet met grote plannen, maar met kleine, consequente stappen.
Het begint met keuzes. Wat doe je wel? Wat laat je bewust liggen? Waar heb je mensen voor en waar nog niet? In een wereld waarin algoritmes bepalen wie je bereikt, inwoners sneller schakelen dan interne processen aankunnen en creators jouw kernthema’s uitleggen zonder dat jij erbij bent, is helder kiezen geen luxe maar noodzaak.
Wat betekent dit?
Voor kleine gemeenten betekent dit vooral focus. Eén maker toevoegen, één reel per maand, één format waar je op kunt bouwen en simpele AI-workflows om tijd te winnen. En vooral: intern laten zien wat content oplevert, zodat draagvlak groeit. Strategie geeft richting, maar ritme en zelfs iets kleins als de kwaliteit van je koffiebonen verandert uiteindelijk de cultuur.
Middelgrote gemeenten groeien door meer structuur aan te brengen. Door adviseurs uit de knel te halen, moderne rollen toe te voegen zoals een content creator, videowerk en formats te standaardiseren en social eerder in het proces te betrekken. En minstens zo belangrijk: structureel budget vrijmaken. Er is geen grotere dooddoener dan een gemeente die van alles wil op social, maar er geen fatsoenlijk budget tegenover zet.
Grote gemeenten groeien door regie. Ze draaien veel campagnes tegelijk, werken met interne makersteams en community-rollen en sturen meerdere bureaus aan voor video, vormgeving en campagnes. De uitdaging is niet capaciteit, maar samenhang. Dat vraagt om strakke processen tussen beleid, dienstverlening en communicatie, duidelijke regie op bureaus en makers én AI en data structureel gebruiken om keuzes te onderbouwen. Niet meer doen, maar slimmer organiseren.
Dat wat past bij jouw schaal, jouw team en jouw cultuur
Wat voor iedereen geldt: je hoeft niet viraal, niet overal op en niet in elke trend mee. Je hoeft alleen te begrijpen wat er mogelijk is, zodat je kunt kiezen wat past bij jouw schaal, jouw team en jouw cultuur. Trends zijn geen checklist, maar een kompas. Een manier om scherper te zien hoe inwoners zich gedragen en hoe je daar op jouw manier op kunt aansluiten. Social media in 2026 gaat dus niet over hype, maar over volwassenwording. En daarin groeit elke gemeente, groot, middelgroot of klein, in zijn eigen tempo.