Van schrijver naar AI-dirigent: complete workflow voor het schrijven van jouw boek

Heb je wel eens vastgezeten bij het schrijven van een lang document, nieuwsbrief of rapport? AI kan je schrijfproces drastisch versnellen – mits je het juist inzet. In 32 uur ontstond zo een boek van 40.000 woorden met herkenbare eigen stem, maar helderder gestructureerd dan handmatig mogelijk was. Dit artikel toont je de concrete workflow, prompts en keuzemomenten die je direct kunt toepassen op je eigen contentuitdagingen.
Mijn experiment begon met een praktische vraag: kan ChatGPT helpen bij het uitleggen van Obsidian (een notitietool) aan beginners? Dit leidde uiteindelijk tot een herhaalbare praktische workflow die je op elk contentproject kunt toepassen.
Wat heb je nodig voor deze workflow?
- Expertise over je onderwerp
Het maakt flink uit of je voldoende expertise hebt over het onderwerp waar je over schrijft. AI kan zinnen verbeteren en structuur geven, maar niet compenseren voor gebrek aan kennis. Je moet weten wat beginners willen leren, gerichte vragen kunnen stellen, AI-output kunnen beoordelen op juistheid, en zelf voorbeelden en metaforen kunnen bedenken. - Eigen schrijfmateriaal voor stijlanalyse
Ongeveer 20.000 woorden aan eigen teksten – dat kunnen blogposts, e-mails, rapporten en socialmediaposts zijn. Een mix van verschillende teksttypes geeft AI een beter beeld van je schrijfstijl. - Schrijfervaring om je stem te herkennen
Ook hier geldt: ongeveer 20.000 woorden eigen tekst als minimum, maar hoe meer des te beter en verfijnder. Je moet kunnen voelen wanneer een AI-tekst “niet klinkt als jij zou schrijven.”
De complete workflow: van idee tot manuscript
Als je AI wil inzetten voor het maken van content, dan kan deze workflow je geweldig ondersteunen, of je nu een lange blogpost wil maken, of een heel boek, zoals ik onlangs deed.
Stap 1. Structuur bepalen (30 minuten)
Begin met een gesprek met een AI-tool eerst over de grote lijnen. Door mijn herseninfarct in januari was ik een paar maanden motorisch een stuk beperkter. Hierdoor ontdekte ik de app Wispr Flow, waarmee ik door de functietoets ingedrukt te houden kon praten en zelfs fluisteren tegen mijn computer. Die maakte er vervolgens perfecte zinnen van, inclusief de juiste grammatica. Ik vroeg ChatGPT via spraak: “Hoe ziet een boek over Obsidian voor beginners eruit qua hoofdstukken, en hoe zien per hoofdstuk de paragrafen er globaal uit?” Belangrijk: accepteer de eerste output niet zomaar, maar bevraag en bediscussieer het verder.
Stap 2. Tone-of-voice ontwikkelen
Verzamel eigen teksten (in mijn geval gebruikte ik 52 weekberichten en 20 blogs – ongeveer 150.000 woorden) en in elk geval zoveel mogelijk teksten die je eerder geschreven hebt. Plak vervolgens alles in één .txt-bestand. Gebruik .txt of .md bestanden – die zijn veel kleiner dan .doc en computers (en AI) verwerken ze sneller.
Upload dit naar ChatGPT met de prompt: “Maak een uitgebreide analyse van mijn taalgebruik en tone-of-voice, en maak naar aanleiding daarvan een uitgebreide prompt waarmee ik aan andere AI-tools kan vragen om tekst in mijn tone-of-voice te schrijven.”
Het resultaat is een herbruikbare stijlprompt die je bij elke AI-tool kunt gebruiken. In mijn geval: “Schrijf in de stijl van Martijn Aslander: helder, direct, associatief, licht eigenzinnig. Afwisselend ritme. Vermijd jargon. Gebruik concrete voorbeelden, metaforen, en actieve zinnen. Zet aan tot denken en handelen. Denk in systemen, stel betere vragen. Toon: onderzoekend.”
Stap 3. Content genereren
Gebruik je stijlprompt om systematisch hoofdstuk voor hoofdstuk te laten genereren. Begin met 500 woorden per hoofdstuk, bouw op naar 800, dan 1500 woorden. ChatGPT werkt goed voor deze fase.
Tip over woordenaantallen: Ik merkte dat ChatGPT en Claude er bij het tellen van woorden nogal eens naast zitten. Dat maakte in mijn geval niet uit – een bij-benadering was afdoende. Wat helpt is af en toe aan de tool vragen of het wel klopt. Maar als het getal echt belangrijk is, kun je het beter even zelf checken met je eigen tekstverwerker.
Stap 4. Van genereren naar verfijnen
Bij ongeveer 44.000 woorden stopte ik met genereren en ging snoeien. Daarna switchte ik naar Claude – die is beter voor taalverfijning dan ChatGPT. Voor het snoeien en aanpassen gebruikte ik de prompts die ik verderop beschrijf bij stap 5.
Stap 5. Alinea-voor-alinea verfijning
Dit is waar de magie gebeurt. Ga met je “stofkam” door de tekst en vertrouw op je intuïtie. Elke keer als je denkt “dit zinnetje vind ik stom”, “loopt niet lekker”, “dit woord zou ik nooit gebruiken” of “waarom schrijf ik dit niet zoals ik het zou zeggen” – grijp direct in.

Bron: everything possible / Shutterstock.com
Concrete prompts die werken
Deze concrete prompts gebruikte ik honderden keren tijdens het verfijnen – ze zijn direct toepasbaar:
De 8-punten checklist: “Wat vind je van dit blok? Sluit de tekst goed aan op de vorige blokken? Wat kan er korter? Is het fijn om te lezen? Wat moet er langer? Voegt het genoeg toe voor de lezer? Is de tekst logisch en begrijpelijk? Is de tekst duidelijk en in mijn tone of voice en taalgebruik? Is er schrijftaal in plaats van spreektaal zonder dat het te formeel wordt?”
Voor kritische feedback: “Bekijk deze tekst door de lens van een sceptische chagrijn.” AI heeft de neiging om alles op te hemelen met “fantastisch!” en “veel beter!” Deze prompt levert heerlijk ontnuchterende feedback die vaak valide punten bevat.
Voor toon-aanpassingen: “Kun je dit minder hysterisch maken? Iets formeler graag maar wel fijn leesbaar.”
Voor specifieke problemen: “Deze titel moet anders” of “Dit manuscript bevat screenshots – maak een lijst per hoofdstuk met alle vermeldingen van het woord screenshot.”
AI als dirigent, niet als schrijver
AI werkt het best als je de regie houdt: jij bepaalt richting, toon en voorbeelden. AI verbetert zinnen en structuur, maar de inhoudelijke keuzes blijven van jou. Door spraakherkenning (zoals Wispr Flow) wordt het een natuurlijk gesprek over je content waarbij de frictie van typen wegvalt.
Wanneer wel en niet AI gebruiken
Het belangrijkste is leren luisteren naar je intuïtie. Doordat ik afgelopen jaar veel schreef, herken ik heel snel of een tekst bij me past. De waarschuwingssignalen: woorden die ik zelf niet zou gebruiken, zinnen die me tegenstaan, of dat ‘hmm, ik zou dit zo zeggen’-gevoel. Dit gevoel ontwikkel je gaandeweg – dus begin met zelf schrijven en bouw het langzaam op.
Na inmiddels 150.000 woorden dit jaar geschreven te hebben, voel ik wel of een tekst “helemaal Martijn” of “deels Martijn” is. Mijn beslisregels:
Uitleggen vs vertellen:
- Bij uitleggen (instructies, handleidingen): AI mag meer meehelpen, want het is beter met structuur
- Bij vertellen (verhalen, inspiratie): helemaal zelf schrijven
Emotionele betrokkenheid:
- Onderwerpen die me aan het hart gaan of die ik belangrijk vind: helemaal zelf schrijven (AI mag alleen meedenken en taalfouten opsporen)
- Onderwerpen die ik wil agenderen of delen: mag wat minder strikt, AI mag meer meeschrijven
Per teksttype:
- Zolang ik vanuit ervaring verhalend schrijf gaat het goed
- Bij nieuwe, lastige onderwerpen die ik wil uitleggen (zoals WOO en AVG) heb ik zijwieltjes nodig
Tool-vergelijking en kwaliteitsbewaking
Welke AI-tool gebruik je waarvoor? Ik ontdekte dat verschillende tools verschillende sterke punten hebben:
Verschillende AI’s voor verschillende taken: Claude bleek beter voor tekstverbetering, ChatGPT voor structuur en content genereren, Perplexity voor feitenchecks. Experimenteer met verschillende tools – je hoeft niet bij één te blijven.
Transparantie naar lezers: Ik gebruik deze disclaimer: “Ik schreef dit artikel samen met AI. Vooral voor de research. De zinnen zijn voor 90% van mijn hand. Wanneer deze vermelding ontbreekt bij mijn teksten, heb ik AI alleen gebruikt voor grammatica en interpunctie en schreef ik alles zelf. Mocht je dus ondanks dit alles toch nog typ- en grammaticafouten tegenkomen dan mag je ze wijden aan haast of luiheid van mijn kant. ”
Die percentages zijn arbitrair – ik bekijk het per geval. Maar ik vind het belangrijk om daar duidelijk over te zijn. Hopelijk gaan meer auteurs dat doen. AI is nieuw terrein en we moeten zoeken naar gezonde omgang.
In mijn informatiesysteem (Obsidian) houd ik ook onderscheid tussen eigen tekst en tekst waarbij AI meeschreef.
Voor wie werkt deze methode?
Dit lukte omdat ik al jarenlang over Obsidian schreef en precies wist wat beginners wilden leren. Zonder die voorkennis was dit nooit gelukt.
Deze AI-methode werkt het best als je al ervaring hebt en veel eigen materiaal om mee te beginnen. Voor complete beginners is de klassieke route – eerst veel schrijven om je eigen stem te ontwikkelen – nog steeds de beste. AI kan dan later helpen om die stem te versterken, maar niet om hem te creëren.
Voor beginnende schrijvers geldt: begin gewoon, na flink wat pogingen wordt je er beter in, en het is een leuk en leerzaam proces. Schrijf om te schrijven, niet om te krijgen. Je kunt zelf publiceren op het web en op Amazon – je hoeft niet te wachten op een uitgever.
Ook had ik al een track record, kende mijn uitgever, en had een platform om mijn experiment te delen. Voor een onbekende schrijver is de route naar publicatie niet zo direct. AI helpt met het schrijfproces, maar neemt de marketinguitdagingen niet weg.
De valkuilen die je moet vermijden
Het grote gevaar van AI is middelmatigheid. De kunst is om acuut in te grijpen als je intuïtief voelt dat je iets zelf nooit zo zou zeggen. Ik doe dat op alineaniveau.
Volgens Seth Godin moeten vooral creators van middelmatig werk vrezen voor AI. Een onderzoek van Bynder toonde iets fascinerends: mensen waarderen AI-gegenereerde tekst beter dan door mensen geschreven content… totdat ze weten dat het door AI is gemaakt. Als straks iedereen massaal content kan produceren, wordt onderscheiding cruciaal. Wat je toevoegt wordt belangrijker dan hoeveel je schrijft.
Niet het aantal woorden bepaalt de waarde, maar de kwaliteit van je denkproces. AI haalt veel van de frictie van het fysieke typen weg, maar jaren ervaring met je onderwerp, tientallen gesprekken met gebruikers, en vooral het leren begrijpen waar mensen tegenaan lopen – die expertise moet je al hebben.