9 stappen om het imposter syndroom aan te pakken

Ken je dat irritante stemmetje dat zegt: “Wat doe ik hier eigenlijk?” Net voordat je een presentatie geeft of een belangrijk rapport moet versturen, sluipt het op. Of het nu om de startende professional gaat of de CEO die voor de Raad van Bestuur moet spreken: bijna iedereen worstelt weleens met dat vage, zenuwslopende gevoel dat je eigenlijk niet goed genoeg bent. Wat is dit imposter syndroom en wat kan je er tegen doen? In dit artikel duik ik er op in.
Ik zie het zeer regelmatig terugkomen; bij jonge starters, bij ervaren professionals én bij executives. Maar ook bij mezelf. In mijn werk, maar ook privé. Je gelooft niet dat je jouw successen verdient. Je denkt: dat is puur toeval of een vergissing, anderen hebben zich vast in jou vergist.
Onderzoekers ontdekten dit al in 1978 bij succesvolle vrouwen die zich ondanks uitstekende cijfers en lovende beoordelingen een “oplichter” voelden. Je wuift complimenten weg, schrijft je successen toe aan geluk en werkt jezelf kapot van stress. Of juist niet: soms stel je alles uit en moet je in één nacht alles afraffelen. Zo blijf je gevangen in een vicieuze cirkel van angst en perfectionisme. Iets wat tot allemaal negatieve effecten kan leiden, zie ik bij zowel klanten als mensen in mijn directe omgeving.
Hetprobleem is groter dan ik dacht
Onderzoek toont aan dat ongeveer 70(!) procent van alle professionals zich weleens een bedrieger voelt. In de medische wereld scoort bijna de helft van de vrouwelijke geneeskundestudenten hoog op zelftwijfel en ruim een kwart van de mannen rapporteert hetzelfde. Bij chirurgen in opleiding ervaart driekwart stevige impostor-gevoelens.
Studenten uit minderheidsgroepen laten soms zelfs tot 80 procent hoge scores zien, terwijl hun peers rond de dertig procent blijven steken. Zelfs aan de top, bij bestuurders en CEO’s, voelt bijna 70 procent zich wel eens een fraudeur. Kortom: of je nu net begint of al jaren meedraait, die kritische stem kan altijd opduiken.
Maar je kan aan het imposter syndroom werken
Omdat ik echt zag en zie, dat het een negatieve impact heeft op mijn coachees, heb ik voor het imposter syndroom een stappenplan ontwikkeld om eraan te werken.
1. Herken en benoem je gedachten
Als het zich voordoet: zeg hardop: “Dat is mijn impostor-stem.” Het klinkt misschien gek, maar het helpt om je automatische twijfel op afstand te zetten. Schrijf de gedachte kort op in één zin, bijvoorbeeld: “Ik verdien dit niet.” Alleen al die simpele handeling haalt in mijn optiek de macht uit de gedachte, omdat je het niet langer onbewust laat rondspoken. Zo ontstaat een stukje ruimte om met jezelf in gesprek te gaan, in plaats van door die knagende stem geleid te worden.
2. Praat erover met een ander
Zoek een vriend, collega of mentor en vertel hoe je je voelt. Vaak hoor je dan: “Dat heb ik ook weleens!”. Dat besef alleen al haalt het taboe weg. Door je kwetsbaar op te stellen, merk je dat je er niet alleen voorstaat. Bovendien kun je van de ander horen hoe hij of zij met vergelijkbare gevoelens omgaat. Samen lachen om die onzekerheden geeft mensen vaak een enorme opluchting en jezelf het idee dat je onderdeel bent van een team van mede-twijfelaars.
3. Daag jezelf eens goed actief uit
Noteer je angst en plak er direct feiten tegenover. Stel: je gedachte is “Ik kan dit niet presenteren.” Schrijf daaronder drie concrete bewijzen dat je het wél kunt, zoals een eerder succesvolle presentatie, lovende e-mails of behaalde targets. Maak het visueel: plak foto’s of print screenshots in een notitieboekje of digitaal bestand. Zo maak je van dat stemmetje een project dat je kunt onderzoeken in plaats van een diffuus gerucht. Telkens als de twijfel terugkomt, pak je je dossier erbij en laat je de feiten spreken.
4. Verzamel bewijs van je successen
Creëer een speciaal mapje, digitaal of op papier, met complimenten, behaalde doelen, awards en dankmailtjes. Plak of sla elk bewijs op zodra je iets positiefs hoort of bereikt. Kijk er wekelijks even naar en merk hoe je groeipad zich ontwikkelt. Dit mapje verandert in een schatkamer van tastbaar bewijs dat je wél hoort te zijn waar je bent.
Als de twijfel toeslaat, open je het en voel je letterlijk de trots die je anders misschien had onderdrukt. Ik heb zo een mapje ‘heppie’ op mijn telefoon met allemaal foto’s waar ik mega trots op ben; van belangrijke presentaties tot gebeurtenissen privé.
5. Stel realistische doelen
Vraag jezelf bij elke taak: “Wat is hier écht nodig om goed te presteren?” Vaak blijkt dat 80% van perfectie al meer dan voldoende is. Door jezelf die ruimte te geven, voorkom je eindeloze revisies en nachtenlang doorwerken. Maak een lijst met drie “must-haves” voor een presentatie of rapport, en twee “nice-to-haves” die je alleen doet als je tijd over hebt. Zo houd je je energie op peil en ontdek je dat “goed genoeg” vaak verrassend goed is.
6. Zoek een mentor of coach
Ga in gesprek met iemand die verder is in jouw vakgebied én open is over eigen twijfels. Een coach kan je helpen relativeren en je inzichten geven waar jij nog niet aan gedacht had. Onderzoek in de zorgsector toont dat gestructureerde coaching je impostor-gevoel meetbaar laat dalen. Samen stel je doelen op, evalueer je progressie en leer je hoe de ander zelfvertrouwen houdt in lastige situaties. Die veilige omgeving geeft je moed om nieuwe stappen te zetten.
7. Train een groeimindset
Ik zie elke uitdaging niet als een test, maar als een kans om te leren. Fouten maken hoort daarbij: ze zijn de bron van je grootste lessen. Als je voor een nieuwe taak staat, stel jezelf dan het doel om iets specifieks te oefenen, niet om perfect te zijn. Vier de momenten dat je een probleem oplost of iets nieuws probeert, ongeacht het resultaat. Zo leer je successen en mislukkingen beide te omarmen als brandstof voor je ontwikkeling.
8. Wees lief voor jezelf
Spreek je innerlijke criticus tegen met vriendelijkheid. Behandel jezelf zoals je een goede vriend zou troosten. Onderzoek laat zien dat zelfcompassie – mildheid naar jezelf bij tegenslag – direct helpt om impostor-gevoelens te verminderen. Begin je dag met een korte oefening: zeg tegen jezelf wat je prettig vindt aan je werk of wie je graag mag in jezelf. Zo versterk je een positieve basis voordat de twijfel om de hoek gluurt.
9. Vier elke stap vooruit
Geef jezelf toestemming om trots te zijn. Heb je een stap uit je comfortzone gezet? Heb je een complimenteus bericht ontvangen? Neem er een moment voor! Ik haal altijd diep adem, glimlach, zet een goede kop koffie en zeg: “Dit heb ik verdiend.” Kleine overwinningen bouwen aan groot zelfvertrouwen. Zo demp je de impostor-stem steeds verder…en ontdek je dat je eigenlijk best goed bent in wat je doet.
Imposter syndroom: moet je je er zorgen over maken als je het hebt?
Twijfel hoort in mijn optiek bij groeien. Een beetje onzekerheid kan je scherp houden, nieuwe leermomenten onthullen en voorkomen dat je op de automatische piloot werkt. Ik vind kwetsbaarheid ook een van de mooiste eigenschappen van een mens, niet alleen op een podium, maar ook daarbuiten.
Het wordt pas een obstakel als die twijfel je constant tegenhoudt: als je daardoor altijd uitstelt, nooit complimenten durft aan te nemen en voor elke taak vastloopt in stress. In zulke gevallen is het verstandig om het stappenplan toe te passen en eventueel een professional in te schakelen. Zo zorg je dat onzekerheid niet de baas wordt over je carrière, maar je juist aanzet tot betere prestaties en gezond zelfvertrouwen.
Het imposter syndroom lijkt misschien een ongrijpbare vijand, zoals je hopelijk hebt gelezen is het niet complex om er zelf aan te werken, vandaag nog. Herken de stem, deel je twijfel, onderbouw je succes en vier elke kleine overwinning.